Oezbeekse arbeiders in de bouwsector: ‘Elk land heeft twee gezichten: een voor de eigen mensen, en een voor de migranten’

© Getty Images

Arbeidsmigranten uit Centraal-Azië vinden steeds vaker via Polen hun weg naar België. Ze balanceren tussen hoop en uitzichtloosheid in een systeem dat hen tijdelijk toelaat, maar nauwelijks beschermt. ‘Ik zit hier in een soort schemergebied zonder perspectief.’

Toen hij jong was, had Rasul Radjapov (30) grote dromen. Hij wilde advocaat worden om de corruptie in zijn land, Oezbekistan, te bestrijden. Maar om rechten te mogen studeren, moest hij 30.000 dollar betalen, vertelt hij. En ook daarna zou hij smeergeld nodig hebben om een goede baan te krijgen: het was niet ongebruikelijk om een half jaarsalaris af te staan voor werk. Dat geld had hij niet. De corruptie die hij wilde bestrijden, maakte elke droom onmogelijk. Maar Radjapov gaf niet op. Hij begon meloenen ter kweken en bakstenen te maken, samen met zijn vader en oom. Maar na een tijd zag hij in eigen land geen toekomst meer.

Vandaag zit Radjapov op het terras van een moskee in Zuid-Antwerpen, met een kopje Turkse chai. Zes jaar geleden kwam hij in België aan. Hij had toen al een lange weg afgelegd: via Rusland, Turkije en Polen. Bij iedere verhuizing zoekt hij altijd eerst een luchthaven en een moskee. De imam helpt hem op de nieuwe plek te landen: eerst een job, daarna volgen de papieren. In Polen wist Radjapov een zelfstandige zaak op te starten in de bouwsector. Dat gaf hem de mogelijkheid om legaal in andere EU-landen te werken. Op die manier is hij naar België gedetacheerd. Dat wil zeggen dat hij officieel in Polen werkt, maar tijdelijk in België actief is.

Draaischijf Polen

‘Elk jaar komen er meer Oezbeken naar Nederland en België. Zeker nu Rusland en de Verenigde Staten minder mogelijkheden bieden’ vertelt Bahodir Uzakov uit het Nederlandse stadje Gouda. De Oezbeekse vijftiger kwam in 2008 als politiek vluchteling naar ons buurland. Hij heeft een do‘ppi meegebracht, een traditionele Oezbeekse zwart-wit geborduurde muts. Uzakov is een spilfiguur in de Oezbeekse gemeenschap in Nederland en België, waarvoor hij regelmatig picknicks organiseert met plov, een traditioneel gerecht in zijn land van herkomst. ‘Velen komen via Polen, met een studentenvisum of een Schengenvisum voor een kort verblijf. Nadat hun visum is afgelopen, blijven ze hier om in het zwart te werken.’

Dankzij zijn economische opmars heeft Polen een van de laagste werkloosheidsgraden in de EU. Daardoor zijn Poolse bedrijven vaak aangewezen op buitenlandse werknemers. Dankzij relatief soepele visumregels en de mogelijkheid tot EU-detachering is Polen uitgegroeid tot een draaischijf voor arbeidsmigratie vanuit Oost-Europa en Centraal-Azië. Veel migranten vertrekken vanuit Warschau naar bouwplaatsen in België en Nederland.

In ons land staan volgens Embuild, de Belgische bouwfederatie, structureel 16.500 vacatures open in de bouw- en installatiesector en ondervinden negen op de tien bedrijven moeilijkheden bij rekrutering. In 2024 ontving België meer dan 220.000 gedetacheerde arbeidskrachten. Meer dan een op de vijf kwam van buiten de EU, de zogeheten derdelanders. Hoewel het totale aantal gedetacheerden de laatste jaren vrij stabiel blijft, stijgt het aandeel derdelanders opvallend.

Migratie-expert Gerald Knaus: ‘Binnengrenscontroles zijn zinloos’

Polen speelt daarbij een sleutelrol: het is het belangrijkste zendland voor detachering naar België. Een op de vier gedetacheerden komt er vandaan. Veel Centraal-Aziaten, zoals Radjapov, worden er administratief aangeworven om vervolgens in België aan de slag te gaan. ‘De zoektocht van West-Europese bedrijven naar goedkope en bereidwillige arbeidskrachten trekt steeds verder oostwaarts’, zegt Tom De Vroe van Myria, het Federaal Migratiecentrum. Hij ziet dat steeds meer mensen uit Centraal-Aziatische landen zoals Oezbekistan via Polen onze arbeidsmarkt betreden.

