‘Het is het probleem van een sluwe vos die te lang blijft rondhangen: op den duur ken je zijn streken’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck over Brits premier Boris Johnson.
‘Een nieuw absurd dieptepunt in de brexitsaga’, zo opende het VTM-nieuws afgelopen zondag. Boris Johnson, die zaterdag een flinke nederlaag had opgelopen in het Lagerhuis, was na die oplawaai wettelijk verplicht om een brief te schrijven naar de Europese Unie om uitstel te vragen voor de brexit. Zaterdag in het parlement zei hij nog ferm dat hij ‘niet over een uitstel zou onderhandelen met de Europese Unie’, maar hij verstuurde de brief dan toch, ongetwijfeld uit angst voor een proces. De gevangenis: er bestaat dus toch iets waar Johnson voor terugdeinst.
Dat was niet het einde van het verhaal. De Britse premier, die nooit om een verrassing verlegen zit, verstuurde de brief maar ondertekende hem niet. En vooral: hij stuurde ook nog een tweede brief naar de EU, meer bepaald naar Europese Raad-voorzitter Donald Tusk, die hij wél ondertekende. In de tweede brief legt hij uit waarom hij de vertraging betreurt en waarom hij respect heeft voor Tusk, voor Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker en voor de Europese brexitonderhandelaar Michel Barnier. Opvallend zijn de zeer positieve, bijna liefdevolle zinnen over de nieuwe relatie die Johnson wil uitbouwen ‘als buren en als vrienden op dit continent dat onze volkeren delen’. Hij heeft het over ‘het diepe respect en de diepe affectie voor onze gedeelde cultuur, beschaving, waarden en belangen’. Je zou denken dat er een geweldige gemeenschappelijke toekomst gloort.
De gevangenis: er bestaat dus toch iets waar Johnson voor terugdeinst.
Maar Boris Johnson is niet te vertrouwen. Hij goochelt met taal als de beste, maar de scepsis groeit elke dag, en terecht. Het is het probleem van een sluwe vos die te lang blijft rondhangen: op den duur ken je zijn streken. Het scenario met de tweede brief, bijvoorbeeld, circuleerde al lang. Kort nadat de zogenoemde Benn Act door het parlement was gesluisd – genoemd naar Hilary Benn, het parlementslid dat Johnson nu verplichtte om een brief te sturen – werd er al geopperd dat de premier doodleuk een tweede brief zou sturen waarin hij de boodschap van de eerste teniet zou doen. Dat vonden velen toen onwaarschijnlijk: te kinderachtig. Maar kijk, het gebeurde dan toch. Wie op het schaamtegevoel van Johnson moet rekenen, is eraan voor de moeite.
Het beeld dat overblijft is dat van een premier die koste wat het kost zijn land wil losmaken van de EU. Dat is verdedigbaar: sinds David Cameron en stoemelings zijn land met een referendum in een exitscenario deed belanden, was er eigenlijk geen andere keuze. De meerderheid pro brexit in 2016 was krap, maar het was een meerderheid. Boris Johnson voelt goed aan dat de Britten niet alleen van de schier eindeloze brexitcapriolen af willen, maar dat een grote groep landgenoten ook echt ‘de controle terug wil’. Het ziet er ook naar uit dat Johnson deze week, of later, in zijn opzet zal slagen – eindelijk.
Wie op het schaamtegevoel van Johnson moet rekenen, is eraan voor de moeite.
Tegelijk bewijzen de laatste afleveringen van het brexitverhaal nog maar eens het belang van de instellingen in een parlementaire democratie. Ook het amendement dat zaterdag goedgekeurd werd, begon bij het wantrouwen van één parlementslid. Oliver Letwin – nota bene tot voor kort een partijgenoot van Johnson, maar wel een heftige tegenstander van een harde brexit – wilde met zijn amendement verhinderen dat Johnson een principeakkoord van het parlement op zak had maar dat principe niet in wetten zou omzetten. Waardoor het toch nog een no-dealbrexit zou kunnen worden. Het manoeuvre met de twee brieven zal Letwin alleen maar gesterkt hebben in zijn vermoedens. Het gevecht tussen Johnson en het parlement mag dan geregeld tot rare kronkels leiden, onzinnig is het echt niet. Het houdt een autoritair politicus, die in zijn wildste dromen het land per bevel bestuurt, in bedwang.
Wat er de komende dagen en weken ook gebeurt, uiteindelijk zal de relatie tussen Londen en Brussel voorgoed veranderd zijn. Cruciaal is dan het soort relatie dat Johnson en zijn opvolgers wil uitbouwen met Europa. Wordt het Britse eiland echt een Singapore aan de Noordzee, met extreme deregulering en een dramatische afbouw van de rechten van werknemers? Of zal het zich houden aan het akkoord dat beide partijen nu op zak hebben, waarin een ‘level playing field’ de groeiende ongelijkheid beteugelt? Als dat laatste nog een paar tegenstrijdige brieven kost: so be it. Dat mag wat ergernis en parlementair theater kosten. Een onelegante rechtsstaat is altijd te verkiezen boven een gestroomlijnde oligarchie.