De mondiale wapenwedloop versnelt en levert miljarden op. Terwijl traditionele exportreuzen als Amerika, Europa en Rusland terrein verliezen, worden Zuid-Korea en Turkije steeds belangrijkere spelers binnen de wapenindustrie. Hun opmars verandert niet alleen de geopolitieke machtsbalans, maar zet ook de toon voor de toekomst van de internationale wapenexport.
Het Tiananmenplein, ofwel het Plein van de Hemelse Vrede, zal op 3 september allesbehalve vredig zijn. Woensdag komen Xi Jinping, Kim Jong-un, Vladimir Poetin en anderen er samen om het einde van de Tweede Wereldoorlog te vieren. En de militaire spierballen zullen er zoals steeds rollen: tijdens een defilé zullen Chinese troepen potentiële kopers, maar ook tegenstanders, hun nieuwste oorlogsmaterieel voorstellen.
Wereldwijd trekken militaire planners grote budgetten uit voor nieuwe wapens. De oorlog in Oekraïne, de dreiging van Amerika om zich terug te trekken en de bezorgdheid om een Chinese inval in Taiwan, zetten landen ertoe aan hun voorraden te vullen, toeleveringsketens te versterken en de productie van munitie veilig te stellen. De vraag naar tanks, artillerie, gevechtsvliegtuigen en drones is enorm. Toch gaat niet al dat geld naar de traditionele producenten en exporteurs in Amerika, Europa en Rusland. Twee ambitieuze middelgrote mogendheden profiteren volop van de stijgende vraag: Zuid-Korea en Turkije.
Nieuwe machtsverschuiving
De wapenwedloop weerspiegelt een bredere herschikking. Europese wapenbedrijven hebben tijd nodig om de productiecapaciteit te herstellen die na de Koude Oorlog werd afgebouwd én om voorraden aan te vullen die door leveringen aan Oekraïne zijn uitgedund. Rusland, doorgaans de tweede grootste wapenexporteur na Amerika, geeft voorrang aan zijn eigen leger, na jaren van verlies aan oorlogsmaterieel in Oekraïne. Westerse sancties zorgen er bovendien voor dat Russische bedrijven de noodzakelijke onderdelen voor de bouw van geavanceerde systemen, zoals straaljagers, niet kunnen bemachtigen. In 2023 daalde de Russische export met bijna 50 procent ten opzichte van 2022 en ook de orderboeken oogden mager. Traditionele klanten als India, Vietnam en Egypte kijken elders.
Zuid-Korea’s grootste contract is dat met Polen, intussen goed voor 22 miljard dollar, een duidelijk signaal dat het zich wil meten met de top van de wapenexporteurs.
Hoewel Amerika de grootste wapenleverancier is voor Europese NAVO-leden, delen Zuid-Korea en Frankrijk de tweede plaats. In sommige categorieën, zoals tanks en artillerie, verkoopt Zuid-Korea wereldwijd zelfs meer dan Amerika. Voor gevechtsvliegtuigen staat het derde, na Amerika en Frankrijk. In 2023 verkocht Seoel voor 3,2 miljard dollar Cheongung-II-luchtafweersystemen aan Saoedi-Arabië, oorlogsschepen ter waarde van 460 miljoen dollar aan Peru, en voor 1 miljard dollar aan gemotoriseerde houwitsers aan Roemenië.
Is de Belgische wapenindustrie de grote winnaar? ‘De miljarden vliegen in het rond’
Zuid-Korea’s grootste contract is echter dat met Polen in 2022, intussen goed voor 22 miljard dollar: een breed pakket wapensystemen, deels gebouwd in Polen zelf. Het gaat om 180 K2 Black Panther-tanks, 672 houwitsers, 48 FA-50-straaljagers en 288 K239-raketwerpers. Polen wil Rusland afschrikken, en snel. Voor Zuid-Korea is het een duidelijk signaal dat het zich wil meten met de top van de wapenexporteurs, en tegelijk de deur opent naar andere lucratieve Europese deals.
De Zuid-Koreaanse aanpak
Zuid-Korea kan snel NAVO-gestandaardiseerd materieel leveren tegen scherpe prijzen. Zeven grote bedrijven werken samen met de overheid om orders binnen te halen en onderzoek en ontwikkeling te coördineren. De capaciteit behouden was altijd al prioritair, omdat het land technisch nog steeds in oorlog is met zijn noordelijke buur, zegt Chung Min Lee van de Carnegie Endowment for International Peace. In de scheepsbouw hebben Koreaanse bedrijven een groot voordeel. Ze maken kans op een contract van 17 miljard dollar om 12 KSS-III-onderzeeërs voor Canada te bouwen, en het gebrek aan scheepsbouwcapaciteit in Amerika kan bovendien leiden tot extra orders van de Amerikaanse marine.
