Celine Pirard

‘Waarom zwijgt Europa over Oost-Congo?’

Celine Pirard Beleidsmedewerker Broederlijk Delen

‘Het is onbegrijpelijk dat de bezetting van delen van Oost-Congo en de vele schendingen van mensenrechten geen Europees strategisch debat waard zijn’, schrijft Karel Ceule van Broederlijk Delen aan de vooravond van een vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie.

Deze week komt minister van Buitenlandse Zaken Maxime Prévot samen met zijn Europese collega’s. De ministers komen maandelijks samen, maar het is sinds februari 2025 geleden dat de crisis in Oost-Congo nog op de agenda stond. Ondertussen installeert rebellengroep M23 in de door hen veroverde gebieden rond Goma en Bukavu schaamteloos een parallelle staat. Ze innen invoerrechten, geven eigen visa uit en organiseren examens voor magistraten voor hun eigen ‘rechtssysteem’. Traditionele leiders die weigeren samen te werken met M23, worden afgezet en vervangen door loyale figuren. De betrokkenheid van buurland Rwanda bij deze machtsuitbreiding wordt door de VN zwart op wit bewezen.

Waarom zwijgt Europa in alle talen over deze oorlog? Waarom is deze feitelijke annexatie van Congolees grondgebied geen discussie waard op Europees niveau?

Kiest Europa voor een vrede op papier?

Is het misschien omdat de Verenigde Staten en Qatar zich momenteel inzetten voor vrede in de regio? De inspanningen van de Amerikaanse regering-Trump zorgden immers voor een vredesakkoord tussen Congo en Rwanda. Afgelopen weekend werd er ook een raamakkoord voor vrede tussen Congo en M23 afgesloten. Maar op het terrein is er geen sprake van vrede. In de provincies Noord-Kivu, Zuid-Kivu & Ituri zorgen gevechten tussen de M23-rebellen en het Congolese leger nog steeds voor een hoog aantal burgerdoden, massale ontheemding en tal van mensenrechtenschendingen.

De VN documenteerde buitengerechtelijke executies, folteringen, groepsverkrachtingen, ontvoeringen en het rekruteren van kinderen als soldaten. Daarenboven ontwricht de sluiting van banken en luchthavens de economie. In de plaats daarvan komt een schaduweconomie waarin de rebellen de plak zwaaien. Een vrede op papier kan voor Europa dus geen reden zijn om het niet over deze oorlog te hebben.

Europa, vriend van iedereen?

Is het misschien omdat Europa de vriend van iedereen wil zijn? Zo organiseerde Frankrijk eind oktober in Parijs een conferentie ter ondersteuning van vrede en welvaart in het Afrikaanse Grote Merengebied. In het kader van deze conferentie kondigde de Europese Commissie een extra budget van 9 miljoen euro aan voor humanitaire hulp in Congo. Deze financiering komt bovenop 120 miljoen euro die eerder in de regio, met focus op oost-Congo, werd geïnvesteerd. 

Terwijl de Europese Unie geld vrijmaakt om het humanitaire lijden in Congo te verzachten, investeert het ook in infrastructuurprojecten in Rwanda. In het kader van de Global Gateway gaat maar liefst 105 miljoen euro naar het regime van Kagame. Zo probeert Europa zowel Congo als Rwanda te vriend te zijn. Maar dit is volstrekt ongeloofwaardig. Het is hypocriet om tegelijkertijd de Congolese slachtoffers te helpen en het Rwandese regime, dat het conflict aanwakkert, economisch te steunen.

Of is het Europa om grondstoffen te doen?

Of is het misschien omdat Europa de Congolese grondstoffen wil? Rwanda profileert zich vandaag namelijk als een van de grootste exporteurs van mineralen uit de regio, terwijl een groot deel daarvan afkomstig is uit Oost-Congo, vaak via moeilijk traceerbare toeleveringsketens. De wereld en Europa in het bijzonder is sterk afhankelijk van deze Congolese rijkdom voor de energietransitie en elektrische mobiliteit, digitale technologieën, defensie en ruimtevaart.

Niet toevallig werd vorige week de Europese zorgplichtwet ernstig afgezwakt door het Europees Parlement. Die wet moet bedrijven verplichten om de negatieve effecten op mensenrechten en milieu in hun waardeketen, onder andere binnen mijnbouw, te voorkomen. Door de uitholling van de zorgplichtwet komt het zogenaamde op waarden gebaseerde Europese buitenlandbeleid op losse schroeven te staan en probeert Europa China en Amerika achterna te hollen in de rush om mineralen, ook in de Grote Meren-regio.

Enkel een duurzame langetermijnstrategie biedt kansen op vrede, veiligheid en welvaart

Het is onbegrijpelijk dat de bezetting van delen van Oost-Congo en de vele schendingen van mensenrechten geen Europees strategisch debat waard zijn. Op de agenda van het maandelijks overleg van minister Prévot en zijn Europese collega’s ontbreekt ook nu de crisis in Oost-Congo. Als het Europa menens is met zijn buitenlands beleid over de Grote Meren-regio, dan is een coherent duurzaam beleid gebaseerd op mensenrechten en met wederzijds economisch belang, de enige optie. Ons ethisch kompas opzijschuiven zou enkel getuigen van een zwakke kortetermijnvisie. Europa kan wel degelijk een unieke plek binnen de nieuwe geopolitieke orde opeisen, namelijk als betrouwbare partner van Afrikaanse landen en hun bevolking met een coherente en duurzame langetermijnstrategie voor het Afrikaanse Grote Merengebied. Maar dan moet het debat wel eerst gevoerd worden.

Celine Pirard is beleidsmedewerker Congo bij Broederlijk Delen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise