De toestand in Griekenland is een schandvlek voor Europa

De Griekse eerste minister Alexis Tsipras, 29 augustus 2018, Athene, Griekenland. © Reuters

Voor professor Jonathan Holslag blijft de huidige toestand in Griekenland een schandvlek voor de hele Europese regio, wat de oorzaken van de Griekse crisis ook waren. ‘De economie herstelt zich nauwelijks.’

‘Een nieuw tijdperk breekt aan’, verkondigde de Griekse eerste minister Alexis Tsipras onlangs tegen de azuurblauwe achtergrond van de Phorkysbaai. Daar spoelde volgens de overlevering de held Odysseus aan, na lange omzwervingen waarbij hij rovers, cyclopen en zeemonsters op zijn weg vond. Tsipras wilde met zijn toespraak op Ithaca de idee kracht bijzetten dat de Grieken eindelijk weer vaste grond onder de voet krijgen, nu het programma van noodkredieten is beëindigd. De premier had vast een idee voor welk mythologisch zeemonster de hardnekkige schuldeisers konden doorgaan, maar hij kende het verhaal van Homerus ongetwijfeld ook goed genoeg om te weten dat de problemen voor Odysseus na zijn terugkomst in Ithaca pas echt begonnen – én hoe moeilijk het voor hem was het vertrouwen van zijn volk terug te winnen.

De Griekse economie herstelt zich nauwelijks, ondanks de besparingen en de toegang tot Europese fondsen.

Ook voor Griekenland vandaag is het einde van de ellende allerminst in zicht. Vraag dat maar aan de Grieken zelf. Toen ik er in mei nog rondtoerde, zag iedereen de toekomst somber in. De jongeren met wie ik sprak, wilden vooral zo snel mogelijk vertrekken, op enkele idealisten na. Ik hoorde er over ouderen die hun pensioen gehalveerd zagen, wetswijzigingen die mensen dwongen hun huis te verkopen. Ruim negentig procent van de bevolking vindt dat het slecht tot zeer slecht gesteld is met de economie en de grote meerderheid vermoedt dat het niet beter zal worden. Dat rapporteert althans Eurobarometer. Het is werkelijk belabberd gesteld met het land: twintig procent werkloosheid en een koopkracht die sinds 2009 met een derde is geslonken.

Tien jaar bezuinigingen blijken de economie allesbehalve te hebben gestimuleerd. De Griekse uitvoer naar de rest van Europa was vorig jaar nog steeds kleiner dan voor de crisis. De investeringen in de maakindustrie en de professionele diensten liggen een derde lager dan in 2008. De Griekse soberheid werd vooralsnog niet beloond en dat leidt tot desillusie. Voor veel burgers heeft Tsipras hen blaasjes wijsgemaakt. Het vertrouwen in de eerste minister en zijn radicaallinkse partij Syriza is afgekalfd, van ongeveer 48 procent in 2015 tot rondom 26 procent vandaag. Jongeren lopen overwegend over naar een nieuwe kleine ‘beweging voor verandering’, ouderen naar de conservatieven van Nea Dimokratia. Maar veel inwoners stemmen ook met de voeten: ze emigreren. Sinds 2008 zijn er minstens 900.000 Grieken vertrokken, oftewel acht procent van de bevolking.

Dat is slecht nieuws voor Europa, want de aanhoudende malaise bevestigt dat de Europese aanpak van de economische problemen niet werkt: ondanks de besparingen en de toegang tot Europese fondsen herstelt de economie zich amper. Alternatieve remedies zijn broodnodig, maar de discussies in Brussel blijven gepolariseerd tussen soberheidshaviken en pleitbezorgers van soepelheid. ‘De Grieken moeten de vruchten van hun offers plukken’, suste Europees Commissaris Pierre Moscovici. Hoe dat kan, is allerminst duidelijk. Wat ook de oorzaken van de Griekse crisis waren, de huidige toestand blijft een schandvlek voor de hele Europese regio.

Ook geopolitiek heeft de Griekse tragedie consequenties, niet het minst voor de Europese pogingen om de stabiliteit in de Balkan te handhaven. Er zijn positieve ontwikkelingen, zoals het akkoord tussen Griekenland en Macedonië over de naamsverandering van de laatste in ‘Republiek Noord-Macedonië’. Maar de toestand in de meeste landen blijft fragiel. Voor Europa is het een beetje als een veenbrand blussen: telkens wanneer je een brandhaard onder controle krijgt, laait het vuur elders op. De mogelijke toetreding van de Republiek Noord-Macedonië tot de NAVO zal, zeker na de toetreding van Montenegro eerder dit jaar, onvermijdelijk de argwaan bij de Russen opdrijven en hen aanmoedigen om verdeeldheid te zaaien in de Balkan.

En dan is er Turkije. Dankzij Turkije is de vluchtelingenstroom naar Griekenland fors afgenomen, hoewel Griekenland in 2017 nog steeds bijna twee keer zoveel asielaanvragen heeft ontvangen als België en Nederland samen. Maar nu Erdogan in het nauw zit, biedt de Egeïsche Zee kansen genoeg om uit te halen naar het Westen. De Griekse zwakte is tekenend voor de Europese onmacht: waarom zou een samenleving die niet langer in staat is haar buitenrand te versterken, bij een volgende crisis het centrum overeind kunnen houden?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content