‘De N-VA zal niet gauw dezelfde flater begaan als de Catalaanse nationalisten’

© Franky Verdickt

Het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven kon niet anders dan clashen met de constitutionele logica van Madrid, zegt historicus Vincent Scheltiens. Dat neemt niet weg dat ‘beide kampen qua stommiteiten niet voor elkaar hebben ondergedaan’.

Het zijn drukke tijden voor Spanjewatchers. Historicus Vincent Scheltiens van de Universiteit Antwerpen is behalve nationalisme-expert ook specialist van de hedendaagse geschiedenis van Spanje. De voorbije maanden publiceerde hij een reeks genuanceerde opiniestukken over de Catalaanse crisis, die begon met het onafhankelijkheidsreferendum van 1 oktober 2017 en intussen tot een nationale, Spaanse crisis is geëscaleerd.

Scheltiens’ belangstelling is niet louter academisch. Opiniestukken signeert hij naar Spaanse gewoonte met dubbele achternaam: Scheltiens-Ortigosa. Zowel moeder als vader is als kind in België aangespoeld, op de vlucht voor de Spaanse Burgeroorlog en de daaropvolgende Franco-dictatuur. De tweede achternaam is een eresaluut aan zijn grootvader van moederskant, die hij nooit heeft gekend. Opa Ortigosa was een van de 130.000 burgers die door franquisten standrechtelijk werden geëxecuteerd en in een anoniem graf zijn verdwenen.

Ik huiver voor parallellen tussen de opgesloten Catalanen en de politieke gevangenen onder Franco. Die gaan niet op. Spanje is een rechtsstaat.

Terwijl we zitten te praten in zijn huis dicht bij het Antwerpse Sint-Jansplein gaat in Madrid het proces tegen de Catalaanse separatisten zijn tweede week in (zie kaderstuk). Vlak voor de aanvang van het historische proces struikelde ook het minderheidskabinet van de socialist Pedro Sánchez over de Catalaanse kwestie. En dus mogen de Spanjaarden straks twee keer naar de stembus: op 28 april voor het Spaanse parlement, op 26 mei voor de Europese en lokale verkiezingen.

‘Het proces wordt door zowat alle Spaanse media live gestreamd’, zegt Scheltiens. ‘Ik was zoals iedereen benieuwd naar de verklaringen van gewezen premier en Partido Popular-leider Mariano Rajoy. Hij deed zijn uiterste best om de openbare aanklager naar de mond te praten en vooral niks te vertellen wat de beschuldiging van ‘gewelddadige opstand’ zou kunnen weerleggen. Hij probeerde ook angstvallig zijn eigen verantwoordelijkheid voor het politiegeweld tijdens het referendum te minimaliseren. Een opmerkelijke getuige was Cristobál Montoro, Rajoys minister van Financiën, die eerder had verklaard dat niets erop wees dat de Catalaanse regering van Carles Puigdemont overheidsgeld zou hebben besteed aan het referendum. Opvallend, want ‘misbruik van belastinggeld’ is naast ‘rebellie en ophitsing’ de voornaamste tenlastelegging tegen de beklaagden. Op het proces heeft Montoro evenwel gas teruggenomen. Ook hij wil de openbare aanklager duidelijk niet voor de voeten lopen.’

De openbare aanklager eist draconische straffen. Hoofdbeklaagde Oriol Junqueras, leider van de links-republikeinse partij Esquerra Republicana de Catalunya (ERC) en Catalaans vicepremier ten tijde van het referendum, riskeert zelfs 25 jaar. De bikkelharde vorderingen staan of vallen met het hard maken van de zwaarste beschuldiging: rebellie.

Vincent Scheltiens: Ik heb het gevoel dat het dossier rebellie niet zwaar weegt. Overtuigend beeldmateriaal van separatistisch geweld is er blijkbaar niet. Dat is er wel ten overvloede als het gaat over de brutaliteit waarmee de Guardia Civil en de Policía Nacional tijdens het referendum te keer zijn gegaan. De belegering van Catalonië met 7000 manschappen, opgetrommeld uit kazernes in alle hoeken van Spanje, blijft in mijn ogen een onvergeeflijke stommiteit van Rajoy. Waarom konden ze de Catalanen hun referendum niet in alle rust laten organiseren? Dat had Madrid geenszins belet om het resultaat achteraf als ongrondwettelijk te verwerpen. Nu ja, in het andere kamp hebben ze qua stommiteiten echt niet ondergedaan voor Madrid.

