Wouter Beke (CD&V)

‘Minecraft op het hoogste niveau: wat doet Europa in de race naar grondstoffen?’

Wouter Beke (CD&V) Europees parlementslid voor CD&V en voorzitter van de Europese Beweging in België
Fabrice Pothier CEO Rasmussen Global

Met de ReSourceEU-strategie komt de Commissie deze week met een nieuw initiatief om de toegang tot kritische grondstoffen te verbeteren. ‘De hoogste tijd, want terwijl China zijn dominante positie in de aanvoerketens voor kritieke grondstoffen steeds openlijker inzet als geopolitiek drukmiddel, haasten Trump en de zijnen zich rond de wereld om nieuwe deals te forceren. Europa kan zich geen aarzeling meer permitteren. Wie zijn welvaart en concurrentiekracht wil behouden, moet op een gegeven moment ook gewoon doorpakken’, schrijven Wouter Beke en Fabrice Pothier.

Kritieke grondstoffen zijn de onzichtbare ruggengraat van het moderne leven. Zonder deze materialen geen defensie, geen elektrische wagens, geen windmolens, geen MRI-scanners, zelfs ons digitale leven zou abrupt tot stilstand komen. Europa’s toekomst hangt dus af van de toegang tot precies die grondstoffen die anderen nu als machtsinstrument inzetten.

Net als in het populaire spel Minecraft, waarbij elke speler moet overleven door overdag voldoende grondstoffen te verzamelen om zich ’s nachts te beschermen tegen haar vijanden, wordt onze wereldeconomie ook steeds meer door deze bouwstenen geregeerd.

En toch staat Europa erbij alsof het verrast is. China beheerst grote delen van de wereldwijde mijnbouw, raffinage en verwerking. Eén enkele exportbeperking en hele Europese sectoren kunnen instorten, met honderdduizenden banen die meebewegen in die geopolitieke schokgolf. En Peking heeft allang laten zien dat het bereid is die hefboom effectief te gebruiken.

Lessen die Europa niet wilden leren

De waarschuwing kwam al in 2010, toen China de export van zeldzame aardmetalen naar Japan plots stopzette. Japan was voor 90 procent afhankelijk, een schok die het land dwong tot drastische diversificatie. Dertien jaar later was die afhankelijkheid teruggebracht tot 60 procent en was het verbruik gehalveerd. Europa daarentegen? Dat heeft die sense of urgency nooit echt weten op te brengen.

Ja, er zijn stappen gezet. De Critical Raw Materials Act uit 2024 zette ambitieuze doelen neer voor ontginning, verwerking, recycleren en diversificatie. Er zijn zestig strategische projecten gelanceerd, waaronder twee in ons land, waarbij Umicore aan de slag gaat met germanium. De NAVO ziet inmiddels ook in dat grondstoffenzekerheid een veiligheidsdossier is. En twaalf bondgenoten hebben afgesproken samen te werken aan gezamenlijke aankoop, opslag en recyclage.

Maar Europa staat nog altijd mijlenver af van strategische weerbaarheid. De productie en raffinage blijven achter op de vraag. De batterijsector haalt de doelen uit de CRMA niet. Voor materialen zoals gallium en grafiet blijft Europa vrijwel volledig afhankelijk van import, en vooral van China. De kloof tussen ambities en realiteit groeit sneller dan men in Brussel lief is.

Een kwetsbaarheid die elk jaar groter wordt

2025 maakte pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar die positie is. In april voerde China nieuwe exportbeperkingen in op grondstoffen die cruciaal zijn voor de Europese defensie-, energie- en auto-industrie. Peking vroeg bovendien om productiegegevens en klantenlijsten, een eis waar bedrijven terecht spontaan koude rillingen van kregen. Zelfs na een akkoord tussen de EU en China in juli bleven de leveringen haperen. Bedrijven moesten plannen maken voor productieverlaging. In oktober volgden alweer nieuwe controles op zeldzame aardmetalen en lithiumbatterijen.