Niet verzekerd

We ontmoeten Timur* (35) in een keurig park nabij zijn woonst, in de buitenwijken van Warschau. Timur besloot in 2023 om Oezbekistan te verruilen voor Polen. ‘Ik ben opgeleid als ingenieur, maar kon in Oezbekistan geen werk vinden en hoopte op betere kansen in Europa.’ Hij kreeg via een Pools bedrijf een werkvergunning, maar toen hij negen maanden later eindelijk aankwam, was de beloofde baan al verdwenen. ‘Ze vertelden dat ik naar Denemarken moest, dat ze daar wél werk voor me hadden. Ik schrok nogal, daar had ik me niet op voorbereid.’

In Denemarken werd hij door het Poolse bedrijf geplaatst op een melkboerderij. ‘Het was zwaar werk, ik moest in mijn eentje elke dag 600 koeien melken. Ik verdiende acht euro per uur.’ Na twee maanden kreeg Timur een ongeluk op zijn werk, hij werd omvergelopen door een koe en raakte gewond aan zijn been. ‘Ik kon niet meer werken, maar ik bleek niet verzekerd dus ik kon ook niet naar een dokter.’ Hij keerde terug naar Polen en werd geplaatst op een bouwplaats. ‘Ik woonde met drie mensen op een kamer. Alles was oud en vies, er was geen wc en geen verwarming. Ik moest twaalf uur per dag werken en het loon was slecht. Na twee weken zeiden ze dat er geen werk meer was en werd ik ontslagen. Ze hebben me slechts een deel van mijn loon betaald, maar ik kon daar niets tegen doen.’

Met zijn baan verloor Timur ook zijn werkvergunning. Hij probeerde overal nieuw werk te vinden, maar hij vond geen bedrijf bereid om voor hem opnieuw die benodigde documenten aan te vragen. Nu verblijft Timur illegaal in Polen. Hij werkt af en toe als afwasser of in de bouw, ‘het is gemakkelijk om illegaal aan werk te raken’. Dat doet hij om zichzelf en zijn familie in Oezbekistan te onderhouden. Maar hij is bang voor de arbeidsinspectie. Ook durft hij niet terug naar Oezbekistan, uit angst voor repercussies bij de grenscontrole. Timurs familie weet van niets. ‘Zij hebben genoeg aan hun eigen problemen, ik wil ze niet ook nog met de mijne opzadelen.’

In Polen heeft hij op een paar kennissen na geen vrienden, niemand die hem kan helpen. Voor een jurist die hem wegwijs kan maken in de Poolse bureaucratie heeft hij geen geld. Timur ziet geen uitweg. ‘Ik wil werken, ik wil belasting betalen, ik heb een goede opleiding, maar nu zit ik hier in een soort schemergebied zonder enig perspectief.’

Oplichters

Misleidende praktijken zoals die waarvan Timor het slachtoffer werd, zijn verre van uitzonderlijk. Op het internet zijn oplichters alomtegenwoordig. Het is niet ongebruikelijk dat bedrijven via Facebook, Telegram of Instagram geld vragen om mensen naar Europa te halen. ‘Oezbeken zijn het gewend voor alles te betalen, waardoor ze niet doorhebben dat het om scams gaat. Ik heb vrienden die hun auto hebben verkocht, om nadien niets meer van het bedrijf te horen’, vertelt een Oezbeek in Warschau ons.

Dat Timur meteen naar Denemarken werd gestuurd, is onwettelijk. Volgens de EU-regels mag een werknemer alleen worden gedetacheerd vanuit een ander EU-land, zoals Polen, als er een reële arbeidsrelatie bestaat met de werkgever in dat land. In de praktijk betekent dit dat de werknemer doorgaans eerst in het zendland moet zijn tewerkgesteld, voordat hij naar een ander EU-land kan worden uitgezonden.

Agnieszka Kosowicz van het Pools Migratieforum, een humanitaire organisatie die met migranten en vluchtelingen werkt, bevestigt de praktijken en stelt vast dat de markt voor irregulier werk in Polen groeit. Ze wijt het aan een combinatie van administratieve rompslomp en een gigantische roep om werkkrachten. Het verhaal van Timur toont hoe kwetsbaar detachering maakt: werk- en verblijfsvergunning zijn gekoppeld aan één werkgever. Het Pools Migratieforum pleit voor het koppelen van rechten aan een sector in plaats van aan een werkgever, om misbruik te voorkomen. Het verbaast haar niet dat Timur niet naar Oezbekistan terug wil. ‘Als je emigreert, doe je dat voor kansen, voor een toekomst en dromen. Waarom zou je die droom dan zomaar opgeven?’

Grote bedrijven

Toen Radjapov zes jaar geleden vanuit Polen naar België kwam, werkte hij voor een Turkse onderaannemer tegen 50 euro voor een lange dag werk. ‘De norm was toen twee euro per uur in Polen, vijf euro per uur in België.’ Ondertussen heeft hij zich opgewerkt. Tot voor kort had hij zelfs tien gedetacheerden in dienst. Hij legt vloeren, installeert badkamers, herstelt daken. Al wat hij doet, heeft hij zelfstandig geleerd via YouTube. ‘Op de werf zie ik eerst hoe je het vooral niet moet doen. ‘s Avonds verdiep ik me dan in wat ik de volgende dagen zal moeten doen. YouTube is mijn beste vriend.’

Hij stuurt me een filmpje waarin hij over de door hem gerenoveerde daken wandelt. ‘Op sommige dagen hou ik van plekken ver weg van mensen.’ Geregeld komt hij opdrachtgevers tegen die proberen om het vooraf afgesproken bedrag niet te betalen.

In het café in de Antwerpse moskee neemt Radjapov een muntstuk van twee euro en draait het rond tussen zijn vingers. ‘Elk land heeft twee gezichten: een voor zijn eigen mensen, en een voor migranten.’ Zelden betalen opdrachtgevers hem een correct bedrag voor zijn werk, vindt hij. Grote bedrijven zijn het grootste probleem. Als hij discussieert over het bedrag, krijgt hij te horen dat ze arbeiders uit Centraal-Azië onmogelijk evenveel kunnen betalen als een Belg. De tien arbeiders die hij in dienst had, heeft hij allemaal weer moeten laten gaan. De sociale bijdragen waren te hoog. De lage prijzen die hij kreeg, maakten correcte betaling onmogelijk. Die praktijken druisen in tegen het wettelijk vastgelegde principe dat gedetacheerde werknemers recht hebben op dezelfde beloning als lokale werknemers voor hetzelfde werk op dezelfde plaats.

Onderaanneming

Alex* (33), een belarus met een bouwbedrijf in Polen dat al vele jaren opdrachten in ons land uitvoert, bevestigt dat het ook voor hem nog altijd moeilijk blijft om correct betaald te worden. Hij heeft een kalme, zachte uitstraling en mediteert elke dag een uur. ‘Het is hard werken om in de bouwsector stressloos te zijn.’ Als kind moest Alex zijn moeder helpen met het kweken van groenten die ze op de markt verkocht. ‘Toen haatte ik het, nu ben ik mijn moeder dankbaar voor al wat ze me geleerd heeft.’

Hij heeft een bedrijf gespecialiseerd in interieurwerken en werkt meestal in onderaanneming van kleine Belgische bouwbedrijven. Hij stelt een twintigtal gedetacheerden tewerk. In het begin overtrad hij zelf de regels, uit onwetendheid. Die sociale fraude ziet hij sindsdien alleen maar toenemen. ‘Er komen steeds meer nieuwe bedrijfjes in de sector, die onder de prijs gaan. Ze kunnen dat doen omdat ze niet op een correcte manier werken. Het is gebruikelijk om arbeiders officieel zeven euro per uur te betalen, en de rest cash bij te passen. Zo betaal je lagere belastingen. Of om mensen op zondag te laten werken zonder dubbel te betalen. Het is een win-winsituatie: Belgische bedrijven hebben deze arbeiders nodig en willen hen zo veel mogelijk laten werken, en derdelanders willen zo veel mogelijk uren kloppen.’

Het is niet noodzakelijk slechte wil, volgens Alex. ‘Als ik collega’s uitleg hoe de Belgische regelgeving werkt, worden ze lijkbleek en laten ze er hun slaap voor.’ Jowita Sokolowska, managing director van het West-Vlaamse bedrijf Payroll Planet, bevestigt dat onderaannemers het niet altijd slecht voorhebben. ‘We hebben een complexe wetgeving en ze zijn vaak onvoldoende geïnformeerd.’

Permanente tijdelijkheid

Detachering is in de kern bedoeld om tijdelijke behoeften aan arbeidskrachten op te vangen. Is het echt zo dat mensen ergens een bepaalde periode werken, en dan weer terugkeren naar huis? Radjapov is al zes jaar in ons land, met onderbrekingen in Polen en Berlijn. En ook Alex’ werknemers werken vele jaren in België.

Dries Lens, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen, spreekt van een ‘permanente tijdelijkheid’. Een op de vijf detacheringen van derdelanders duurt langer dan drie maanden. En een op de vijf van die werknemers komt herhaaldelijk terug binnen een periode van drie jaar. ‘Detachering is minder tijdelijk dan vaak wordt gedacht. Na drie maanden zouden derdelanders zich moeten inschrijven bij de gemeente, maar in de praktijk gebeurt dat zelden. Heel wat gedetacheerde werknemers werken en verblijven hier langdurig maar vestigen zich niet officieel. Ze blijven zo administratief onzichtbaar.’

