Tom Vandyck

Eén jaar na dato: Hoe Amerika niets leerde van het bloedbad in Connecticut

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

De dag voor de trieste verjaardag van de slachtpartij op het Sandy Hook-schooltje in Connecticut was er weer eens een schietpartij op een Amerikaanse school. Hoeveel kinderen er ook neergekogeld worden, in de VS verandert er wat vuurwapens betreft nooit wat.

“Oef, het was maar een kleintje.” Dat is de gedachte die spontaan in je opwelt wanneer je als ingezetene van de Verenigde Staten acte neemt van de wilde schietpartij du jour; in dit geval vrijdag op de Arapahoe High School net buiten Denver (Colorado). Maar drie gewonden en de schutter heeft zelfmoord gepleegd? Dat valt reuze mee. Over tot de orde van de dag.

Dat je zo gaat denken, is natuurlijk waanzin. Scholen zijn bewaarplaatsen voor wat ons het meest dierbaar is: onze kinderen. Dat daar geschoten wordt, is hoe dan ook een bloedstollend gegeven. Maar al went het nooit echt, als je genoeg van dit soort schietpartijen over je heen krijgt, ga je automatisch zo denken.

Ook de nieuwszenders schakelden algauw weer over naar andere zaken. De CIA-agent die opgepakt was in Iran, ruzie in Washington, de gebruikelijke onzin. ‘If it bleeds, it leads’, luidt een ijzeren regel in de Amerikaanse nieuwsbusiness. Op deze school was dus niet genoeg bloed te zien. Zo ver is het gekomen in Amerika.

‘Al mijn vrienden zijn dood’

Het bloedbad in Connecticut is precies een jaar geleden. Ter herinnering: schutter Adam Lanza doodde er eerst zijn moeder met een van haar eigen vuurwapens. Vervolgens ging hij naar het Sandy Hook-schooltje, waar hij zes volwassenen en twintig zes- en zevenjarige kinderen doodschoot met – onder meer – een semiautomatische versie van het militaire AR15-aanvalsgeweer. Toen pleegde hij zelfmoord.

De meeste van die kinderen werden meer dan een keer geraakt. Eén jongetje zelfs elf keer. U wil echt niet weten wat een kogel uit een AR15 doet het met het 25 kilo zware lichaampje van een zesjarige. Politieagenten die erbij waren, zeiden dat de lijken van die kinderen nauwelijks herkenbaar waren.

Eén meisje overleefde door zich in de plas bloed, kogelhulzen en aan flarden geschoten klasgenootjes voor dood te houden. “Ik ben oké”, zei ze toen ze weer verenigd werd met haar moeder, “Maar al mijn vrienden zijn dood.”

Wat is er ondertussen veranderd? Zo goed als niks. Tenzij dan dat Amerika nog een stuk cynischer is geworden, nog meer gewend aan dit soort bloedbaden en aan de wetenschap dat er toch niks tegen te beginnen valt.

Vlak na Sandy Hook zag het er even naar uit dat de geesten eindelijk rijp waren voor strengere wapenwetten. Er zou opnieuw een verbod komen op semiautomatische aanvalswapens en één op magazijnen voor tientallen kogels. Men zou verplichte achtergrondonderzoeken invoeren voor iedereen die een wapen wil kopen. Vuurwapens zouden voortaan uit de handen van geesteszieken gehouden worden.

Al die excellente ideeën sneuvelden in de Senaat, waar de Republikeinse partij, als vanouds in bed met de vuurwapenlobby, ze één voor één afblokte, daarbij geholpen door enkele Democraten die teveel schrik hadden van hun eigen kiezers en de National Rifle Association (NRA).

Het enige wat er vanaf kon, was een parlementair fiat voor meer gewapende bewakers op scholen. Maar los van het feit dat een school geen versterkte burcht hoort te zijn, tonen de feiten aan dat dat nauwelijks helpt.

Columbine, de school nabij Denver waar in 1999 de archetypische Amerikaanse massaschietpartij plaatsvond, hád een gewapende bewaker. Amerikaanse universiteiten, die ook met de regelmaat van de klok worden opgeschrikt door dolle schutters, hebben hun eigen politiekorpsen. Voorbeeld bij uitstek: Virginia Tech. Daar doodde een gestoorde schutter in 2007 32 mensen. Om van de Navy Yard in Washington, waar een misnoegde werknemer in september twaalf mensen doodschoot, nog maar te zwijgen. Dat was nota bene een zwaarbewaakte marinebasis.

10.000 doden sinds Sandy Hook

In plaats van minder wapens zijn er sinds Sandy Hook net meer vuurwapens in de VS. Na het bloedbad steeg de verkoop, omdat mensen gauw buksen en pistolen gingen hamsteren, bevreesd als ze waren dat dat aanstonds niet meer zou mogen. Over een pervers neveneffect gesproken.

Het aantal schietpartijen is er ook bepaald niet op achteruit gegaan. Er werd het afgelopen jaar geschoten in Amerikaanse winkelcentra, scholen, universiteiten en winkelcentra. Zestien keer werden daarbij behalve de schutter minstens vier mensen gedood – genoeg om te voldoen aan de FBI-definitie van massamoord. De website The Daily Beast becijferde dat er alleen al op middelbare scholen 25 keer geschoten werd. Daarbij vielen 17 doden.

Het straffe is: dat is maar een fractie van de naar schatting 10.000 doden die in de VS sinds Sandy Hook vielen door vuurwapengeweld.

Daarbij waren de klassieke slachtoffers van roofmoorden, familiale drama’s en bendegeweld. Maar bijvoorbeeld ook het tweejarige meisje dat werd doodgeschoten door haar vijfjarige broertje dat voor zijn verjaardag een speciaal geweer voor kinderen cadeau had gekregen. U hoort het goed: een speciaal geweer voor kinderen. Ook verkrijgbaar in het roze, voor de meisjes.

Die 10.000 doden op één jaar, dat zijn er dik drie keer meer dan de 2996 die vielen op 9/11 en haast anderhalve keer zoveel als de 6750 Amerikanen die sneuvelden in Irak en Afghanistan. Dat heb je als je in een land woont waar meer dan 300 miljoen vuurwapens in omloop zijn en de regelgeving een lachertje is.

Het punt is: we vinden dat niet erg genoeg om op te treden. Dat terwijl we wel zonder verpinken het leven in de miljoenenstad Boston dagenlang stillegden nadat twee puistige amateurterroristen drie doden maakten met zelfgemaakte bommen bij de finish van de marathon. Voor de duidelijkheid: dat laatste is heel erg. Maar die 10.000 doden zijn veel erger. Het verschil in de reacties geeft te denken over de prioriteiten van dit land.

Laffe politici

Voor de zoveelste keer: de manier waarop Amerika met vuurwapens omgaat, is totaal krankzinnig. Maar zo hebben veel mensen het dus niet gezien. Als het aan de wapenfanaten ligt, is de enige remedie tegen vuurwapengeweld méér vuurwapens. Voor hen geldt de idiote mantra ‘The only way to stop a bad guy with a gun, is a good guy with a gun’.

Je zou zulke mensen een draai om hun oren willen geven, maar dat doe je met gevaar voor je eigen leven. Er is ondertussen namelijk geen enkele Amerikaanse staat meer over waar het mensen niet toegelaten is om, mits een (meestal zeer laks toegestane) vergunning, een verborgen vuurwapen te dragen. In heel wat staten zijn er ook zogenaamde ‘Stand your ground’-wetten van kracht die mensen toestaan om dodelijk geweld te gebruiken als ze zich bedreigd voelen.

Om maar te zeggen: Amerika is een land waar de gekken het gesticht hebben overgenomen. Vraagt u dat maar eens aan de ouders van Trayvon Martin, de ongewapende zwarte tiener die begin dit jaar in Florida op weg naar huis van de snoepwinkel werd doodgeschoten door de gewelddadige buurtwachter George Zimmerman. Die laatste werd vrijgesproken. Wat had u gedacht? Florida heeft zo’n ‘Stand your ground’-wet.

Uit alle internationale statistieken blijkt: hoe minder vuurwapens er in een land circuleren, hoe minder doden er vallen bij schietpartijen. Om dat te snappen, moet je geen diploma in de sociologie hebben. Als er geen auto’s zijn, zijn er ook geen auto-ongelukken, zo simpel is dat. Al de rest is bullshit.

Het allerstrafste is: de meeste Amerikanen weten dat ook. Vandaar dat de peilingen na Sandy Hook aangaven dat 90 procent van de bevolking gewonnen was voor strengere wapenwetten. Maar dat was dus buiten de macht van de wapenlobby en de lafheid van de politici gerekend. Barack Obama belooft wel dat hij blijft vechten voor strengere regels, maar laten we niet onnozel doen: als het na het hartverscheurende drama van Sandy Hook niet lukte, wanneer zou het dan eigenlijk wel lukken?

Het kon je eigen kind zijn

Tot slot nog dit: mijn oudste zoon (hij is zes, net als de slachtoffertjes in Sandy Hook) zit op een school waar ze een lagere en een middelbare afdeling hebben. Het is een groot gebouw, met twee turnzalen, eigen sportvelden en een stuk of tweeduizend leerlingen. Een typische school in een Amerikaanse grootstad, dus.

De buitendeuren van die school gaan tijdens de lesuren op slot, maar dat zal een gek met een semiautomatisch wapen niet tegenhouden. Ik ben verre van een neuroot en de kans dat het gebeurt is microscopisch klein, maar dat dachten de ouders in Colorado wellicht ook toen ze vrijdag verwittigd werden dat het prijs was op de school van hun kinderen.

Ik ga dus niet ontkennen dat ik al meer dan eens naar dat schoolgebouw heb gekeken en gedacht: wat áls? En ik kan u garanderen dat 95 procent van de andere ouders dat ook gedaan hebben. Is het acceptabel dat je daarmee moet inzitten? Natuurlijk niet. Maar wat doe je eraan? Zo gaat dat in Amerika.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content