Op vrijdag 11 juli heeft Duits bondskanselier Friedrich Merz weer zijn vel gered, schrijft Dirk Rochtus. ‘Duitsland begint meer en meer begint te lijken op België, de meester van politieke spitsvondigheden.’
De verkiezing van rechters voor het Bundesverfassungsgericht, het Grondwettelijk Hof van de Bondsrepubliek, baart doorgaans weinig opzien. Deze keer was dat anders. Het Duitse politieke wereldje stond op zijn kop. De Bondsdag, het federale parlement, moest stemmen over de kandidatuur van drie rechtsprofessoren. De ‘Union’, het kartel van de christendemocratische partijen CDU en CSU, droeg één mannelijke kandidaat voor. De sociaaldemocratische SPD stelde twee vrouwen voor. Bij een van hen wrong het schoentje.
Controverse rond Brosius-Gersdorf
Frauke Brosius-Gersdorf, professor aan de universiteit van Potsdam, ligt moeilijk bij het conservatieve deel van de Union. Zo stelt ze dat de hoofddoek bij juristen in opleiding niet indruist tegen de neutraliteitsplicht van de staat. Nog meer weerstand roept haar visie op abortus op. Ze verklaarde: ‘De waardigheid van de mens geldt pas vanaf de geboorte.’
Dat botst met het eerste artikel van de Duitse Grondwet, waarin de onaantastbaarheid van de menselijke waardigheid wordt gewaarborgd. Het relativisme in haar uitspraak maakt Brosius-Gersdorf tot een controversieel figuur. Niettemin wilde de SPD haar afvaardigen naar het Grondwettelijk Hof in Karlsruhe.
Om de achterban gerust te stellen, sloot de Union een compromis: Brosius-Gersdorf zou geen vicevoorzitter van het Hof worden en dus ook niet in aanmerking komen om over vijf jaar voorzitter te worden. Daarmee leek de kous af.
Onrust in de Union
Tijdens het parlementair debat vroeg Beatrix von Storch (AfD) aan kanselier Merz of hij deze keuze kon verzoenen met zijn geweten. Merz antwoordde laconiek: ‘Ja.’ Dat kwam bijzonder koel over, aangezien de discussie draaide rond de bescherming van het ongeboren leven.
De partijbasis reageerde furieus. Er stroomden talloze woedende e-mails binnen, en een vijftigtal Union-parlementsleden gaf te kennen niet voor Brosius-Gersdorf te zullen stemmen. Zij hadden gehoopt dat Merz na het tijdperk-Merkel opnieuw het christelijke profiel van de Union zou aanscherpen.
Voor de verkiezing van een rechter aan het Grondwettelijk Hof is een tweederdemeerderheid vereist. Zelfs met de steun van de Groenen kon de regeringscoalitie die drempel niet halen. Merz en zijn SPD-collega Lars Klingbeil waren dus ook afhankelijk van de stemmen van Die Linke, de opvolger van de communistische partij van de DDR.
Een goocheltruc als uitweg
Maar de Union beschouwt de standpunten van Die Linke als onverenigbaar met de hare. Op de AfD hoefde de coalitie evenmin te rekenen: Brosius-Gersdorf had zich eerder uitgesproken voor een mogelijk verbod van die partij. Zonder tweederdemeerderheid zou de stemming automatisch worden overgenomen door de Bondsraad, wat een gezichtsverlies zou betekenen voor zowel parlement als regering.
Op het nippertje haalde Merz een goocheltruc uit de kast. De Union stelde dat Brosius-Gersdorf zich in haar doctoraat mogelijk aan plagiaat had bezondigd, en dat dit eerst onderzocht moest worden. In overleg met SPD en Groenen werd beslist de stemming uit te stellen.
Het is niet de eerste keer dat Merz zich van zulke politieke kunstgrepen bedient. In maart liet hij de oude Bondsdag stemmen over het opheffen van de schuldenrem, omdat hij met de nieuwgekozen Bondsdag geen meerderheid meer zou halen. Op 6 mei liet hij zich op dezelfde dag in een tweede ronde tot kanselier verkiezen met de steun van Die Linke.
Erosie van stabiliteit
Ook de jongste wending in het dossier-Brosius-Gersdorf draagt bij aan de indruk dat Duitsland onder Merz meer en meer begint te lijken op België, de meester van politieke spitsvondigheden. De Bondsrepubliek gold ooit als stabiel, maar de politieke onrust neemt toe.
De regering slaagt er niet in greep te krijgen op thema’s als economie en migratie. Zelfs de benoeming van een opperrechter bracht de coalitie bijna aan het wankelen. Merz beweegt zich graag op het internationale toneel, maar zou zich beter toeleggen op binnenlandse aangelegenheden. Meer afstand tot SPD en Groenen is daarbij essentieel. Hij kreeg op 23 februari immers een duidelijk mandaat van bijna één derde van de kiezers.
Dirk Rochtus doceert Duitse geschiedenis en internationale politiek aan KU Leuven/Campus Antwerpen.