Detachering zal nog populairder worden, omdat de Vlaamse regering een rem zet op arbeidsmigratie. De Vlaamse regering heeft een aantal concrete plannen om arbeidsmigratie in te perken. De focus komt te liggen op midden- en hooggeschoolden. Voor laaggeschoolden mikt men op Vlaamse werkzoekenden.

Eigen werkvolk eerst? Zuhal Demir (N-VA) wil minder arbeiders van buiten Europa

De maatregelen moeten misbruik tegengaan, maar volgens Lens kunnen ze net het omgekeerde effect hebben. ‘De beroepen waarin vandaag vaak laaggeschoolde arbeidsmigranten mét een Belgische arbeidsvergunning actief zijn, zijn beroepen die ook via detachering worden ingevuld. Het gaat vaak om jobs waarvoor we in België, en ruimer in Europa, nog maar moeilijk mensen vinden.’

Zowel hij als Tom De Vroe waarschuwt: wie arbeidsmigratie beperkt, duwt bedrijven richting detachering. ‘Voor klassieke arbeidsmigratie gelden strikte regels’, stelt Lens. ‘Zo moet er voor laaggeschoolde functies een arbeidsmarktonderzoek gebeuren. Maar als werkgevers uitwijken naar detachering, verlies je die hefboom. Vacatures worden dan niet langer geregistreerd, er is geen contact meer met VDAB, en dus ook minder administratieve controle. Tegelijkertijd is detachering net moeilijker te controleren, waardoor het risico op sociale fraude en misbruik toeneemt.’

Geen cash loon

Sommige EU-landen kiezen bewust voor een andere aanpak. Duitsland probeert vakmensen van buiten de EU aan te trekken via een versoepelde arbeidsmigratiewet. Tegelijkertijd heeft het detachering beperkt in risicosectoren zoals de vleesverwerking. Ook Malta heeft enkele opvallende maatregelen genomen om tussenpersonen en detacheringsbureaus beter te reguleren. Ze vallen zo onder strengere voorwaarden, met duidelijke sancties bij overtreding, en cash loonbetalingen zijn verboden. ‘Elk land ontwikkelt zijn eigen model’, zegt Cosmin Boiangiu, executive director van de European Labour Authority (ELA). Die Europese instantie ondersteunt grensoverschrijdende inspecties en probeert goede praktijken te verspreiden. ‘We zien dat het probleem zich verplaatst: waar de ELA oorspronkelijk werd opgericht om arbeidsmobiliteit van Oost- naar West-Europa beter te laten verlopen, zien we nu een groeiend en vaak complex probleem met arbeidsmobiliteit van buiten Europa.’

Diepvriesfrieten

Ondanks zijn zes jaar in België heeft Rasul Radjapov geen idee waar hij morgen zal zijn. Het wordt voor hem steeds moeilijker om aan de voorwaarden te voldoen – zowel in Polen als in België wordt de regelgeving strikter gehandhaafd. Hij blijft dromen: van de vele landen die hij nog wil zien en van een handel die hij wil opzetten.

Bart De Wever (N-VA) spreekt van ‘bébés-papiers’, maar wie zijn dat?

Hij houdt een ‘geheim schrift’ bij, waarin hij de prijzen van goederen in Oezbekistan en België noteert, en zakenkansen detecteert. Op zijn gsm toont hij me een filmpje van diepvriesfrieten die in een fabriek van een transportband rollen, ‘een pak van die frieten zou me in België een euro kosten, in Oezbekistan worden ze voor vier euro verkocht.’ Hij scrolt verder naar een foto van een grote vrachtwagen. ‘Als ik ze zo transporteer, kan ik ze gemakkelijk voor twee euro in Oezbekistan verkopen.’

Hij legt zijn gsm voor zich neer en volgt met zijn hand de omtrek ervan. ‘De meeste mensen leven altijd in eenzelfde kamer: gaan werken, weer naar huis, gaan slapen, en weer opnieuw. En terwijl hebben ze veel geld op een rekening staan.’ Hij vertelt hoe hij in een hotel in België beroofd werd van al het geld dat hij had. Nul euro op zak en evenveel op zijn bankrekening. Een week leefde hij op straat, zonder eten. ‘Enkel ik weet welke ontberingen ik in mijn leven al heb doorstaan. Maar ik heb tenminste geleefd.’

*Timur en Alex zijn pseudoniemen. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.
Dit artikel werd gerealiseerd met medewerking van Hester den Boer en Ingrid Gercama, en de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek. 

Lees meer over:
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise