Als de politiek vastloopt, moeten we laten zien dat we buiten de bekende lijnen durven te denken.
In New York voltrok zich vorige week een symbolische aardverschuiving. Tijdens de VN-top besloten een aantal landen – onder meer Frankrijk, België, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Canada – Palestina officieel te erkennen. Daarmee komt de teller uit op 156 van de 193 lidstaten van de VN. Het is een overweldigende meerderheid die Israël steeds verder in het diplomatieke defensief dringt.
Maar terwijl een groot deel van de wereld een Palestijnse staat omarmt, zegt de Israëlische premier Netanyahu zonder blikken of blozen: ‘Er zal geen Palestijnse staat komen.’ En de feiten op het terrein lijken hem gelijk te geven. Sinds de Oslo-akkoorden van 1993 is het aantal kolonisten op de Westoever gestegen van 150.000 naar bijna 800.000. Met elke nieuwe nederzetting wordt de tweestatenoplossing niet alleen onwaarschijnlijker, maar ook praktisch onmogelijk.
De klassieke horizon – Israël en Palestina naast elkaar, gescheiden door grenzen – is dus de facto dood. Als de politiek vastloopt, moeten we buiten de bekende lijnen durven te denken. Misschien is het tijd om het idee van een Midden-Oosten Unie te onderzoeken. Niet een tweestatenoplossing naast elkaar, maar een meerstatenoplossing mét elkaar: Israël, Palestina, Jordanië, Libanon en op termijn misschien Egypte en andere landen.
Onmogelijk? Dat klonk ook toen Robert Schuman in 1950 voorstelde om gezworen vijanden Frankrijk en Duitsland samen te brengen in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Landen die elkaar generaties lang hadden afgeslacht, kozen ervoor hun economieën te verstrengelen. De kolen en staal die oorlog mogelijk maakten, werden de grondstof van vrede. Uit dat ondenkbare experiment groeide de Europese Unie, het meest succesvolle vredesproject van de moderne tijd.
Het Midden-Oosten verdient eenzelfde horizon. Want zolang Israël en Palestina gevangen blijven in een logica van muren en checkpoints blijft geweld de enige valuta. Een Unie zou dat kunnen doorbreken met gezamenlijke veiligheidsafspraken, economische integratie en wederzijdse afhankelijkheid.
De erkenning door 156 landen is meer dan een diplomatiek gebaar, het is een signaal dat de wereld klaar is om een nieuwe koers uit te stippelen. De vraag is of Israël en Palestina, en hun buren, de moed hebben om de stap te zetten.
Europa heeft die moed ooit getoond. Het liet zien dat muren, hoe onwrikbaar ook, kunnen vallen. Dat vijanden partners kunnen worden. Dat geschiedenis geen noodlot is. Misschien is het tijd dat het Midden-Oosten diezelfde les leert.