Bert Bultinck

‘Russische drones in Polen: alleen een harde reactie kan Poetin afremmen’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

Nadat minstens negentien Russische drones vorige week het Poolse luchtruim waren binnengedrongen, was er in eigen land verrassend weinig debat. Veel meer dan ze neerschieten kunnen we niet doen, was de consensus. Die lijdzaamheid tegenover het geweld van Poetin is gevaarlijk.

Piepschuim. Dat is het materiaal waarmee de Russische president Vladimir Poetin de laatste dagen het Westen bestookt, en dat is vernuftiger dan je zou denken. De drones die afgelopen week het luchtruim van zowel Polen als Roemenië hebben geschonden waren geen duur high-techmateriaal. De grootste schending van het luchtruim van de NAVO sinds de oprichting van de organisatie meer dan 75 jaar geleden, aldus het Britse blad The Economist, werd uitgevoerd met vliegtuigjes van houten plaatjes en polystyreen, beter bekend als piepschuim.

Lokdrones

Een aantal van de drones – er waren er in totaal minstens 19 in Polen vorige week – zijn van het type Gerbera, een goedkopere versie van de Iraanse Shahed-136-drones die het Russische leger al jaren gebruikt. Volgens de Poolse minister van Buitenlandse Zaken Radoslaw Sikorski konden de drones wel wapens dragen, maar waren ze niet geladen. Het openbaar ministerie van de Poolse stad Lublin beschreef de toestellen die in de buurt zijn neergestort als ‘lokdrones’.

10.000 euro

Toch hadden de NAVO-militairen het er knap lastig mee. Nederlandse F-35’s moesten opstijgen om de tuigjes – tegen een hoge kostprijs – uit de lucht te schieten. Verder werden er F-16’s, een verkenningsvliegtuig, een tankvliegtuig (met twee Belgische militairen) en enkele Duitse Patriotraketten ingezet. Het ontlokte onze minister van Defensie Theo Francken vorige week de laconieke uitspraak dat we ‘een drone van 10.000 euro’ neerhalen met een ‘missile van 500.000 euro’. Francken zegt al lang dat we het belang van drones gruwelijk onderschatten.

Nee, we zijn niet klaar. Zelfs Polen is dat niet, ook al is dat een land dat tientallen miljarden euro’s aan zijn leger spendeert. En we blijven treuzelen. Dat zag je al in de framing van het incident, vlak nadat de drones Polen waren binnengedrongen. Toen gingen er best nog wel wat stemmen op die zich afvroegen of het geen ongeluk was – een mening die later ook door de Amerikaanse president Donald Trump zou worden herhaald.

Metaal tegen metaal?

De Poolse premier Donald Tusk zei dat de Russische drones zijn land dichter bij een oorlog hebben gebracht dan gelijk welk ander moment sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar dat werd meteen afgedaan als stoere retoriek. Bovendien zou de luchtafweer goed gewerkt hebben: het heette dat het Russisch ‘metaal’ (nu ja, schuim dus) werd beantwoord met Europees metaal (geen schuim) – en daarmee klaar. Of zoals militair expert Sven Biscop het formuleerde: ‘Eigenlijk kun je niet veel meer doen dan die drones neerschieten.’

Ook een week later nog worden de Russische dronevluchten minimaliserend een ‘speldenprik’ genoemd.

Stop de bully

Op korte termijn is dat ongetwijfeld zo. Op langere termijn is die lankmoedigheid precies de reactie die Poetin goed uitkomt. Een bully mag je zijn gang niet laten gaan. Alleen een harde reactie kan Poetin afremmen. Premier Bart De Wever zei in een korte reactie na de drones dat we Rusland ‘kreupel’ moeten slaan met sancties. Daarmee schat hij de impact van die sancties te hoog in. We bereiden nu pakket negentien voor, en ondanks de  occasionele hoera-berichten over de moeilijkheden die dat voor Poetin zou opleveren, is daar in Oekraïne nog maar weinig van te merken.

De Wever pleitte er ook voor om Oekraïne nog feller te steunen op het terrein. Dat is al meer realistisch, maar in Europa blijft de daadkracht ver te zoeken. Zullen de officiële Europese toppen, de vele ad-hocconferenties en de informele contacten leiden tot een efficiënte verdediging? Komt er een militair apparaat dat niet wegzinkt in het moeras van verschillende standaarden, formaten, economische belangen en ideologische visies?

Muur van drones

Vorige week gaf Ursula von der Leyen haar steun aan de ‘muur van drones’. Daarmee kwam ze tegemoet aan een oude vraag van landen die ze ‘onze Baltische vrienden’ noemde. Het gaat om een schild van Noorwegen tot Polen, om goedkope Russische aanvallen beter te pareren. De Europese Commissievoorzitter sprak ook over de dronealliantie, een samenwerking van zes miljard euro met Oekraïne. En uiteraard zijn er nog de al eerder aangekondigde leningen ter waarde van 150 miljard euro onder het label ‘Security Action for Europe’ (SAFE).

Maar dat betekent allemaal niet zoveel als de politieke urgentie niet wordt ontwikkeld. Wat ontbreekt, is een leider. Ook een week later nog worden de Russische dronevluchten minimaliserend een ‘speldenprik’ genoemd.

In Litouwen is de sfeer dan toch anders. Daar leren 22.000 burgers deze maand hoe ze drones moeten bouwen. Die hebben geen speldenprik meer nodig.

 

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise