Politieke chaos, nerveuze markten en straatprotesten duwen Frankrijk in een drievoudige crisis, zo schrijft The Economist.
Frankrijk zit opnieuw zonder regering, nadat het parlement op 8 september massaal tegen premier François Bayrou had gestemd. Ondanks een laatste vurig pleidooi in de Assemblée nationale behaalde Bayrou slechts 194 van de 558 stemmen in een vertrouwensstemming. Zijn nederlaag was een vernedering voor hemzelf, maar ook voor president Emmanuel Macron. Na amper negen maanden in functie zal Bayrou vandaag formeel ontslag nemen. Macron kondigde aan dat hij de komende dagen een opvolger zal benoemen.
Het radicaal-linkse La France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon en het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN) van Marine Le Pen stemden tegen de regering. Tot verrassing van velen deden ook de socialisten en zelfs enkele leden van de centrumrechtse Republikeinen dat, hoewel die laatste partij enkele ministers in de regering-Bayrou had. Het was een miserabel resultaat voor een premier die hoopte wat stabiliteit te brengen. In plaats daarvan heeft Frankrijk nu al vier premiers versleten in nog geen twee jaar.
‘Levensbedreigend’
Bayrou had de vertrouwensstemming zelf uitgelokt over zijn plannen om in 2026 voor 44 miljard euro te besparen om het Franse begrotingstekort terug te dringen, dat dit jaar 5,4 procent van het bbp bedraagt. Maar de oppositie, zowel links als radicaal-rechts, weigerde mee te werken aan zijn besparingsplan. De oppositie liet zich niet vermurwen toen Bayrou in het parlement betoogde dat de hoge overheidsschuld ‘levensbedreigend’ was. Boris Vallaud, de fractieleider van de socialisten, gaf Macron de schuld van de chaos en noemde Bayrou slechts een ‘blinde navolger’ van de president. De stemming was een ‘moment van waarheid’ na de ‘desastreuze resultaten van vijf decennia wanbeheer’, verklaarde Le Pen.
‘Het zijn extreemrechts en extreemlinks die van Frankrijk een puinhoop maken’
De val van de regering-Bayrou stort het land in een drievoudige crisis: politieke onzekerheid, nerveuze financiële markten en groeiende sociale onrust. Nog maar negen maanden geleden bracht het parlement de vorige regering, onder de centrumrechtse Michel Barnier, ten val. Het debat van 8 september liet zien dat er nog steeds geen bereidheid tot compromis is. Voor 10 en 18 september zijn nieuwe protesten en stakingen gepland.
Le Pen wil verkiezingen
Macron staat nu voor onaantrekkelijke keuzes, die waarschijnlijk geen einde zullen maken aan de politieke impasse. Hij is grondwettelijk niet verplicht nieuwe verkiezingen uit te schrijven en heeft daar vast ook niet veel zin in. Le Pen wil dat wel. Haar partij is nu al de grootste in het parlement en denkt bij nieuwe verkiezingen een meerderheid te kunnen behalen. Een peiling eerder deze maand suggereerde dat het RN en zijn bondgenoten 33 procent van de stemmen zouden behalen in de eerste ronde; de linkse alliantie samen 25 procent; Macrons centrumpartij zou met 15 procent op een derde plaats eindigen. Maar liefst 63 procent van de Fransen zegt voorstander te zijn van nieuwe verkiezingen.
Maar liefst 63 procent van de Fransen zegt voorstander te zijn van nieuwe verkiezingen.
Le Pen zelf zou niet kunnen deelnemen aan verkiezingen. Een Parijse rechtbank heeft haar dit jaar in een zaak rond partijfinanciering een kandidatuurverbod opgelegd. Dat geldt zolang haar beroep – voorzien voor januari 2026 – loopt. Op 7 september verklaarde een uitgelaten Le Pen dat ze ‘bereid is alle mandaten ter wereld op te offeren’ om een einde te maken aan Macrons ‘oneerlijke en giftige’ beleid. Mochten er nieuwe verkiezingen komen en het RN zou een meerderheid halen, dan zou haar 29-jarige protegé Jordan Bardella de kandidaat-premier van de partij zijn.
‘Europese schulden: belast Europa zichzelf naar onbeduidendheid?’
De laatste keer dat Macron het parlement ontbond, in juni 2024, eindigde hij met nog minder zetels dan voordien. Dat zal hij dus wellicht niet opnieuw proberen. Daarmee blijft als tweede optie over: opnieuw iemand zoeken die ten minste een begroting voor 2026 door het parlement kan loodsen. Sommigen in het centrumkamp vinden dat dit kan via een pact met de socialisten, die 66 zetels hebben in de 577 zetels tellende Kamer. Hun prijskaartje zou een nieuwe vermogensbelasting voor ultrarijken kunnen zijn: een minimumheffing van 2 procent per jaar op fortuinen van meer dan 100 miljoen euro. Macron is daar volgens een regeringsbron fel tegen, omdat het zijn inspanningen om Frankrijk aantrekkelijker te maken voor bedrijven zou ondermijnen.
‘Bloquons tout’
Wat zou de impasse kunnen doen omslaan in een echte crisis? Een mogelijke katalysator zijn de de obligatiemarkten. Die zijn duidelijk al nerveus en zouden zich tegen Frankrijk kunnen keren. Als tweede economie van de eurozone heeft Frankrijk geen moeite om kredietverstrekkers te vinden. Maar het rendement op tienjarige staatsobligaties is inmiddels dicht bij dat van Italië gekomen. Het ratingbureau Fitch zal op 12 september een nieuwe beoordeling van Frankrijk publiceren. Sommige waarnemers denken dat pas een marktschok de politiek en de publieke opinie duidelijk zal maken wat er op het spel staat.
Sommige waarnemers denken dat pas een marktschok de politiek en de publieke opinie duidelijk zal maken wat er op het spel staat.
De andere mogelijke trigger is, zoals altijd, de straat. Vakbonden hebben een georganiseerde stakingsdag aangekondigd op 18 september. Daarvoor al, op 10 september, dreigen mogelijk nog verontrustender protesten onder de slogan ‘Bloquons tout’ (’Laten we alles blokkeren’). De door sociale media gelanceerde actie – zoals destijds de gilets jaunes – wordt ook gesteund door meer radicale vakbonden. Wie Macron ook benoemt als nieuwe premier: hij of zij erft een land dat instabieler is dan ooit.
© The Economist