De Amerikaanse volkstelling: instrument tegen verkiezingsfraude of voor migrantendeportatie?

Demonstranten protesteren voor het Hooggerechtshof in Washington DC, 23 april 2019. © Reuters
Eva Schram
Eva Schram Correspondent voor Knack.be in Noord-Amerika.

De regering-Trump wilde een vraag over Amerikaans burgerschap toevoegen aan de volkstelling die volgend jaar plaatsvindt in de VS. Het Hooggerechtshof stak er deze week -voorlopig- een stokje voor. Waarom?

Elke tien jaar wordt er in de VS een nationale volkstelling gehouden. De zogenaamde census ligt in de grondwet vastgelegd en is in principe een verplichting voor iedereen die in Amerika woont (al worden mensen die niet meedoen niet bestraft). In 2020 vindt de volgende volkstelling plaats, en voor het eerst zal die grotendeels via internet plaatsvinden. Het censusbureau heeft een zogenaamd master address file‘, vertelt Cindy Quezada, onderzoeker bij non-profit Sierra Health in Californië, dat onderzoek doet naar immigrantengroepen. ‘Dat bestand heeft zo’n beetje alle adressen die de Amerikaanse overheid kent. Al die adressen krijgen vanaf maart 2020 een kaartje in de bus met een unieke code om online mee te doen aan de census.’

Wie niet reageert, kan bezoek verwachten van een interviewer van het censusbureau. Als er dan niet open gedaan wordt, gaat zo’n interviewer naar de buren om informatie te vergaren over het huishouden dat niet thuis is of opendoet. Het doel van de census is de Amerikaanse demografie in kaart te brengen. Op basis van de volkstelling worden de zitjes in het Huis der Afgevaardigden, de kiesmannen bij de presidentsverkiezingen en federale budgetten (in totaal meer dan 900 miljard dollar per jaar) per staat verdeeld. Het is voor de staten dus van groot belang dat de telling zo dicht mogelijk bij de waarheid ligt, zeker voor grote staten.

Nu zijn er verschillende problemen met de volkstelling. Van gemeenschappen die moeilijk te tellen zijn, waaronder immigranten, tot het plan van de regering-Trump om een vraag over Amerikaans burgerschap toe te voegen aan de census in 2020. ‘Als dat gebeurt, zullen staten met een flinke immigrantenpopulatie, zoals Californië, Texas of Florida, ernstig onderteld zijn’, zegt Quezada.

Angst voor deportatie

De census wordt uitgevoerd door het ministerie van Economische Zaken. In maart 2018 kondigde Wilbur Ross, de minister van dat departement, aan een vraag over burgerschap toe te voegen. Al sinds 1950 was dat geen onderdeel van de volkstelling, omdat de grondwet voorschrijft dat iedereen die in de VS woont – niet alleen staatsburgers – geteld moet worden.

Quezada deed de afgelopen maanden met Sierra Health, in opdracht van de staat Californië, onderzoek naar zogenaamde ‘moeilijk te tellen’-gemeenschappen. ‘Denk bijvoorbeeld aan mensen die niet goed Engels spreken, of etnische minderheden, lagere inkomensgroepen, daklozen, kinderen onder de vijf, of mensen met groot wantrouwen jegens de overheid. Immigranten vallen vaak onder meerdere van die groepen, en zijn over het algemeen dus moeilijk te tellen’, zegt ze.

Toch wist Quezada met haar onderzoek in de San Joaquin Valley, de regio in het midden van Californië waar ze verantwoordelijk voor is, veel groepen immigranten te bereiken. ‘We hebben interviewers ingezet die zelf uit die gemeenschappen komen en dus de cultuur begrijpen en de talen spreken’, zegt ze. ‘Bovendien bleven we niet wachten op mensen die naar ons toekwamen, maar zochten we ze zelf op. Op markten, wasserettes, toko’s, speelplaatsen, nagelsalons, noem maar op.’

Het idee leeft dat informatie over staatsburgerschap voor deportaties gebruikt zou worden.

Cindy Quezada, onderzoeker Sierra Health Foundation

Op die manier bracht Quezada in kaart waar de moeilijk te tellen groepen zich bevinden, en hoe ze in 2020 kan zorgen dat ze toch geteld worden. Maar uit haar onderzoek bleek ook dat veel van die mensen niet mee zouden doen aan de volkstelling als er gevraagd zou worden naar burgerschap. ‘Uiteraard zouden mensen die ongedocumenteerd zijn dan niet mee willen doen, maar we merkten ook dat heel veel mensen die wel staatsburger zijn het niet zouden doen. Omdat ze altijd wel naaste familie of vrienden hebben die misschien ongedocumenteerd zijn.’