De opluchting toen de VS een tijdelijke opschorting wist te regelen, was bijna groter dan de paniek die eraan voorafging, en onthulde een ongemakkelijke waarheid: Europa leunt enerzijds op China voor zijn bevoorrading en anderzijds op Washington om Peking in toom te houden.

Die dubbele afhankelijkheid is gevaarlijk. President Trump heeft kritieke grondstoffen tot speerpunt van zijn buitenlandbeleid gemaakt, vaak zonder rekening te houden met bondgenoten. Amerikaanse druk op Groenland, Congo, Oekraïne, Japan en Australië laat een patroon zien: Washington jaagt vooral op zijn eigen strategische voordeel, Europa speelt slechts een bijrol. En waar de grote spelers zich strategisch hergroeperen, blijft Europa met halve maatregelen achter.

Eens de volgende schok komt – en die volgt onvermijdelijk – wie zal dan klaarstaan om onze industrie te redden? ReSourceEU komt dus precies op tijd, maar het moet wel meer zijn dan louter een beleidsstuk met mooie woorden.

Partnerschappen, productie én recyclage: de echte test voor Europa

De oplossing begint met stevige partnerschappen met betrouwbare landen in Afrika, Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika. Chili levert nu al het grootste deel van Europa’s geraffineerde lithium. Nieuwe mijnen doen er meer dan tien jaar over om operationeel te worden; partnerschappen zijn dus de snelste weg naar zekerheid. De EU beschouwt Oekraïne en de EER-landen al als quasi-lidstaten voor defensieprojecten, waarom zouden betrouwbare partners als Groenland, Australië en Chili dan geen vergelijkbare toegang krijgen tot Europese financiering? In geopolitieke tijden van polyamorie moet je immers ook je nieuwe geliefden goed behandelen.

Daarnaast moet Europa zélf meer produceren en raffineren. Dat vraagt om gericht investeren, nieuwe technologieën en duidelijk financieel voordeel. Snellere vergunningen, voorspelbare regels, betaalbare energie, betere classificaties voor strategische materialen. Zonder dat alles blijft Europa dweilen met de kraan open. We moeten producten die Europese grondstoffen of die van gelijkgestemde landen gebruiken actief ondersteunen. Zo niet, dan gaat het kapitaal doodleuk naar landen waar de businesscase wél werkt.

Recyclage moet tot slot ook een centrale rol krijgen. Circulariteit en strategische voorraden vervangen importen niet volledig, maar ze maken Europa minder kwetsbaar voor de grillen van geopolitieke grootmachten. De kennis is er, Europa is technisch sterk in het recycleren van geavanceerde materialen. ReSourceEU moet die kracht opschalen.

Grondstoffenzekerheid als Chefsache

Daarmee komen we bij de essentie: grondstoffenzekerheid is geen technocratisch beleidsterrein meer. Het is strategisch beleid en chefsache. Het raakt de kern van de Europese Unie en bepaalt of we nog kunnen innoveren, onszelf verdedigen en klimaatdoelen halen. Zonder toegang tot kritieke materialen verliezen we niet alleen onze concurrentiekracht, maar ook onze politieke autonomie. Game over, met andere woorden.

Het nieuwe initiatief van de Commissie moet dat nieuwe tijdsbesef weerspiegelen. Het geloof dat wereldmarkten vanzelf wel leveren wanneer we het vriendelijke vragen, is ingestort. Meer dan ooit zijn deze bouwstenen van onze economie de inzet van wereldwijde competitie. En daar moet Europa zichzelf beter op voorbereiden. Want als Europa nu handelt, kan het zijn eigen welvaart veiligstellen. Wacht het te lang, dan wordt onze toekomst geschreven in Peking en Washington. Niet in Brussel.

Wouter Beke is Europees parlementslid voor CD&V.

Fabrice Pothier is CEO van consultancybedrijf Rasmussen Global.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise