Syrië, Noord-Korea, de NAVO: het blijft ‘America first’, maar Donald Trump heeft ook oog voor de rest van de wereld.

Enkele dagen na de Amerikaanse Tomahawk-aanval op een Syrische luchtmachtbasis lieten de ministers van Buitenlandse Zaken van de G7 zich van hun stoerste kant zien. Op een bijeenkomst in de Italiaanse stad Lucca maande de club van rijke, uitsluitend westerse landen Rusland aan om met de Syrische president Bashar al-Assad te breken. Voor die aanval was het Westen in Syrië wel actief in de strijd tegen de IS, maar het speelde al jaren geen rol van betekenis meer in de burgeroorlog als dusdanig. Rusland van zijn kant deelt sinds zijn militaire engagement aan de kant van Assad de kaarten in dat conflict. De alliantie met Iran en de sterke sjiitische milities in de regio garandeert Moskou tegenwoordig een plaats aan tafel bij elk gesprek over het Midden-Oosten.

De kruisraketten werden in stelling gebracht na een nieuwsflits op televisie, waarin Donald Trump onthutst beelden zag van kinderen die na de Syrische aanval met zenuwgas stierven. De Tomahawks waren tegelijk ook een boodschap dat Washington weer over Syrië wil meepraten. Minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson werd in zijn vorige leven als ceo van de oliereus ExxonMobil nooit zo koel door de Russen ontvangen, als toen hij na Lucca voor overleg naar Moskou reisde. Maar koel of niet: twee weken geleden stonden de Amerikanen in Syrië nog aan de zijlijn, nu is een deal alleen mogelijk als ze het daar samen met de Russen over eens zijn.

Donald Trump is daarmee niet meer de president die enkele weken geleden nog zei dat hij zich niet met de wereld zou bemoeien. Hij overtuigde zijn Chinese collega om Noord-Korea te waarschuwen dat een nieuwe kernproef riskant is met een Amerikaanse vloot op volle kracht in de Japanse Zee. De NAVO blijkt na een gesprek met secretaris-generaal Jens Stoltenberg toch nog een nuttig instrument, en de president belde zelfs met bondskanselier Angela Merkel en de Britse premier Theresa May over Syrië.

Die ontwikkeling wordt vooral toegeschreven aan de aanstelling van de ervaren generaal Herbert McMaster als nationaal veiligheidsadviseur. Die volgde al snel Michael Flynn op, die moest opstappen wegens zijn dubieuze contacten met Rusland. McMaster herschikte wat stoelen in de Veiligheidsraad en vormt ondertussen een solide team met Tillerson en defensieminister James Mattis. Trump blijft natuurlijk de opperbevelhebber en zijn eigen grillige zelf. Toch lijkt het erop dat het Witte Huis stilaan het pad van een meer vertrouwde buitenlandse politiek volgt. Het heeft dan toch niet zo lang geduurd vooraleer die bocht werd ingezet.

Door HUBERT VAN HUMBEECK

De Tomahawks waren ook een boodschap dat Washington weer over Syrië wil meepraten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content