Europarlementslid Wouter Beke pleit voor een nieuw Europees fonds voor Oekraïne (EU4UA Fund). ‘Hiermee kunnen we drie vliegen in één klap slaan.’
Bijna dagelijks lezen we nieuwsberichten over kantelpunten, historische gebeurtenissen en scharniermomenten. Vaker ontwikkelen de grootste omwentelingen zich echter onder de waterlijn. Zo lijkt de Europese trein deze maand een nieuwe afslag te nemen voor onze Europese veiligheid en defensie, al verloopt dat helaas niet zonder slag of stoot. De geesten lijken eindelijk te rijpen om door te duwen op een van dé kerntaken van de overheid: veiligheid. Maar er is meer nodig.
Zo goed als alle Europese berichtgeving deze maand staat in het teken van defensie en de steun aan Oekraïne. Want gewijzigde omstandigheden vragen gewijzigd beleid. De Verenigde Staten dwingen de Europese lidstaten hun inspanningen op te voeren, omdat de VS zelf zijn inspanningen in Europa en Oekraïne zal afbouwen of zelfs stopzetten.
Daarnaast toont het toenemend aantal hybride aanvallen van Rusland via drones dat het Kremlin niet terugdeinst voor escalatie en geen enkele intentie heeft om tot een duurzame vredesonderhandeling over te gaan. Dat betekent dat we niet alleen Oekraïne, maar ook Europa drastisch zullen moeten beschermen.
Efficiëntiewinsten tot 30%
En ja, koken kost in dit geval geld. Veel geld. Sinds de inval van Rusland in 2022, werd er door de Europese Unie en haar lidstaten reeds 173,5 miljard euro aan steun gegeven aan Oekraïne. Het militaire aandeel bedroeg tot nu toe 63 miljard euro. In de komende twee jaar kijkt Oekraïne volgens het IMF nog eens aan tegen een financieringstekort van om en bij de 134 miljard euro, inclusief de nood aan militaire steun. Duizelingwekkende cijfers, te meer omdat we nog steeds zien dat heel wat van deze financiering inefficiënt gebeurt.
We koken namelijk nog te weinig Europees en kijken te weinig naar de beschikbare Oekraïense ingrediënten. Zo blijven er volgens verschillende studies op vlak van defensie efficiëntiewinsten tussen de 15 en 30% te boeken indien we ons aankoopbeleid meer gezamenlijk én strategisch Europees zouden voeren.
Het afgelopen jaar spendeerden de lidstaten gezamenlijk een recordbedrag van 346 miljard euro in hun defensie, dit jaar zou dat bedrag aangroeien tot 380 miljard euro om verder door te stijgen tot 400 miljard euro. De miljarden lijken dus voor het grijpen te liggen, willen we iedere euro belastinggeld verstandig en efficiënt inzetten.
Helaas staan er vaak nog te grote nationale belangen in de weg om die Europese samenwerkingen duurzaam te maken. Frankrijk schermt haar eigen industrie van oudsher af, maar ook in Duitsland en Italië is men bijzonder behoedzaam over hun interne defensie-industrie. Ook willen de verschillende nationale ministers van defensie zelf beslissen over de uitgaven, zeker nu de budgetten toelaten om royaler te spenderen. Verschillende Europese initiatieven proberen die muur van nationale reflexen af te breken, steen per steen, maar ondanks de urgentie gaat het nog veel te traag.
Een nieuw EU4UA-fonds: drie vliegen in één klap
Het besef dat de steun aan Oekraïne onze eerste defensielijn is, sijpelt onvoldoende door. Daarom dringt een paradigmashift zich op. Via een gedeeltelijke Europeanisering van de defensie-uitgaven, zouden we drie vliegen in één klap kunnen slaan. Zo dient er een nieuw EU4UA-fonds opgericht te worden ter waarde van 150 miljard euro. Een derde daarvan zou gaan naar militaire aankopen om de Oekraïense strijdkrachten te ondersteunen, bij voorkeur via Europese leveranciers.
Een andere derde zou ingezet worden voor prioritaire Europese defensieprojecten die, in samenwerking met Oekraïne, moeten zorgen voor een betere bescherming van ons grondgebied én een versterking van onze Europese defensie-industrie. De voorgestelde flagship-initiatieven van de Europese Commissie, zoals de gezamenlijke luchtafweer of initiatieven om drones te onderscheppen, zijn daarbij een goede leidraad. Het laatste deel zou ervoor zorgen dat we de Oekraïense economie stutten en voorkomen dat het land volledig in de afgrond zou glijden na het jarenlang verdedigen van onze veiligheid in Europa.
De financiering van zo’n instrument vloeit voort uit een gedeeltelijke Europeanisering van de nationale defensie-uitgaven. Om inefficiënte en overlappende uitgaven tegen te gaan, zou jaarlijks 2% van de gezamenlijke Europese defensie-uitgaven kunnen worden samengebracht, op een manier die vergelijkbaar is met het coronaherstelfonds NextGenerationEU.
Via dit mechanisme wordt slechts een fractie van het nationale budget voor defensie gebruikt voor een onmiddellijk effect op het terrein in Oekraïne én voor de versterking van de Europese defensie en haar industrie.
Concreet kan daarmee binnen een looptijd van 25 jaar het volledige kapitaal en de rente afbetaald worden. Voor de lidstaten betekent dit slechts een herbestemming van 2% van hun bestaande defensiebudgetten, voor België dus 2% van de 2% die naar defensie gaat. Voor de hele EU kom je zo op een bedrag van 8 miljard euro per jaar om een opgehaald kapitaal van 150 miljard via de financiële markten onmiddellijk beschikbaar te maken. Dat is 1,5 euro per Europeaan per maand. Een betaalbare verzekeringspremie voor onze eerstelijnsdefensie lijkt me.
Waarom nog aarzelen?
Nu Theo Francken tijdens zijn handelsmissie in de Verenigde Staten met Amerikaanse bedrijven zoete broodjes bakt, stelt zijn partijgenoot en premier Bart De Wever terecht dat het antwoord inzake defensie meer dan ooit Europees moet zijn. Ook meer bevoegdheden voor een sterker Europa zijn niet langer uit den boze, leert het befaamde openingscollege aan de UGent. ‘Cuiusvis hominis est errare, nullius nisi insipientis in errore perseverare’. Als fervent Cicero-adept, is onze premier wellicht ook bekend met de Filippische redevoeringen, waarin de Romeinse redenaar stelde dat iedereen kan dwalen, maar alleen dwazen volharden in hun dwalingen.
Waar wachten we dus op om de Europese integratie van defensie verder te zetten?
Wouter Beke is Europarlementslid (cd&v/EVP) en voorzitter van de Europese Beweging in België.