De Europese Commissie wil dat de Europese Unie met een antidwanginstrument wordt uitgerust. Dat is een juridisch instrument waarmee ze zich wil kunnen verdedigen tegen economische intimidatie door landen van buiten de EU. ‘Het voornaamste doel is afschrikking, maar we beschikken nu ook over andere middelen als we gedwongen worden om actie te ondernemen’, zegt commissaris voor Handel Valdis Dombrovskis.
In het kader van de toenemende geopolitieke spanningen van de voorbije jaren, komt het steeds vaker voor dat handel als wapen wordt gebruikt. Zo heeft China enkele dagen geleden nog maar economische sancties getroffen tegen Litouwen omdat het land aan Taiwan – dat in China als een afvallige provincie beschouwd wordt – de toestemming heeft gegeven een diplomatieke post te openen in hoofdstad Vilnius.
Op vraag van Litouwen, andere lidstaten die reeds het slachtoffer werden van economische dwang door derde landen én het Europees Parlement, stelt de Commissie nu voor dat de EU zichzelf een antidwanginstrument aanmeet. Het moet Europa en de lidstaten in staat stellen snel en doeltreffend te reageren op economische intimidatie en zich op het wereldtoneel beter te verdedigen. Het doel is te voorkomen dat landen handel of investeringen beperken of ermee dreigen dat te doen om Europa of een van zijn lidstaten tot politieke bochten te dwingen, bijvoorbeeld op het vlak van klimaatbeleid, fiscaal beleid of voedselveiligheid. ‘Het instrument is ontworpen om te de-escaleren’, luidt het in het Berlaymontgebouw.
Als er economische dwang dreigt of als dat reeds het geval is, zal de EU eerst proberen om via dialoog een oplossing te vinden. Pas als dat niets oplevert, zijn tegenmaatregelen een optie – als laatste redmiddel. Deze zullen door de Commissie via een uitvoeringsbesluit genomen kunnen worden, waarbij de lidstaten weliswaar moeten worden geraadpleegd. Die manier van werken biedt de noodzakelijke flexibiliteit en snelheid, is de analyse van de Commissie.
Eventuele tegenmaatregelen zullen volgens Dombrovskis te allen tijde ‘evenredig, proportioneel en conform het internationaal recht’ zijn. Het kan bijvoorbeeld gaan om het opleggen van douanerechten, het beperken van de invoer uit het land in kwestie, beperkingen op diensten of investeringen, tot het beperken van de toegang tot de Europese interne markt en het opschorten van Europese financiële steun. Geraakt het conflict opgelost, dan kunnen de maatregelen meteen stopgezet worden.
China
Als de Europese Unie zichzelf zo’n instrument blijft ontzeggen, dan blijft de klassieke diplomatie de enige hefboom, ‘maar die lijkt niet altijd even effectief en biedt ook niet het nodige afschrikeffect’, klinkt het bij de Commissie. ‘Meer algemeen is het een noodzakelijk signaal om aan de internationale partners te tonen dat de EU geen economische dwang aanvaardt. Het toont de Europese vastberadenheid aan en kan bijdragen tot Europa’s strategische autonomie.’
Volgens Dombrovskis is het instrument tegen geen enkele specifiek land gericht, maar het viel op dat hij tijdens zijn persconferentie zelf het voorbeeld van China en Litouwen gaf. ‘Met dit voorstel geven wij het duidelijke signaal dat de EU haar belangen daadkrachtig zal verdedigen’, zei hij.
Het voorstel van de Commissie gaat nu naar de Raad (de lidstaten) en het Europees Parlement. Die moeten samen beslissen over de definitieve vorm die het antidwanginstrument zal aannemen. Beide instellingen hebben al aangegeven snel tot een akkoord te willen komen.
In het parlement is de voorzitter van de handelscommissie, de Duitse sociaaldemocraat Bernd Lange, alvast enthousiast over het voorstel. ‘De Europese Unie wordt geconfronteerd met de geopolitieke realiteit: de jongste maanden en jaren hebben aangetoond hoe handelsbeleid steeds meer als een politiek wapen wordt gebruikt. Er zit een gat in onze gereedschapskist waar anderen misbruik van kunnen maken, maar dit instrument kan dat gat opvullen.’ De onderhandelingen met de Raad komen er voor Lange op neer te definiëren wat economische dwang precies is en hoe de EU kan riposteren.