Professor Herman Matthijs staat stil bij de uitslag van de Nederlandse verkiezingen: ‘Het links-liberale D66 is de grote winnaar, en dat met 26 zetels’
Twee jaar na de vorige stembusslag, konden de Nederlandse kiezers opnieuw stemmen voor de 150 zetels in de Tweede kamer. Hieronder volgt een analyse van de uitslag in tien punten.
1. De peilingen zaten er nog maar eens naast. Want een podium bestaande uit D’66, de PVV en de VVD, dat was helemaal niet voorspeld. Bovendien waren de zorgen over de opkomst niet relevant. 78,4 procent van de kiesgerechtigden zijn gaan stemmen, en dat is iets meer dan in 2023. Deze hoge opkomst heeft niet in het voordeel gespeeld van Geert Wilders en zijn PVV. De kiezers waren zeker gemotiveerd.
2. Wie breekt, die betaalt en de PVV doet dit met een verlies van 37 naar 26 zetels. Maar ook het NSC verliest zowaar alle 20 zetels en de BBB valt terug van 7 naar 4 zetels in de Tweede kamer. Enkel de VVD kan zich handhaven met een verlies van 2 zetels naar 22.
3. Het links-liberale D66 is de grote winnaar, en dat met 26 zetels (plus 17). Het is het beste resultaat aller tijden van deze partij met fractieleider Rob Jetten. Met 16,7 procent van de stemmen (plus 10,4 procent) en ongeveer 1.725.000 stemmen is dit nu de grootste partij in Nederland. De PVV volgt met zowat 1.500 stemmen minder als tweede. Daarna volgen de rechts-liberale VVD (14,1 procent), het links kartel (12,5 procent) en het CDA (11,7 procent). Dat zijn de enige vijf partijen die over het miljoen stemmen halen. Met 5,2 procent van de stemmen volgt dan het conservatief-liberale JA21. Al de andere partijen scoren onder de Belgisch-Vlaamse kiesdrempel van 5 procent. Volt haalt met 1,1 procent van de stemmen of 110.000 stemmen één zetel. Grote verliezer is het NSC, dat zakt van 12,9 procent naar 0,4 procent en haalt nog slechts 38.400 stemmen.
4. Links heeft er niet veel van gebakken, want de optelsom van deze partijen (GroenLinks-PvdA, SP, DENK, VOLT en de PDD) gaat van 38 naar 30 zetels. Vooral de electorale afgang van het kartel GroenLinks-PvdA (van 25 naar 20 zetels) was niet voorspeld. En wat na het onmiddellijke ontslag van Frans Timmermans? Gaat Jesse Klaver zijn positie overnemen? Hij behoort tot GroenLinks, is dat aanvaardbaar voor de sociaaldemocraten? Dit kartel is zeker geen succes, en de vraag luidt of het nu dan nog wel tot een fusie gaat komen. De PvdA had beter in het nabije verleden toenadering gezocht tot D66.
5. De christelijke partijen (CDA, CU, SGP , BBB en het NSC) gaan van 38 naar 27 zetels. Weliswaar is er het mooie resultaat van het CDA (van 5 naar 18 zetels), maar Henri Bontenbal eindigt daarmee maar vijfde, en gaat niet over de psychologische grens van de 20 zetels. Wat hier opvalt, is vooral de complete verdwijning van het NSC, en dat na één verkiezing.
6. De drie liberale partijen (D66, VVD en JA21) gaan samen van 34 naar 57 zetels. De rechts-liberale regeringspartij VVD verliest amper twee zetels, het links-liberale D66 gaat er 17 op vooruit en het conservatief liberale JA21 wint er acht zetels bij. Jetten staat in pole position voor het Catshuis, en dat na een flitsende positieve campagne, waarin hij zich gedroeg als Mark Rutte.
7. Op rechts verliest de PVV elf zetels, maar dat is dan wel nog het tweede beste resultaat aller tijden voor Wilders zijn partij. Geert Wilders is 62 jaar en heeft geen kroonprins om hem aan het hoofd van de partij op te volgen. Dus stelt zich de vraag wat er na hem met de PVV zal gebeuren? Ook op rechts is er de winst van het Forum voor Democratie (van 3 naar 7 zetels). Waarschijnlijk zal het verlies van de PVV grotendeels naar het Forum en JA21 zijn gegaan.
8. De sleutel voor de regeringsformatie ligt bij VVD fractieleidster Dilan Yesilgöz. Inderdaad, men heeft haar nodig voor het zogenaamde midden kabinet met vier (D66, links kartel, CDA en de VVD) alsook voor het centrumrechtse kabinet (D66, CDA en de VVD met andere…). Bovendien moet de VVD zich niet haasten, want deze partij domineert de regering in lopende zaken met de BBB.
9. En Vlaanderen? Op basis van deze Nederlandse uitslag zal er niet onmiddellijk animo zijn bij onze drie linkse partijen en ook niet bij bij de christendemocraten om naar verkiezingen te gaan. Vooral de liberaal geïnspireerde partijen kunnen wel wat leren uit de Noordelijke Nederlanden.
10. Wat ook opvalt is dat de Nederlandse steden eerder links stemmen (GroenLinks-PvdA, D66) terwijl de gemeenten meer voor het midden stemden (D66, VVD, CDA, PVV) en op het platteland stonden het CDA, de SGP, de VVD en de PVV aan kop. Die tegenstellingen zullen zeker wegen op de regeringsonderhandelingen. Daarnaast zal er nog veel gepraat moeten worden over de andere op te lossen dossiers in Nederland: huisvesting, migratie, de zorg, defensie, veiligheid , energie en vele andere.
Conclusie
Het kabinet-Schoof met de VVD en de BBB gaat nog een tijd de lopende zaken mogen behartigen. Want in maart 2026 volgen er al de lokale verkiezingen en wie zal daarvoor echt willen toegeven?
D’66 leider Rob Jetten heeft maar twee mogelijkheden: een midden-kabinet met vierpartijen, of een coalitie langs rechts en dat zonder GroenLinks PvdA. Maar de sleutel ligt, onverwachts, bij de enige vrouwelijke lijsttrekster van de grote partijen: VVD fractieliedster Dilan Yesilgöz.