Rusland heeft ook het bemiddelingsaanbod van Duitsland en Frankrijk afgeslagen. Oekraïne en Rusland kunnen hun problemen zelf oplossen, klinkt het.
Drie van de in totaal 23 matrozen die zondag door de Russische grenswacht gevangen genomen werden ter hoogte van de Krim, moeten twee maanden in voorlopige hechtenis. Dat heeft een rechtbank op het door Rusland geannexeerde gebied beslist. De matrozen worden beschuldigd van het illegaal overschrijden van de Russische grens. ‘Op dit moment zijn drie mensen tot 25 januari in voorlopige hechtenis geplaatst,’ zei tegenover het de afgevaardigde voor de Mensenrechten op de Krim, Ljoedmila Loebina. Het gaat om Vladimir Varimez, Vladimir Bespaltsjenko et Andreï Oprysko.
Zondag kwam het tot een zwaar incident, toen Rusland drie Oekraïense marineschepen blokkeerde die via de Straat van Kertsj naar de Zee van Azov probeerden te varen, van Odessa aan de Zwarte Zee naar Marioepol. Rusland beschuldigde de Oekraïense schepen ervan illegaal de Russische territoriale wateren te hebben betreden. Volgens Oekraïne opende Rusland het vuur op de schepen en raakten daarbij enkele bemanningsleden gewond.
Ondertussen heeft de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov het aanbod van Duitsland en Frankrijk afgeslagen om te bemiddelen tussen Rusland en Oekraïne. De twee Europese landen hadden voorgesteld om in het ‘Normandië-formaat’ – Rusland, Oekraïne, Frankrijk en Duitsland – overleg te plegen, om de situatie in de regio opnieuw te kalmeren. Volgens Lavrov is de tussenkomst van andere landen evenwel overbodig. ‘Als er ingewikkelde technische vragen komen, die aan Oekraïense zijde niet meteen duidelijk zijn, dan kunnen die op het niveau van de plaatselijke grensautoriteiten van beide landen besproken worden’, benadrukte hij nog.
Volgens de Franse minister Le Drian is het voorval van zondag in de eerste plaats een gevolg van de stevige herbewapening in de regio. Hij roept alle betrokkenen op tot terughoudendheid. ‘Ik heb Lavrov gezegd dat ik een gebaar van Rusland verwacht, dat de gevangenen en de in beslag genomen schepen zo snel mogelijk weer moeten vrijkomen.’