De Chinese hoofdstad wil af van zijn migranten: ‘Nu we niet meer nuttig zijn, jaagt Peking ons weg’

Een man loopt op street in een dorp dat vooral bewoond wordt door migranten, Tongzhou, Peking, China, 16 december 2017. © Reuters
Alderik Jacobs
Alderik Jacobs Freelance medewerker Knack.be

Peking wil een moderne wereldstad worden. Liefst zonder ‘lagekwaliteitsmigranten’. Het is een deel van een nationaal plan om migranten volgens economische kwaliteiten te spreiden over een hiërarchie van steden.

Het is een eind rijden naar Yuejiawucun, een dorp in het stadsdistrict Daxing, veertig kilometer ten zuiden van het centrum. Bai Ye en haar echtgenoot runnen er sinds februari een kleine supermarkt. ‘Het was niet eenvoudig om deze plek te vinden. Zelfs hier is de huur duur’, zucht ze. ‘We worstelen al twintig jaar om in Peking te overleven. Ik ben echt op’. Begin dit jaar was het echtpaar uit de provincie Henan nog een van de laatste overgebleven migranten ten noorden van Xinjiancun. In een stoffige zijstraat baatten ze een kruidenierwinkeltje uit.

‘A Wu huan, ni bi liu huan shao yi huan’. Vijfde ring, je bent een ring minder dan de zesde. Zo gaat het refrein uit het aanstekelijke Chinese rapmelodietje dat de draak steekt met de uitdijende verstedelijking. Peking is een pannenkoek. Giet in het midden van de pot wat deeg en het smeert zich verder uit. Pal in het centrum ligt de Verboden Stad, het oude paleis van de keizer. De oude stadsomwalling maakte plaats voor een zesbaansweg, die naar Sovjetmodel gekopieerd werd in concentrische ringwegen. Twintig kilometer van het Plein van de Hemelse Vrede verwijderd, voorbij de vijfde ringweg, ligt de wereld van de stadsdorpen. Hier wonen de migranten uit het Chinese platteland.

Lagekwaliteitsmigranten

Het Xinjiancun van Bai Ye trekt weer enkele migrantenfamilies aan. Het verlaten stadsdorp naast de zesde ringweg, was niet lang geleden nog een centrum van kledingindustrie. Maar nu wacht het op de afbraak. ‘Wanneer? Dat weet ik ook niet’, zegt een nieuwe bewoner.

In de winter sloopten bulldozers alle fabrieken naast het dorp. Daar kwamen verleden jaar op 18 november negentien mensen om bij een brand in een krakkemikkig gebouw, dat ook dienstdeed als werkplaats en opslagruimte. Binnen woonden er vierhonderd mensen samengepropt. ‘Lagekwaliteitsmigranten’, zo noemen stadsfunctionarissen hen. Cai Qi, de politieke leider van de hoofdstad, kondigde onmiddellijk een veertig dagen durende brandveiligheidscampagne aan tegen onveilige en illegale gebouwen. Tientallen stadsdorpen werden geviseerd. Op de vooravond van een koude winter kwamen plots honderdduizend migranten op straat te staan.

De plannen voor afbraak bestonden al langer, maar de brand heeft alles versneld. ‘Voor de overheid was het een voorwendsel om het aantal “lagekwaliteitsmigranten” en stadsdorpen in Peking te verminderen’, zegt Wong Tai-Chee, professor stadsgeografie aan de Nanyang Technological University. ‘De laaggeschoolde migranten schaden bovendien het imago van een moderne hoofdstad’.

De brand in Xinjiancun betekent ook de finale doodsteek voor de wegkwijnende kledingindustrie in het zuiden van Peking. In de jaren negentig groeide een voorloper, de migrantenenclave Zhejiangcun, uit tot het belangrijkste textielcentrum in Noord-China. Goedkope jassen en schoenen werden er in nabije groothandelsmarkten verkocht. De meeste worden nu door overheid gesloten. Fabrieksbazen trekken weg.

‘Mijn vrienden en buren werkten allemaal in kleine fabriekjes en opslagplaatsen. De meesten keerden terug naar hun geboortedorp’, zegt Bai Ye. ‘Onze weg is nooit makkelijk geweest. En in Peking is ze nu geblokkeerd. Volgend jaar, wanneer de metrolijn naast het dorp af is, verdwijnen ook de constructiewerkers, en zullen we minder klanten hebben. Peking wil geen laaggekwalificeerde migranten meer. We proberen te verhuizen naar een stad het zuiden van China’.

Door de oprukkende verstedelijking hebben de dorpen rondom Peking zelf hun landbouwgrond verloren. Om nieuwe inkomsten te krijgen, verbouwen de dorpelingen hun huizen met goedkope en onveilige materialen en verhuren ze die illegaal aan plattelandsmigranten.

Vijfduizend voetbalvelden

In 2000 telde Peking 13,6 miljoen inwoners, vandaag is dat aantal gestegen tot 21,7 miljoen. In tien jaar tijd verdubbelde het aantal migranten in de hoofdstad naar acht miljoen. Een groot deel komt uit het arme Chinese platteland. In de honderdtal dorpen rondom de stad wonen ze in kleine kamers.

Want hier is de huur nog enigszins betaalbaar. Dat komt omdat Peking uit twee soorten grondmarkten bestaat. ‘Stedelijk land dat officieel bezit is van de staat, die er gebruiksrechten uitreikt en het omliggende land, met dorpen en akkerland, dat eigendom is van dorpscomités’, zegt Christian Kesteloot, professor stadsgeografie aan de KU Leuven. Door de oprukkende verstedelijking hebben de dorpen rondom Peking zelf hun landbouwgrond verloren. Om nieuwe inkomsten te krijgen, verbouwen de dorpelingen hun huizen met goedkope en onveilige materialen en verhuren ze die illegaal aan plattelandsmigranten.

Dorpsafbraken zijn niet nieuw. Vanaf de jaren negentig ondernam de overheid verschillende sloopcampagnes. In de hoofdstad van China leeft de angst voor chaotische dichtbevolkte sloppenwijken, waar de overheid geen controle over heeft. Tegelijk is er ook de marktlogica, die goedkope arbeid wil. Afbraak was in het verleden altijd een tijdelijke ingreep. Want migranten verhuisden naar verder afgelegen dorpen.

Een andere motivatie om dorpen te slopen, zijn de opbrengsten die het oplevert. ‘Stadsdorpen worden afgebroken en omgevormd in stedelijk land. De overheid verpacht de grond vervolgens aan een veel duurdere prijs aan commerciële vastgoedontwikkelaars,’ zegt Christian Kesteloot. De eenmalige fiscale inkomsten die hieruit voortvloeien, vormen een vierde van de stedelijke inkomsten van Peking.

Meneer He woonde verleden jaar nog met zijn vrouw in Shaziyingcun, een stadsdorp in het noordoostelijk stadsdistrict Chaoyang. ‘Opeens moesten we allemaal het dorp verlaten.’ De man heeft een nieuw kamertje gevonden in het naburige dorp Hejiazhuang. Maar gerust is hij niet. ‘Ik heb gehoord dat dit dorp binnenkort ook tegen de vlakte gaat’.

Door de afbraakcampagne betaalt meneer He in zijn huidige stadsdorp drie keer meer huur dan vorig jaar. ‘Als ik elke maand maar iets meer dan drieduizend yuan kan verdienen en maar duizend yuan kan sparen, moet ik dan nog in Peking blijven? Uiteindelijk zullen enkel de migranten blijven die het duurdere leven aankunnen.’

Een stuk speelgoed ligt onder het puin van een vernielde woning gebouwd met materiaal van lage kwaliteit, Tongzhou, Peking, China, 16 december 2017.
Een stuk speelgoed ligt onder het puin van een vernielde woning gebouwd met materiaal van lage kwaliteit, Tongzhou, Peking, China, 16 december 2017.© Reuters

Satellieten en tentakels

‘Die daar? Dat kan ik nooit betalen!’, lacht Meneer He. Hij kijkt op naar de hoge appartementsgebouwen, die zijn nieuwe stadsdorp is in het vizier krijgen. Twintig jaar geleden woonde de bevolking van Peking nog bijeengepakt in het rond het centrum. Maar het stedelijk masterplan (2004-2020) maakte van de hoofdstad een uitgespreide megastad met satellietsteden.

Metrolijnen zijn daarbij de tentakels van de verstedelijking en de gids voor toekomstige landontwikkelingen. Peking heeft een van de minst betaalbare huizenmarkten ter wereld. Om de huizenprijzen af te koelen en tegemoet te komen aan de grote vraag bouwt de stad tussen 2017 en 2021 anderhalf miljoen nieuwe woningen. Land geveild aan projectontwikkelaars verviervoudigde vanaf 2017. De namen van vele stadsdorpen zullen weldra enkel nog weerklinken in de namen van parken, appartementswijken en metrostations.

Het is een gentrificatieproces waarin de overheid de leiding neemt. Een nieuwe hoogopgeleide middenklasse in hoge appartementstorens neemt de plaats in van de laaggeschoolde plattelandsmigranten. Die worden nog verder de stad uitgeduwd of moeten duurdere huurprijzen aanvaarden. Niet ver van Xinjiancun ligt Yizhuang.

Toch zijn er met de huidige afbraakgolf ook andere redenen mee gemoeid. De brandveiligheidscampagne na de brand in Xinjiancun is deel van een grotere gentrificatiebeweging. De afbraakcampagne begon begin verleden jaar met de sloop van illegale winkeltjes en restaurantjes van migranten in het oude centrum. Ze verspreide zich in de herfst naar de stadsdorpen in de rand om er in alle hevigheid los te barstten. Zo haalde de stadsoverheid zonder problemen haar vooropgestelde doel om veertig miljoen vierkante meter – meer dan vijfduizend voetbalvelden – aan illegale gebouwen af te breken. Een getal dat ze dit jaar nog eens wil overdoen.

Filters

De wortels van de stadsdorpen en afbraakcampagne liggen in het hukou-systeem dat de Communistische Partij in 1958 invoerde. Oorspronkelijk was het is een huishoudregistratiesysteem dat de mobiliteit van de Chinezen inperkte. Boeren kregen van de dorpscommune een stukje land, terwijl stedelingen toegang hadden tot de veel betere sociale voorzieningen, zoals ziekteverzekering, pensioenen en stedelijk onderwijs.

Dat onderscheid is nooit verdwenen. Toen in de jaren tachtig de economie opende en de beperkingen op migratie werden opgeheven, trokken Chinezen uit het platteland massaal naar de steden. Steden kregen zo de broodnodige goedkope arbeid voor hun prille economische ontwikkeling. Maar plattelandsmigranten krijgen in ruil niet zomaar een stedelijk hukou. Dat zou een te zware last betekenen voor Peking. Eli Friedman, professor sociologie aan de Cornell-universiteit, is het daarmee niet eens. ‘De belastinginkomsten van Peking zijn sinds de jaren negentig verveelvoudigd. Maar het aantal mensen aan wie ze sociale voorzieningen moeten geven, is stabiel gebleven. De stad heeft absoluut de mogelijkheid om ze ook aan laaggeschoolde migranten te geven. Maar ze ziet hen niet als haar verantwoordelijkheid. De extra inkomsten hebben ze gebruikt ten voordele van de eigen bevolking.’

Het hukou-systeem is geëvolueerd naar een systeem om de binnenkomende bevolking te filteren. Daarbij houdt Peking de poort op een alsmaar kleinere kier.

Er zijn verschillende manieren waarop het hukou-systeem lokale inwoners bevoordeelt. Peking heeft de beste scholen van het land. Maar kinderen van plattelandsmigranten kunnen niet toetreden tot het openbaar onderwijs. ‘Elk beweging om het systeem te versoepelen en meer toegang te verschaffen tot mensen van buiten Peking, leidt tot heel veel weerstand. De middenklasse en zelfs rijke mensen in Peking willen meer competitie vermijden.’

Het hukou-systeem is geëvolueerd naar een systeem om de binnenkomende bevolking te filteren. Daarbij houdt Peking de poort op een alsmaar kleinere kier. Dit jaar worden de regels nog verstrengd. Een Peking-hukou krijgen is enkel mogelijk op basis van een strikt puntenstelsel, dat hoogopgeleide migranten, zoals architecten en IT’ers, bevoordeeld. Met haar hoge lonen oefent de Chinese hoofdstad zo niet alleen de grootste aantrekkingskracht uit op de migranten, het richt ook de hoogste onzichtbare muren op.

Wereldstad

Al jaren willen functionarissen de kwaliteit van de stedelijke bevolking verbeteren. Peking zette dan wel bevolkingslimieten, ze werden altijd ruimschoots overschreden. In 2013 zei de onderburgemeester Chen Gang: ‘Waarom komen er zoveel naar Peking? Omwille van de laaggekwalificeerde baantjes. Er is nauwelijks genoeg lucht om te ademen.’ In 2015 zegt de burgemeester, Wang Anshun: ‘Peking is geen leefbare stad meer. Maar is nog steeds een krankzinnige wedloop van mensen om hier te komen, het controleren van de bevolking is het belangrijkste probleem van de overheid’.

Alles veranderde met het nationaal urbanisatieplan (2014-2020) dat naar Peking vertaald werd in het nieuw stadsplan (2016-2035). Dat wil van Peking ‘een harmonieuze en leefbare wereldstad’ maken. Het verwijdert de niet-hoofdstedelijk functies, zoals fabrieken en grootmarkten, uit de stad. De overheid zet een rode lijn voor het bevolkingsaantal dat tegen 2020 niet boven 23 miljoen mag groeien. Peking zelf mag enkel nog bloeien als politiek-culturele hoofdstad en hoogtechnologisch innovatiecentrum.

High-tech

Het herstructureren van de economie met een hogere toegevoegde waarde gaat hand in hand met het tillen naar een hoger niveau van de arbeidskrachten in Peking. Een groot deel van de fabriekjes, winkeltjes en grootmarkten liggen in de rand van Peking, in of naast stadsdorpen. Met die te sluiten wil de overheid ook de laaggekwalificeerde arbeidsmigranten de stad uit.

‘De overheid geeft niet echt waar de laaggeschoolde migranten naartoe gaan. Het belangrijkste voor hen is dat ze niet in Peking zijn’, zegt Eli Friedman. De overheid jaagt hen niet direct uit de stad, maar maakt het hen wel alsmaar moeilijker.’ Niet alleen door stadsdorpen te slopen, maar ook door migrantenscholen en markten te sluiten of opeens handelslicenties te eisen.

Het is niet alleen een economische strategie, maar ook een politieke zet. De hoofdstad mag niet te groot worden. ‘Als je met overheidsambtenaren spreekt in China, uiten ze angst dat met de verkeerde soort mensen er is een grotere kans bestaat tot sociale onrust. Daarmee bedoelen ze laaggeschoolde arbeidsmigranten die minder gehoorzaam of minder beschaafd zijn. Het opwaarderen van de bevolking zal in hun gezichtspunt ook leiden tot meer politieke stabiliteit’, zegt Eli Friedman.

Ongeschoolde goedkope arbeid maakt plaats voor innovatieve en kennisintensieve sectoren. ‘De overheid heeft een goed idee over wat soort mensen in Beijing mogen en niet mogen leven. De overheid van Peking wil enkel mensen binnenlaten die ze als getalenteerd beschouwd’, aldus Eli Friedman. De overheid heeft een lijst van beroepen die ze willen aantrekken, vooral in de technologisch, financiële en culturele sector. ‘Ze geven aan deze migranten heel veel voordelen. Er wordt gesproken over competitie om talent tussen de Chinese steden. Ze maken het kinderen makkelijk om naar scholen te gaan, of bieden gesubsidieerde woningen aan.’

