Ondanks alle ‘missies’ en ‘mijlpalen’ zijn de beleidsplannen van de Britse premier Keir Starmer niet ambitieus genoeg.
Toen de Labourpartij van Keir Starmer nog in de oppositie zat, zochten beleidsexperts naar een sprankje ideologie. Ze vonden weinig van de intellectuele schwung die Tony Blairs ‘derde weg’ ooit had gekenmerkt. Starmers diagnose van de Britse problemen was weinig opzienbarend: onder de Conservatieven, zei hij in 2023, heerste er ‘een gevoel dat niets nog werkt, dat we achteruitgaan, een land in verval’. Onder Labour zou een ordentelijke regering het vertrouwen van de Britten in het systeem herstellen. Hij formuleerde een reeks ‘fundamenten’ en ‘missies’, met beloften die zowel vaag als concreet waren.
Die bescheiden aanpak leverde Labour een verpletterende verkiezingsoverwinning op in juli. Starmer verfijnde dat pakket vervolgens tot een ‘Plan voor Verandering’, met ‘mijlpalen’. Het jargon is niet inspirerend, maar biedt wel een maatstaf voor de prestaties van de regering. Na een zware week, waarin een opstand onder backbenchers hem dwong om geplande besparingen op sociale uitkeringen te schrappen en minister van Financiën Rachel Reeves tot tranen werd gebracht in het parlement, wil Starmer dat mensen voorbij het drama kijken en hem beoordelen op zijn verwezenlijkingen.
Dat hebben we gedaan. Het oordeel tot dusver: de vooruitgang is tergend traag. Dat helpt verklaren waarom Labours steun is gezakt van 34 procent in juli vorig jaar naar 24 procent nu, vijf procentpunten achter Reform UK.
Wie is Keir Starmer, de nieuwe Britse premier?
Economie, migratie, veiligheid
Het eerste ‘fundament’ is economische stabiliteit: lage inflatie, stabiele overheidsfinanciën en een einde aan wispelturig beleid. Maar de inflatie ligt nog altijd 1,4 procentpunt boven de doelstelling van 2 procent, de tienjaarsrente op staatsobligaties staat op het hoogste peil in 17 jaar en Labour heeft pijnlijke bochten genomen rond sociale uitkeringen en de wintertoelage voor gepensioneerden.
Het tweede fundament is veilige grenzen. De netto-immigratie (instroom min uitstroom) daalde in 2024 met de helft tot 431.000. Die daling was echter verwacht, na een scherpe stijging in 2023. Premier Starmer voerde visumbeperkingen in. Volgens Brian Bell van het onafhankelijke Migration Advisory Committee zal de netto-immigratie volgend jaar waarschijnlijk nogmaals halveren, om vervolgens te stabiliseren rond de 300.000 per jaar.
Starmer beloofde ook de achterstand in asielaanvragen weg te werken (die daalde met 7 procent tot 110.000 het afgelopen jaar), het gebruik van hotels voor asielzoekers tegen 2029 stop te zetten (daling van 6 procent tot 32.000) en meer afgewezen asielzoekers terug te sturen (stijging met 20 procent tot 35.000). Maar de pogingen om de mensensmokkelaars te ‘verpletteren’ hebben niets opgeleverd: 43.000 migranten bereikten het Verenigd Koninkrijk per bootje het afgelopen jaar, een stijging van 38 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
Het laatste fundament is nationale veiligheid. Hier toonde Starmer enig staatsmanschap. Hij wist de Amerikaanse president Donald Trump te charmeren, verbeterde de relaties met Europa en rondde een strategische defensiebeoordeling af. Groot-Brittannië zal de defensie-uitgaven verhogen van 2,3 naar 2,6 procent van het bbp tegen 2027, en mikt op 3,5 procent tegen 2035 (5 procent als ook uitgaven voor ‘weerbaarheid en veiligheid’ worden meegerekend), in de pas met NAVO-bondgenoten.
Groei en beloftes
Starmers hoofddoel is de economische groei aanzwengelen, die tussen juli 2019 en juli 2024 slechts 4 procent bedroeg, tegenover 13 procent in de VS. Het doel is ‘de hoogste duurzame groei van de G7’ te behalen. Sinds de verkiezingen groeide de economie met 0,8 procent, waarmee het VK rond de derde plaats binnen de G7 zit. De beslissing van Reeves in oktober om de werkgeversbijdrage aan de nationale verzekering (een belasting op loonkosten) te verhogen, zette kwaad bloed bij bedrijven. Dat geldt ook voor een wetsontwerp over arbeidsrechten. Volgens het Institute for Chartered Accountants werd het ondernemersvertrouwen in het eerste kwartaal van dit jaar voor het eerst in 30 maanden negatief.
Tegen de volgende verkiezingen wil de regering ‘hogere levensstandaarden’ gerealiseerd hebben, gemeten aan de hand van het reële bbp per persoon én het reële nettoloon, in ‘elke regio’ van het land. In de voorbije 60 jaar is het reële bbp per persoon slechts twee keer niet gegroeid over een volledige ambtstermijn, en is het loon nooit gedaald. De laatste tijd is er een sterke loonstijging, geholpen door forse cao-akkoorden.
Labour stelde zich tot doel om in vijf jaar 1,5 miljoen woningen aan het woningbestand van Engeland toe te voegen. Dat is niet geloofwaardig. Volgens onze schatting bedroeg de netto-toevoeging (nieuwbouw min sloop) slechts 201.000 in het jaar tot maart – het laagste cijfer in negen jaar. Een nieuwe wet – die tergend traag door het parlement gaat – zou de woningbouw op lange termijn met een kwart moeten verhogen, maar dat volstaat niet om het huidige tekort goed te maken.
Gezondheidszorg, criminaliteit en onderwijs
Een cruciale missie betreft de National Health Service (NHS). De regering heeft terecht gesteld dat de NHS ziekte moet voorkomen in plaats van enkel behandelen, patiënten sneller uit het ziekenhuis moet krijgen en AI moet invoeren. Het streefdoel is om ervoor te zorgen dat 92 procent van de mensen die worden doorverwezen naar een specialist, binnen 18 weken wordt geholpen.
Ondanks versterkte inspanningen wachten 6,2 miljoen mensen – één op de tien Britten – op een afspraak met een specialist, en het aandeel dat binnen 18 weken geholpen wordt, bedraagt slechts 60 procent, nauwelijks een verbetering.
Op het vlak van criminaliteit stelde de regering zich tot doel om 13.000 wijkagenten toe te voegen, zonder te weten hoeveel er eigenlijk al waren (17.000 na hertelling). Of dat doel dichterbij komt, zal deze maand blijken uit nieuwe cijfers. Een herschikking van functies in plaats van aanwervingen zal een deel van de oplossing zijn. De regering beloofde ook strenger op te treden tegen winkeldiefstal (gestegen met 15 procent afgelopen jaar), overlast (gedaald met 2 procent). Messengeweld (onveranderd) en geweld tegen vrouwen (gedaald met 2 procent) wil ze halveren.
De vaagste missie is de strijd tegen kansenongelijkheid. Tegen 2028 wil de regering dat 75 procent van de kinderen in de kleuterklas ‘klaar is om te leren’, gemeten aan hun vermogen om stil te zitten, samen te werken met klasgenootjes en basisrekenvaardigheden toe te passen. Om die mijlpaal te halen, moeten ongeveer 40.000 extra vijfjarigen aan die norm voldoen.
Energiesecretaris Ed Miliband hief het de facto moratorium op voor windturbines op het vasteland, keurde enkele grote zonneprojecten goed en richtte GB Energy op om van Groot-Brittannië een groene energie-supermacht te maken. Milibands doel is dat tegen 2030 95 procent van de elektriciteit uit koolstofarme bronnen komt. Het huidige aandeel bedraagt 58 procent. Volgens het semioverheidsbedrijf National Energy System Operator zal die doelstelling ‘de grenzen van het haalbare opzoeken’.
Te kleine ambities
Ook Tony Blair kwam indertijd aan de macht met een pakket concrete verkiezingsbeloften. Dankzij een florerende economie en een stevige greep op de regering realiseerde hij die vlot – om een jaar later te concluderen dat ze te bescheiden waren. ‘Ik lachte om hun bescheidenheid. New Labour, New Britain? Belachelijk.’ Pas daarna begon hij aan radicale hervormingen. Starmer zal, gezien de averij die hij deze week heeft opgelopen, wanhopig willen bewijzen dat er vooruitgang is, om zijn regering te redden. Het probleem voor Groot-Brittannië is dat zelfs als dat op miraculeuze wijze lukt, zijn ambities nog altijd te klein zijn.