'De belegering van Catalonië met 7000 manschappen blijft in mijn ogen een onvergeeflijke stommiteit van Rajoy.'
‘De belegering van Catalonië met 7000 manschappen blijft in mijn ogen een onvergeeflijke stommiteit van Rajoy.’© FRANKY VERDICKT

Waar zijn Carles Puigdemont en zijn medestanders volgens u de mist in gegaan?

Scheltiens: Ze hebben de vijandigheid van het Spaanse establishment zwaar onderschat en de goodwill van de Europese leiders zwaar overschat. Ik denk dat ze ook het enthousiasme van het Catalaanse bedrijfsleven voor de onafhankelijkheid veel te rooskleurig hebben ingeschat. Het wees allemaal op amateurisme en improvisatie.

In wezen is dit de botsing tussen twee onverzoenbare logica’s. Binnen de Catalaanse context sluit het onafhankelijkheidsproces als een bus. Alle stappen werden democratisch gelegitimeerd, weliswaar telkens met een kleine meerderheid waarvan ik betwijfel of die vandaag nog bestaat. De vergelijking met de brexit ligt voor de hand. In beide gevallen kun je de vraag stellen of het verantwoord is om een zo ingrijpende beslissing via een volksraadpleging te regelen.

Het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven kon niet anders dan clashen met de constitutionele logica van Madrid. De grondwet van 1978 is voor het Spaanse establishment heilig en laat geen referendum over afscheiding toe, punt uit. De juridisering van het conflict was onvermijdelijk, dat is het dramatische van deze situatie. Het gaat om een politiek probleem dat een politieke oplossing vraagt, een proces dat onvermijdelijk met lange onderhandelingen en veel compromissen gepaard gaat. Helaas hebben de politici de controle verloren. En ingrijpen in de lopende rechtszaken is ondenkbaar, dat zou een flagrante schending van de scheiding der machten betekenen.

Voor Catalaanse nationalisten is dit een politiek proces en zijn de beklaagden politieke gevangenen. Ziet u dat ook zo?

Scheltiens: Het gaat om verkozen politici die worden vervolgd. Dus ja, in die zin heeft het proces een politieke lading. Maar ik huiver voor parallellen tussen de opgesloten Catalanen en de politieke gevangenen onder Franco. Die vergelijking gaat niet op. Spanje is een rechtsstaat.

Een rechtsstaat met een gepolitiseerde magistratuur, zeggen critici.

Scheltiens: Die kritiek vind ik te gemakkelijk. Het klopt niet dat procureurs en magistraten in de Catalaanse crisis het ‘vuile werk’ voor Rajoy moesten opknappen. De Spaanse justitie heeft haar onafhankelijkheid al meermaals bewezen. De voorbije jaren werden in verschillende corruptiedossiers topfiguren van de regerende Partido Popular zwaar veroordeeld, net zoals eerder al met vooraanstaande socialisten was gebeurd. Het feit dat topmagistraten politiek worden benoemd, doet daar niks aan af. Of ze nu een stempel van de PP of van de PSOE dragen, alle magistraten delen dezelfde verknochtheid aan de grondwet.

Als iemand tot een Catalaanse Mandela kan uitgroeien, dan is het wel Oriol Junqueras, wiens partij ERC de diepste wortels heeft in Catalonië.

De belangrijkste hoofdverdachte, Carles Puigdemont, staat niet terecht voor het Hooggerechtshof. Hoe zal de geschiedenis over hem oordelen?

Scheltiens: Hard, vrees ik. Kijk naar de manier waarop hij op 27 oktober 2017 de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen. Tot het laatste nippertje heeft hij getwijfeld, er was al een perszaal gereserveerd waar hij nieuwe verkiezingen zou aankondigen. Dat was hem aangeraden door de Baskische premier Iñigo Urkullu, een erg geslepen politicus. Geen onafhankelijkheidsverklaring maar regionale verkiezingen om het draagvlak van het referendum te verbreden: dat was volgens Urkullu de logische stap. Toch heeft Puigdemont het geweer nog van schouder veranderd. Hij heeft eenzijdig de Catalaanse onafhankelijkheid uitgeroepen – om die na ongeveer acht seconden on hold te verklaren. Vervolgens is hij in zijn auto gesprongen en naar Brussel gevlucht.

Om de Catalaanse zaak te internationaliseren, heeft hij uitentreuren verklaard. Volgt zijn achterban hem daarin?

Scheltiens: Puigdemont heeft het morele leiderschap over het Catalaanse nationalisme definitief verloren aan Oriol Junqueras. Het verschil tussen beiden is natuurlijk frappant. Puigdemont woont in een villa in Waterloo, Junqueras zit al 16 maanden vast in een Spaanse cel. Als iemand tot een Catalaanse Mandela kan uitgroeien, dan is het wel Junqueras, wiens ERC van alle partijen de diepste wortels heeft in Catalonië. Puigdemont doet er alles aan om politiek relevant te blijven via zijn opvolger en partijgenoot Quim Torra, die hij als een soort handpop vanuit Brussel aanstuurt. Het politieke landschap in Catalonië is in volle beweging. Puigdemont probeert met zijn nieuwe partij Crida nacional per la República een breed nationalistisch platform te creëren. Met beperkt succes, terwijl je intussen wel een opvallende hergroepering rond de ERC ziet ontstaan, met zelfs aanhangers van Podemos en de extreemlinkse CUP.

Ook de nationale partijpolitiek is in volle beweging. Volgens sommige peilingen zou de nieuwe, extreemrechtse Vox tot 20 procent van de stemmen kunnen behalen. Een neveneffect van de Catalaanse crisis?

Scheltiens: Vox is ontstaan als reactie op de corruptieschandalen binnen de Partido Popular. Maar de spectaculaire doorbraak van de partij komt inderdaad op het conto van de Catalaanse crisis. Zo gaat dat in een land met concurrerende nationalistische bewegingen: het subnationalisme van de minderheid die zich gediscrimineerd voelt, heeft het latente nationalisme van de meerderheid doen opflakkeren. Let wel, dat Spaanse nationalisme put uit meerdere bronnen. Je vindt er het onbehagen over de globalisering in terug en de eeuwige tegenstelling tussen de stedelijke elite en de periferie die zich achtergesteld en geminacht voelt. Stap een café binnen in een dorp of provinciestad en je ziet aan de toog het kernpubliek van Vox staan: mannen die vinden dat het de spuigaten uitloopt met migratie, die het niet pikken dat er beperkingen komen op stierenvechten of op de jacht, macho’s die al dat gedoe over genderissues niet snappen.

'Premier Sánchez kón de Catalaanse eisen niet inwilligen, maar zijn aanpak was wel een verademing na Rajoy.'
‘Premier Sánchez kón de Catalaanse eisen niet inwilligen, maar zijn aanpak was wel een verademing na Rajoy.’© FRANKY VERDICKT

Vox levert in Andalusië gedoogsteun aan de rechtse deelstaatregering van Partido Popular en Ciudadanos. Dat scenario zou zich na 28 april kunnen herhalen bij de vorming van een nationale regering. Die drie partijen steken elkaar de loef af met anti-Catalaanse standpunten. Hebben de Catalaanse nationalisten zich in de eigen voet geschoten door de val van socialist Pedro Sánchez uit te lokken?

Scheltiens: Zeker weten. Ik snap hun strategie echt niet. Ze doen alsof het niet uitmaakt of er in Madrid een linkse dan wel een rechtse regering aan de macht is. Onzin! Sánchez kón de Catalaanse eisen – een nieuw referendum, stopzetting van de processen tegen de Catalaanse leiders – niet inwilligen, maar zijn aanpak was wel een verademing na Rajoy. Er werd druk van de ketel gelaten en tijd gekocht, een absolute noodzaak om te onderhandelen over een politieke oplossing. Denken de Catalaanse nationalisten echt dat de Partido Popular of Ciudadanos daartoe bereid zijn? Met de hete adem van Vox in de nek, een partij die het afschaffen van de regionale autonome gemeenschappen als programmapunt heeft?

Trouwens, het ten val brengen van de regering-Sánchez was niet alleen schadelijk voor de eigen zaak. Zijn weggestemde begroting brak voor het eerst met het harde besparingsbeleid van Rajoy. Hogere minimumpensioenen, sociale investeringen, daar kunnen alle Spanjaarden nu naar fluiten.

In uw boek Met dank aan de overkant hebt u België beschreven als een land van twee nationalismen. Ziet u parallellen met het nationalisme in Spanje?

Scheltiens: Er is een belangrijk verschil. In Spanje botst het nationalisme van een minderheid met dat van de meerderheid. Die hiërarchie bestaat hier niet. Voormalig premier Jean-Luc Dehaene heeft het in een van zijn laatste interviews mooi geformuleerd: België is de optelsom van twee mentale minderheden. Ik laat mijn boek niet toevallig beginnen met een VTM-RTL-debat tussen Bart De Wever en Paul Magnette uit 2014. Het was hun allereerste ontmoeting, op zich al een merkwaardige vaststelling. Twee politieke kopstukken kunnen elkaar jarenlang ontlopen, en dat in een klein land zoals België. Het debat zelf was geen echt debat. De Wever en Magnette richtten zich over het hoofd van hun opponent rechtstreeks tot hun achterban. De Wever om te waarschuwen voor het gevaar van de PS-staat, Magnette om de tegenovergestelde boodschap te brengen.

Solidariteit met Carles Puigdemont en zijn opgesloten ministers? Als grootste partij had de N-VA beslist meer moeite kunnen doen.

Onmiddellijk nadat ze uit de regering-Michel was gestapt, wees de N-VA op het gevaar van de PS-staat.

Scheltiens: Het Vlaamse en het Waalse nationalisme zijn met elkaar opgegroeid, met wederzijdse clichés en vijandbeelden als voedingsstof. De bedding van beide nationalismen werd al in de negentiende eeuw uitgegraven, met vaak stuitend racistische uitspraken over de overkant. Die gevoelens zijn bijzonder hardnekkig. Tijdens crisisperiodes, zoals de Tweede Wereldoorlog of de Koningskwestie, laaiden ze fel op. Het merkwaardige is dat ze daarna niet zijn verdampt. De taalgrens werd vastgelegd, België begon aan een lang proces van staatshervormingen. Toch bleef het wederzijdse vijandbeeld overeind, tot de dag van vandaag. Vooral de N-VA en de PS maken daar dankbaar gebruik van, ze zijn elkaars beste vijanden. Voor buitenlanders is het wellicht moeilijk te vatten dat de Belgische constructie overeind blijft, terwijl onderhuids het antagonisme tussen die twee minderheidsnationalismen woekert.

De kans is groot dat het Vlaamse en het Waalse nationalisme na de verkiezingen nog harder met elkaar zullen botsen. Vlaanderen stemt overwegend rechts, in Wallonië boomt de extreemlinkse PTB en maakt de PS een comeback. Wordt België straks de facto onbestuurbaar op het federale niveau?

Scheltiens: Dat is waar de N-VA op aanstuurt. Bart De Wever maakt daar geen geheim van, hij schrijft het haast letterlijk in zijn nawoord bij Frank Seberechts boek Onvoltooid Vlaanderen. In die zin is het ook logisch dat hij minister-president wil worden, de machtigste politicus in een confederaal België. Voor een onafhankelijke Vlaamse republiek is er geen meerderheid, dat beseft De Wever ook. Een paar jaar geleden werd het draagvlak voor separatisme gepeild op 20 procent. Ik denk niet dat het intussen veel groter is geworden. De N-VA zal niet dezelfde flater begaan als de Catalaanse nationalisten en een referendum over Vlaamse onafhankelijkheid eisen. Onder de geel-zwarte façade schuilt een echte machtspartij. Want is het niet merkwaardig? In mei 2014 wordt de N-VA de grootste partij van het land, een historische primeur voor het Vlaams-nationalisme. En wat doet ze met die macht? Ze mobiliseert zwaargewichten als Jan Jambon, Theo Francken en Johan Van Overtveldt om de Belgische huishouding te beredderen. Dat is alsof Oriol Junqueras morgen de nieuwe Spaanse minister van Binnenlandse Zaken zou worden.

Vincent Scheltiens

– 1962: geboren in Mechelen

– studeert geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen

– was verbonden aan het Studiecentrum Oorlog en Maatschappij (CegeSoma).

– doctoraat over de Vlaamse en Waalse identiteitsconstructie, publiceert daarover in 2017 Met dank aan de overkant (uitg. Polis)

– gastlector aan de UAntwerpen en de KU Leuven

Wat zou Bart De Wever vinden van de Catalaanse onafhankelijkheidsverklaring?

Scheltiens: Ik stel bij de N-VA een discrepantie vast. Tweederangsfiguren als Europarlementslid Mark Demesmaeker of Kamerlid Peter Luykx mochten in Catalonië met republikeinse vlaggen gaan zwaaien, terwijl de N-VA-ministers in de regering-Michel zich gedeisd hielden. Solidariteit met Carles Puigdemont en zijn opgesloten ministers? Weinig van gezien. Als grootste partij binnen de regering had de N-VA beslist meer moeite kunnen doen. De enige N-VA’er die echt zijn nek heeft uitgestoken, was Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans. Zijn kritiek op de Spaanse regering en justitie kostten de Vlaamse zaakgelastigde in Madrid zijn accreditatie, maar toch nam Peumans geen gas terug. Voor zo’n houding kan ik wel respect opbrengen.


QUÉ PASA?

1. Het proces tegen 12 Catalaanse leiders voor het Hooggerechtshof in Madrid wordt gezien als de belangrijkste rechtspleging sinds het herstel van de Spaanse democratie in 1976.


9 van de 12 hoofdbeklaagden worden beschuldigd van gewapende rebellie. Met wapens hebben ze nochtans niet gezwaaid bij de organisatie van het onafhankelijkheidsreferendum op 1 oktober 2017. Wat hen euvel wordt geduid? Obstructie van ordediensten tijdens massabetogingen. Het omsingelen en met separatische slogans bekladden van politiecombi’s kan hen duur te staan komen.


De zwaarste straf, 25 jaar, wordt geëist voor vicepremier en ERC-leider Oriol Junqueras. De Catalaanse parlementsvoorzitter Carme Forcadell en burgeractivisten Jordi Cuixart en Jordi Sànchez riskeren 17 jaar. Tegen vijf ministers uit de regering-Puigdemont wordt 16 jaar geëist. Drie andere ministers hoeven zich alleen voor opruiing en misbruik van overheidsmiddelen te verantwoorden, lichtere aanklachten waarop 7 jaar staat. In tegenstelling tot de andere beklaagden werden ze niet in voorlopige hechtenis genomen.


De uitspraak van het Hooggerechtshof wordt op z’n vroegst eind april verwacht, na de parlementsverkiezingen van 28 april. De vonnissen kunnen een politieke schokgolf door heel Spanje jagen.


De Spaanse justitie kent geen processen bij verstek, wat verklaart waarom de gewezen Catalaanse premier Carles Puigdemont en vijf van zijn voortvluchtige ministers niet op de beklaagdenbank zitten. Hun proces volgt later, als ze worden uitgeleverd of vrijwillig terugkeren.


2. Behalve voor het Tribunal Supremo lopen er nog verschillende rechtszaken tegen het Catalaanse separatisme. Het Tribunal Superior de Justicia de Catalunya vervolgt zes voormalige parlementsleden voor het faciliteren van de organisatie van het referendum en de daaropvolgende eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring.


3. Josep Lluís Trapero, gewezen hoofd van de Catalaanse politie Mossos d’Esquadra, moet zich samen met drie ondergeschikten verantwoorden voor de Audiencia Nacional, een hoge rechtbank die onder meer terreurzaken behandelt.


4. Ten slotte lopen er voor lagere rechtbanken nog processen tegen regeringsmedewerkers en leden van de Catalaanse kiescommissie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content