De laaggeschoolde migranten, die het doelwit zijn van het plan, hebben weinig andere keuze dan Peking te verlaten. Peking pretendeert te kunnen functioneren zonder laaggekwalificeerde arbeid, maar er is altijd iemand nodig om de gebouwen te poetsen, pakjes te bezorgen en eten te maken. Zij zullen proberen in Peking te blijven werken en wonen. ‘Zonder drastische hukou -en arbeidshervormingen zal hun leven in Peking niet goed zijn,’ zegt Kevin Lin, onderzoeker bij International Labor Rights Forum. ‘De overgebleven laaggeschoolde migranten worden als een onderklasse gehouden met informele baantjes. Er zijn zelfs minder laaggeschoolde migranten met een arbeidscontract dan acht jaar geleden.’

Jing-Jin-Ji

Eind 2017 woonde 58.5 procent of 813 miljoen Chinezen in een stad. Volgens een voorspelling van de VN komen daar in de komende dertig jaar nog eens 255 miljoen bij. China wil zich omvormen tot een land van superregio’s, verankerd rond gigantische centra en met tientallen kleinere steden. Niet langer industrialisatie, maar urbanisatie is de motor voor toekomstige groei.

President Xi Jinping heeft zijn gewicht gezet onder de uitbouw van de Jing-jin-ji, een megaregio van 112 miljoen inwoners rond Peking. In tegenstelling tot de hoofdstad, hinkt de omliggende provincie Hebei economisch achterop. De stedelijke cluster moet de regio beter integreren en Hebei zou daarbij sommige fabrieken en grootmarkten van Peking opnemen. De overheid wil ook migranten aanmoedigen naar kleinere steden te trekken. Een hukou of verblijfsvergunning krijgen in Peking is dan wel moeilijker geworden, de kleinere armere steden – met minder dan een miljoen inwoners – hebben de voorwaarden verlaagd. ‘Het is een systeem waarbij grote rijke steden werknemers kunnen selecteren die voldoen aan de vraag. En minder wenselijke mensen gedegradeerd worden tot minder wenselijke plaatsen, zegt Eli Friedman.

De overheidsacties hebben resultaat afgeleverd in Peking. Voor de eerste keer in 17 jaar is de bevolking in 2017 gedaald.

‘Laaggeschoolde migranten krijgen enkel toegang tot sociale voorzieningen als ze naar kleinere steden trekken. Maar het probleem dat die vaak slecht zijn. Er is ook geen garantie op werk, of op werk dat tot tot sociale mobiliteit kan leiden’, zegt Eli Friedman. ‘Migranten worden zo beperkt door een sociaal-ruimtelijke hiërarchie, waarin ze economisch niet kunnen bloeien. Dat wordt het belangrijkste probleem voor ongelijkheid in China.’

Blauwe lucht

De overheidsacties hebben resultaat afgeleverd in Peking. Voor de eerste keer in 17 jaar is de bevolking in 2017 gedaald: 22.000 duizend minder dan het vorige jaar. Het aantal smogdagen is verminderd. De economie van de stad groeide in 2017 met 6.7 procent, waarvan de helft toe te schrijven is aan financiën en hoogtechnologische industrieën.

In het stadsdistrict Chaoyang zoekt Wan Qingchun, een vijftigjarige man uit de provincie Anhui, naar brokstukken in wat ooit een aaneengegroeid gebied van de drie stadsdorpen Dongfeng, Houjie en Xibeimen was. ‘Ik begrijp niet wat Xi Jinping aan het doen is. Sinds hij president is, gaat het alsmaar slechter met mij. Ik moet nu als bedelaar door het leven. Zeventien jaar heb ik renovatiewerk gedaan in Peking. Opeens heb ik een licentie nodig. Het is heel makkelijk om als overheid achter een bureau te beslissen om een dorp af te breken. Toen Peking ons nodig had, tolereerden ze ons. Nu we niet meer nuttig zijn, jagen ze ons weg!’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content