De malaise in Iran neemt stilaan apocalyptische proporties aan

Iraans president Hassan Rohani. © iStock

‘De situatie in het Midden-Oosten is precair, met permanente provocaties die nét niet leiden tot een groter conflict’, schrijft Jonathan Holslag, professor internationale betrekkingen aan de VUB.

Een nationale munt die amper nog wat waard is, consumptieprijzen die in 2019 wellicht opnieuw met 40 procent zullen stijgen, stakingen die zich als een lopend vuurtje verspreiden, overstromingen en een plaag van woestijnsprinkhanen in het zuiden van het land: de malaise in Iran neemt stilaan apocalyptische proporties aan. Volgens peilingen vindt 70 procent van de Iraniërs de economische situatie slecht tot zeer slecht. En alsof dat nog niet genoeg is, hebben de Verenigde Staten aangekondigd de Iraanse olie-uitvoer verder te willen beperken en nieuwe maatregelen tegen de Iraanse staal- en aluminiumindustrie te overwegen. De Amerikanen hebben Iran in een hoek gedrongen. Maar wat nu?

De Amerikanen hebben Iran in een hoek gedrongen. Maar wat nu?

De amerikanen voeren een politiek van maximale druk. Een jaar geleden hebben ze zich eenzijdig teruggetrokken uit het nucleaire akkoord met Iran. Dat het land zijn nucleaire programma volledig moest stopzetten, was maar een van de twaalf eisen die minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo toen verwoordde. De VS willen ook dat Iran zijn productie van raketten staakt, zijn steun aan gewapende groepen in Libanon, Syrië, Irak, Jemen en Afghanistan opzegt, en dat het ophoudt met zijn dreigementen aan het adres van Israël. Samen lezen die eisen als een voorstel tot overgaveverdrag.

Het is twijfelachtig dat Iran zich daarnaar zal plooien. De Iraniërs hebben bijna veertig jaar lang weerwerk geboden aan de VS, vaak in penibele omstandigheden. Ondanks de maximale druk op het land is er geen implosie aan de top in zicht. De religieuze leider, Ali Khamenei, zit stevig in het zadel. De naar schatting drie miljoen clerici, industriëlen, politici en strijders die tot de harde kern van het regime behoren, beseffen al te goed wat er op het spel staat. De bevolking mort – naar schatting 10 tot 30 procent van de Iraniërs leeft nu in armoede – maar de meeste opstanden keren zich nog tegen lokale leiders, tegen de corruptie en tegen de economische politiek van president Hassan Rouhani, die sowieso naar het einde van zijn ambtstermijn gaat. Veel Iraniërs leven liever arm en kalm dan opstandig te zijn en hun leven te riskeren. Ze beseffen ook dat het zonder het religieuze regime allemaal nog chaotischer kan worden.

De Amerikaanse houding vergroot de steun van de Iraniërs voor een hard buitenlandbeleid en een dito veiligheidsbeleid zelfs. Ze zijn ziedend over de terugtrekking van Washington uit het nucleaire verdrag en vinden dat de Europese Unie onvoldoende heeft gedaan om het uit te voeren. Terwijl zij grotendeels aan dat verdrag tegemoet zijn gekomen, heeft het Westen hen belazerd: dat is de perceptie.

Iran wordt armer maar strijdvaardiger. Maar het zal een escalatie proberen te voorkomen.

Ook enkele recente terreuraanslagen in het land zelf beroeren de gemoederen. Volgens Iraanse media zijn die georkestreerd door Saudi-Arabië en het Westen. Meer en meer Iraniërs zijn gewonnen voor het behoud van het nucleaire programma, voor de ontwikkeling van raketten en voor economische zelfredzaamheid. Of er na de presidentsverkiezingen nu een gematigde of een radicalere president aan de macht komt, Iran zal weinig geneigd zijn om het Amerikaanse overgaveverdrag te aanvaarden.

Liever isolement dan overgave. Wat zal volgen, is een blijvend grijzezoneconflict. Een guerrillaoorlog. Iran beseft dat het kwetsbaar is, zowel voor sancties en cyberaanvallen als voor kleine chirurgische interventies. Het zal voldoende weerwerk bieden – door raketten te ontwikkelen, via zijn nucleaire programma, via zijn proxy-conflicten in de regio – om te tonen dat het zich niet gewonnen geeft. Iran wordt armer maar strijdvaardiger. Maar het zal een escalatie proberen te voorkomen.

Helemaal uitsluiten kun je die escalatie niet. De rebellen die Iran steunt, lopen niet volledig aan een leiband: onbedoeld kunnen ze ver gaan in hun acties. De kans op aanvaringen blijft aanzienlijk in, bijvoorbeeld, de Perzische Golf en Irak. En ook Israël blijft een onzekere factor, omdat premier Benjamin Netanyahu er vaak baat bij heeft om nét iets verder te gaan in zijn druk op Iran, alleen al om zijn hardliners aan boord te houden en te voorkomen dat de aandacht van de VS te zeer naar Oost-Azië verschuift.

De situatie in het Midden-Oosten blijft daardoor precair. Met permanente provocaties die nét niet leiden tot een groter conflict. Met de impasse die in Syrië die in stand gehouden wordt. Met Libanon, dat een arena blijft, en Jemen, dat een afschuwelijk kluwen blijft. En met het verder aangewakkerde nationalisme tussen de Golfstaten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content