Het meest ambitieuze project is de KF-21-straaljager, die eind volgend jaar operationeel moet zijn. Hij wekt belangstelling in Oost-Europa, de Golf en Zuid-Azië. Momenteel is het een toestel van de 4,5e generatie, maar de volgende update moet er een volwaardig Stealth-gevechtsvliegtuig van de vijfde generatie van maken, uitgerust met in eigen land gebouwde motoren. Dan zal blijken of Zuid-Korea kan concurreren met de meest geavanceerde Amerikaanse toestellen, zoals de F-35, meent het Koreaans Instituut voor Defensieanalyse. Zelfs Japan en Israël zijn daarin nog niet geslaagd.
De Turkse opmars
Een andere rijzende ster is Turkije. In de voorbije vijf jaar zijn de Turkse wapenexporten gestegen van bijna 2 miljard naar meer dan 7 miljard dollar. Dat is het resultaat van inspanningen om strategische autonomie te verwerven, mee gestuurd door het civiel geleide Defensie-industrieagentschap. Drones van het Turkse bedrijf Baykar overtreffen Chinese modellen. Meer dan 500 TB2-vliegtuigdrones zijn verkocht aan meer dan dertig landen. Saoedi-Arabië heeft een contract van 3 miljard dollar om een geavanceerdere drone, de Acinki, in coproductie te bouwen. Baykar runt ook een joint venture met het Italiaanse Leonardo, dat de Kizilelma-dronenjager ziet als ‘trouwe wingman’ naast de toekomstige zesde-generatie GCAP-straaljagers.
Het gevaar van een nieuwe wapenwedloop: maakt 800 miljard euro Europa écht veiliger?
President Recep Tayyip Erdogan geniet van de diplomatieke invloed die wapenverkoop in Afrika en het Midden-Oosten oplevert. Maar Turkse bedrijven mikken ook op rijke Europese landen. Serhat Guvenc van de Kadir Has-universiteit zegt dat Europese zorgen over de mensenrechtensituatie in Turkije een luxe zijn die men zich niet langer kan permitteren.
Turkse wapens voldoen aan NAVO-normen, zijn betaalbaar en kennen geen beperkende voorwaarden bij verkoop. Het aanbod is bovendien indrukwekkend breed.
Turkse wapens zijn beproefd in de strijd tegen de Koerden en bij interventies in Syrië en Libië. Ze voldoen aan NAVO-normen, zijn betaalbaar en kennen geen beperkende voorwaarden bij verkoop. Het aanbod is indrukwekkend breed: van gepantserde voertuigen zoals de op de K2 gebaseerde Altay-tank, artillerie, raketten en luchtverdedigingssystemen tot radars, oorlogsschepen (waaronder de MILGEM-familie van fregatten en torpedobootjagers), de Hurjet-aanvalstrainer, de ATAK-helicopter, bewapende drones en elektronische oorlogsvoeringsystemen.
Begin dit jaar sloten Turkije en Spanje een coproductiecontract van 1,6 miljard dollar voor maximaal 30 Hurjets. Turkije verkoopt 1059 Otokar Cobra II-pantservoertuigen aan Roemenië in een deal van ongeveer 930 miljoen dollar, en Portugal tekende in december 2024 een contract van 134 miljoen dollar voor bevoorradingsschepen. In 2023 werd Turkije, dat ook raketten ontwikkelt, door Duitsland uitgenodigd om deel te nemen aan het Europese Sky Shield Initiative. Turkije zou zo van de elfde naar de vijfde plaats klimmen in de wereldranglijst van wapenexporteurs. Net als Zuid-Korea werkt het bovendien aan een straaljager van de vijfde generatie: de TAI Kaan. Die moet niet alleen de Turkse F-16’s vervangen, maar ook internationaal concurreren als goedkoop alternatief voor de F-35, met potentiële interesse uit Indonesië, Azerbeidzjan, Saoedi-Arabië en Pakistan.
Grenzen aan de groei
Kort na de Russische invasie van Oekraïne pochte de toenmalige Zuid-Koreaanse president dat zijn land tegen 2027 de vierde grootste wapenexporteur ter wereld zou zijn, met 5 procent van de markt. Dat lijkt ambitieus. In 2022 haalde Zuid-Korea een verkoop van 17,3 miljard dollar, dit jaar mikt het op zo’n 23 miljard. Maar de concurrentie wordt heviger. Er zou stilaan een braindrain op gang komen van ervaren Koreaanse en Turkse ingenieurs naar westerse bedrijven die beter betalen. En overheden met beperkte budgetten kunnen tegen hun limiet aanlopen. Toegang tot geavanceerde technologie blijft bovendien beperkt: de productie van Koreaanse straaljagers voor Polen stokt omdat Amerika nog geen toestemming heeft gegeven voor de export van bepaalde componenten. Turkije blijft uitgesloten van grote westerse samenwerkingsprojecten, zoals de F-35. Zelfs Rusland zou zich opnieuw kunnen mengen. Toch loont het voor de nieuwe uitdagers in de steeds intensere mondiale wapenwedloop om hoog te mikken.