Dirk Rochtus blikt terug op het bezoek van de Turkse president Erdogan aan Donald Trump in het Witte Huis.
Recep Tayyip Erdoğan kon zijn geluk niet op toen hij afgelopen donderdag eindelijk, na zes lange jaren, weer in het Witte Huis ontvangen werd door de machtigste man van de wereld. Een opsteker voor de Turkse president die in eigen land af te rekenen krijgt met hevig protest tegen zijn autoritair beleid en om dezelfde reden door de Europese Unie (EU) op de vingers wordt getikt.
De vorige Amerikaanse president, Joe Biden, had het vertikt om Erdoğan uit te nodigen in Washington D.C. Zijn opvolger, Donald Trump, vertelde zijn gast uit Turkije dat ze altijd goede vrienden waren gebleven, ook toen hij zelf nog ‘in ballingschap’ verkeerde. Trump doelde daarmee op de tijd na de presidentsverkiezingen van 2020 die van hem zouden ‘gestolen’ geweest zijn.
Serieus of schalks bedoeld – we hebben er het raden naar – richtte hij zich tot Erdoğan met de woorden dat deze alles af wist van ‘gemanipuleerde verkiezingen’. Die opmerking die ook als verdoken kritiek kan gelezen worden op de Turkse president, mocht de pret niet drukken.
Wat bedoeld was als een gesprek van een half uur in het Oval Office, dijde uit tot twee volle uren. Er viel dan ook heel wat te bespreken, en vooral ‘deals’ voor te bereiden. Erdoğan wil de Turkse luchtmacht moderniseren en beoogt daarvoor de aankoop van Amerikaanse gevechtsvliegtuigen van het type F-16 en F-35.
Turkije was in 2019 uit het programma van de F-35 geweerd omdat zijn regering het Russische luchtafweersysteem S-400 besteld had. De eventuele combinatie van beide systemen hield voor Amerika immers het gevaar in van software-spionage door Rusland. Trump had in 2020, in het laatste jaar van zijn eerste ambtstermijn, sancties uitgevaardigd tegen de Turkse defensiesector, maar stelde nu een einde ervan én een deal over de jets in het vooruitzicht.
Ook Turkije heeft Amerika heel wat te bieden. In de eerste plaats op het vlak van economie en handel. Ankara had onlangs invoertarieven op bepaalde Amerikaanse producten opgeheven en wil met Amerika samenwerken over de ontginning van zeldzame grondstoffen in Anatolië. De Turkse luchtvaartmaatschappij Turkish Airlines heeft intussen 150 Boeing-toestellen besteld. Dat alles had ook de deur naar het Witte Huis geopend.
Op de tweede plaats, maar daarom niet minder belangrijk, is Ankara ook een belangrijke ‘leverancier’ van veiligheid. Zijn geografische ligging op het snijpunt van het Midden-Oosten, de Kaukasus, de Balkan en de Zwarte Zee maakt van Turkije een invloedrijke speler in de internationale politiek. Alle ontwikkelingen en dreigingen die zich in die brede regio afspelen, gaan ook de economische en veiligheidsbelangen van zowel Amerika als de EU aan. Op dat vlak bestaan er wel wrijvingen tussen Washington en Ankara.
Dat Erdoğan Hamas als een bevrijdingsbeweging bestempelt, valt niet in goede aarde bij de Amerikaanse regering. Dat Turkije nog altijd 66% van zijn olie- en 41% van zijn gasinvoer uit Rusland betrekt, bevalt Trump evenmin. De Amerikaanse president verlangt van zijn Turkse collega af te zien van de aankoop van Russische olie om een gemeenschappelijke verhandelingspositie tegenover het Kremlin te kunnen versterken.
Turkije doet niet mee aan de sancties tegen Rusland. Dat heeft tenminste het voordeel dat er nog altijd een gespreksdraad loopt tussen het ‘Westerse kamp’ – waartoe Turkije als NAVO-bondgenoot behoort – en Rusland. De laatste tijd lijkt elke vorm van diplomatie onder te gaan in een opbod van bewapening en oorlogsretoriek.
De Turkse diplomatie, die kan bogen op een sterke reputatie, kan misschien een lichtpunt vormen in een tijd waarin gespreksbereidheid als toegeeflijkheid wordt afgedaan. Trump mag dan wel bij de Turken aandringen op een stopzetten van de olie-import uit Rusland, maar hij beseft ook dat ze een belangrijke rol als bemiddelaar in het Oekraïne-conflict spelen.
Tijdens de persconferentie zei hij dat Erdoğan een ‘grote invloed’ kan uitoefenen op een mogelijke vredessluiting tussen Oekraïne en Rusland. Wanneer hij hem een ‘gerespecteerd man’ noemt, komt dat misschien over als vleierij. Feit is wel dat het Kremlin nog altijd oren heeft naar wat de Turkse president te zeggen en aan te bieden heeft. Een kans die het Westen niet links zou mogen laten liggen.
Het typeert misschien wel de neus die bepaalde mogendheden voor ‘Realpolitik’ hebben, terwijl de EU zich vooral door een ‘verheven moraal’ laat leiden.
Dirk Rochtus is docent internationale politiek aan KU Leuven/Campus Antwerpen.