Met andere woorden: Amerikaanse staatsburgers (of legale migranten met permanente verblijfsvergunningen of visa) zouden de census overslaan, zelfs als ze begrijpen hoe belangrijk de volkstelling is voor politieke representatie, omdat ze bang zijn hun ouders, vriend of vriendin in problemen te brengen. ‘Er heerst grote angst dat het beantwoorden van de vraag moeilijkheden kan brengen’, zegt Quezada. ‘Het idee leeft nu eenmaal dat die informatie voor deportaties gebruikt zal worden.’

Of dat een reëele angst is, betwijfelt Quezada. ‘Het censusbureau kan weliswaar informatie van andere agentschappen, zoals de Belastingdienst, opvragen om informatie te vergaren over bepaalde huishoudens. Maar dat is een one way exchange, zegt ze. Het is niet zo dat andere agentschappen vragen over bepaalde huishoudens mogen opvragen bij het censusbureau, en de data wordt alleen geagreggeerd vrijgegeven. ‘ICE (het deportatie-agentschap, nvdr.) kan dus geen gegevens opvragen over individuele huishoudens bij het censusbureau’, aldus Quezada.

Niet in 2020

Het Hooggerechtshof oordeelde afgelopen donderdag dat de omstreden vraag over staatsburgerschap niet toegestaan is. Maar het Hof gooide de deur niet helemaal dicht. Volgens de opperrechter John Roberts heeft de regering, bij monde van Wilbur Ross, niet voldoende beargumenteerd waarom het goed beleid zou zijn de vraag toe te voegen. De officiële reden die Ross gaf, was dat het ministerie van Justitie erom gevraagd had, zodat de kiezerswet goed uitgevoerd kon worden. De data over staatsburgerschap zouden nodig zijn om te zorgen dat alleen staatsburgers een stem kunnen uitbrengen. Die beredenering werd door de aanklagers onderuit gehaald, Ross zou van meet af aan een burgerschapsvraag willen toevoegen en daarna naar een aanleiding gezocht hebben.

Het Hof ging daar in mee, maar sloot bij monde van Roberts niet uit dat er wel degelijk een gegronde reden zou bestaan voor een burgerschapsvraag. Het is dus niet uitgesloten dat er op enig moment zo’n vraag wordt toegevoegd aan de census, al is het onwaarschijnlijk dat dat in 2020 zal gebeuren. Het censusbureau heeft aangegeven volgende week al te moeten beginnen met alle voorbereidingen, waaronder het printen van de vragenlijsten (voor mensen die geen internettoegang hebben). Vanaf dan ligt de vragenlijst voor 2020 dus vast.

President Donald Trump riep op Twitter op om de census dan maar uit te stellen, zo nodig voor onbepaalde tijd. ‘Kun je geloven dat in een groots Land we niet kunnen vragen of iemand een Staatsburger is. Alleen in Amerika!’, tweette hij.

https://twitter.com/realDonaldTrump/status/1144298734311878657Donald J. Trumphttps://twitter.com/realDonaldTrump

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

550rich3153600000Twitterhttps://twitter.com1.0

‘Perfecte storm’

Zelfs zonder de burgerschapsvraag zijn er uitdagingen om de volkstelling zo representatief mogelijk te krijgen. Zo worden alleen mensen die wonen op een adres dat in het masterbestand is opgenomen, uitgenodigd. Maar in bijvoorbeeld de Bay Area, het grootstedelijke gebied, wonen heel veel mensen in huisjes op het terrein van een groter huis zonder eigen adres. Om nog maar te zwijgen van de enorme daklozenpopulaties in grote steden als San Francisco of Los Angeles, waar tienduizenden mensen op straat of in hun auto wonen. ‘En hier in de San Joaquin Valley is het ook heel normaal dat er meerdere gezinnen op een adres wonen’, zegt Quezada, ‘dus hoe tel je iedereen in zo’n huishouden?’

Dan zijn er de problemen met immigranten of bijvoorbeeld mensen die niet goed kunnen lezen en schrijven. Quezada’s groep vond methoden om hen toch te benaderen, maar het is nog maar de vraag of het censusbureau zulke methoden zal gebruiken. Bijvoorbeeld het inhuren van interviewers die uit de moeilijk te tellen gemeenschappen afkomstig zijn. ‘Het censusbureau eist dat de medewerkers Amerikaans staatsburger moeten zijn. Dat is lang niet iedereen die uit die gemeenschappen komt’, zegt Quezada. Dat betekent overigens niet dat ze direct ongedocumenteerd zijn: het zou ook om houders van permanente verblijfsvergunningen of visa kunnen gaan. Maar hoewel zij legaal in de VS wonen en werken, mogen zij niet namens het censusbureau interviews afnemen.

Al met al zijn er ook zonder het toevoegen van een vraag over burgerschap genoeg hordes voor een complete telling tijdens de census. ‘Het is de perfecte storm van verschillende omstandigheden die de moeilijkheid om geteld te worden verscherpen’, aldus Quezada.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content