De Europese Unie moet de uitstoot van broeikasgassen tegen 2040 met 90 procent verminderen in vergelijking met 1990. Die tussentijdse doelstelling op de weg naar klimaatneutraliteit in 2050 heeft de Europese Commissie woensdag nu ook officieel op tafel gelegd. Ze belooft de lidstaten wel een soepeler kader om daar te geraken.
De EU heeft zich in 2021 in een bindende klimaatwet tot doel gesteld om tegen het midden van de eeuw klimaatneutraal te worden. Op de weg erheen staat voorlopig slechts één mijlpaal: een vermindering van de uitstoot met 55 procent tegen 2030. De wet verplicht de Commissie echter ook een doelstelling voor 2040 naar voren te schuiven.
‘De industrie en investeerders verwachten van ons dat we een voorspelbare koers uitzetten’, zo verklaarde voorzitter Ursula von der Leyen. ‘Vandaag laten we zien dat we pal achter onze belofte staan om de Europese economie koolstofvrij te maken tegen 2050. Het doel is duidelijk, de reis is pragmatisch en realistisch.’
Al jaren zong in de Europese instellingen een inspanning van 90 procent rond. Toch heeft het de nieuwe ploeg van Von der Leyen een half jaar gekost om die doelstelling in een amendement op de klimaatwet te gieten. En zo valt de presentatie van het voorstel precies samen met een dag waarop een groot deel van het continent puft onder een verzengende hittekoepel.
‘Sommigen zouden zeggen dat dit het juiste moment is’, erkende Eurocommissaris voor Klimaat Wopke Hoekstra op een persconferentie. Maar de Commissie heeft volgens hem vooral de tijd genomen om ‘strategisch na te denken’, uitgebreid te overleggen met regeringen, bedrijven en het middenveld en ‘stevige meerderheden’ te bouwen rond dit ‘gevoelige’ onderwerp.
‘Pragmatische aanpak’
Dat resulteerde volgens Hoekstra in een ‘pragmatische’ aanpak. Waar het klimaatbeleid in het verleden soms ‘te eendimensionaal’ was, aldus de Nederlander, kiest de Commissie nu voor een benadering die de strijd tegen klimaatverandering en het afbouwen van de afhankelijkheid van buitenlandse gas- en olieleveranciers verzoent met de concurrentiekracht van het bedrijfsleven.
Zo bouwt de Commissie extra flexibiliteit in. De lidstaten zouden vanaf 2036 3 procent van de inspanning mogen bereiken door de aankoop van koolstofkredieten in derde landen. Ngo’s zijn hiertegen gekant omdat buitenlandse klimaatprojecten in het verleden niet steeds betrouwbaar bleken. Ook de eigen wetenschappelijke adviesraad van de Commissie sprak enkele weken geleden een voorkeur uit voor een volledig binnenlandse inspanning.
Hoekstra maakt zich echter sterk dat het klimaatakkoord van Parijs het internationale kader voor deze samenwerkingen sterk heeft verbeterd en manoeuvreerruimte kan bieden om die laatste procenten te binnen te halen. De Commissie zal ook eigen regels uitwerken om te garanderen dat die ‘hoogwaardige’ koolstofkredieten ook een echte vermindering van de uitstoot elders in de wereld garanderen.
Daarnaast wil de Commissie de Europese markt voor uitstootrechten openen voor permanente verwijdering van koolstof, bijvoorbeeld via ondergrondse opslag. Ten slotte voorziet ze ook meer flexibiliteit tussen sectoren, zodat lidstaten die de uitstoot meer dan verwacht kunnen indijken in bijvoorbeeld het transport wat meer flexibiliteit wordt gegund in de landbouw of andere sectoren waar het moeilijker zou gaan.
Geen uitstel voor Macron
Of dat alles volstaat om voldoende regeringen achter de doelstelling tegen 2040 te scharen, moet de komende weken en maanden blijken. Zo pleitte de Franse president Emmanuel Macron vorige week nog vergeefs voor uitstel. Hij wou prioriteit geven aan de Europese bijdrage aan de VN-klimaatconferentie in november in Brazilië, waar de lidstaten moeten meedelen wat ze tegen 2035 willen doen. Daarvoor schuift de Commissie geen doelstelling naar voren. Ze noemt de 90 procent voor 2040 wel ‘indicatief’ voor dat nakende debat onder de lidstaten.
In het Europees Parlement reageren de traditionele politieke families die de nieuwe ploeg van Von der Leyen in het zadel hebben geholpen positief op de tussentijdse doelstelling. Die is belangrijk om de investeringen in de energietransitie gaande te houden, meent onder meer Bruno Tobback (Vooruit). ‘Hoe langer we de dingen op hun beloop laten, hoe moeilijker en duurder onze inspanning wordt.’
Ook CD&V is tevreden dat de Commissie met de doelstelling voor 2040 ‘kiest voor duidelijkheid over het pad naar een klimaatneutraal Europa’. Het komt er nu volgens Liesbet Sommen en Wouter Beke op aan om de gezinnen en de bedrijven mee te nemen in de transitie met concrete maatregelen die leiden tot bijvoorbeeld lagere energiefacturen, zuinigere woningen en betaalbare elektrische auto’s.
Groen reageert eveneens tevreden dat de Commissie de belofte bij haar aantreden heeft gehouden en niet is gezwicht onder de druk van sommige lidstaten. Sara Matthieu toont zich wel ontgoocheld over de mogelijkheid om via de aankoop van koolstofkredieten een deel van de inspanning in derde landen te realiseren. ‘Dat is geen goed idee want zo blijven we hier vervuilen en vloeit ons belastinggeld weg naar het buitenland.’
Terwijl België hopeloos te laat is met het indienen van zijn klimaatplan, blijkt uit een evaluatie van de andere nationale plannen dat de lidstaten op koers zitten om de collectieve doelstelling voor 2030 te halen. Of er ook in het volgende decennium nog nationale doelstellingen vastgelegd zullen worden, is voorlopig niet zeker. De Commissie wil in de tweede helft van 2026 concrete voorstellen voor het klimaatbeleid na 2030 presenteren.