Een nieuw documentenlek – het Damascus Dossier – toont in angstaanjagend nauwkeurige details de martelingen en massamoorden onder het Syrische regime van dictator Bashar al-Assad. Een jaar na de val van zijn regime brengen Knack, De Tijd en Le Soir deze informatie samen met de Duitse omroep NDR en journalistencollectief ICIJ voor het eerst naar buiten.
Een man ligt op een metalen oppervlak. Uitgemergeld. Dood. Hij is vanuit meerdere hoeken gefotografeerd. Van dichtbij, met zijn afgebroken, gele tanden die glanzen. Van opzij, met zijn troebele ogen die lijken op matglas. Van veraf, met zijn geslachtsdelen volledig in beeld. Hij is gelabeld met nr. 3659.
Een andere man, nr. 4038, ligt verspreid achterin een busje, zijn naakte, verschrompelde lichaam bespat met bloed. Vliegen voeden zich met zijn resten.
De activist Mazen al-Hamada, nr. 1174, ligt in zijn gevangenisuniform op een marmeren vloer, met de afdrukken van boeien om zijn polsen. Zijn blote voeten zijn gekneusd.
Nr. 2389 is een pasgeboren baby.
Andere foto’s tonen lijken die als brandhout opeen liggen gestapeld. Met stokdunne armen en benen die scheef staan, en ribben, sleutelbeenderen en schouders die uit een stapel botten steken. Met open monden en halfopen ogen liggen hun gemartelde lichamen klaar om te worden weggegooid. De skeletten zijn het gruwelijke resultaat van de moordmachine van de voormalige Syrische president Bashar al-Assad.

Hogeresolutiebeelden
De foto’s zijn gemaakt door Syrische militaire fotografen. Ze maken deel uit van het Damascus Dossier, een internationaal onderzoek op basis van meer dan 134.000 gelekte documenten die in handen kwamen van de Duitse omroep NDR. Die deelde de 243 gigabyte aan gegevens met het Internationale Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) en partnermedia uit twintig landen.
De documenten, voornamelijk in het Arabisch, beslaan een periode van meer dan drie decennia, van het midden van de jaren 90 tot december 2024, en zijn onder meer afkomstig van de algemene inlichtingendienst en de inlichtingendienst van de Syrische luchtmacht.
Het materiaal omvat interne memo’s, rapporten en communicatie die de dagelijkse activiteiten van het surveillance- en detentienetwerk van Assad onthullen. Het gaat onder meer om afgeluisterde telefoongesprekken, lijsten van militairen en overlijdensakten van gevangenen. De documenten tonen ook de contacten tussen het Syrische regime en buitenlandse bondgenoten zoals Rusland en Iran. De zeer gevoelige dataset bevat ook namen van voormalige Syrische inlichtingenmedewerkers.
NDR verkreeg ook 33.000 hogeresolutiebeelden die de dood van meer dan 10.000 Syrische gevangenen documenteren, voornamelijk tussen 2015 en 2024. Een voormalige Syrische officier die tussen 2020 en 2024 aan het hoofd stond van de afdeling Bewijsbewaring van de militaire politie in Damascus, had de beelden bezorgd aan een bron, die ze vervolgens deelde met NDR.
In het Damascus Dossier vonden we ook 454 namen van overledenen en 1099 namen van Syriërs die waren gevangengenomen door de Syrische politie en geheime diensten.
Bespioneerd, opgesloten, doodgemarteld
De tienduizenden tot nu toe strikt geheime foto’s en documenten geven voor het eerst inzicht in hoe de dictatuur van Bashar al-Assad in Syrië tot aan zijn val in december 2024 ernstige schendingen van de mensenrechten tegen zijn eigen bevolking bleef begaan. Een jaar na het einde van het regime werpen ze een nieuw licht op de omvang en de systematische aard van deze misdaden.
De gegevens onthullen hoe de voormalige Syrische regering met behulp van haar geheime diensten de onderdrukking van zijn eigen bevolking organiseerde. Ze tonen in detail hoe burgers systematisch werden bespioneerd, opgesloten en doodgemarteld.
Het overgrote deel van de lichamen vertoont ernstige tekenen van ondervoeding. Bovendien zijn er sporen van ernstig geweld zichtbaar.
Het overgrote deel van de lichamen op de foto’s vertoont ernstige tekenen van ondervoeding, veel van de lichamen zijn tot op het bot uitgemergeld. Bovendien zijn er sporen van ernstig geweld zichtbaar, die door deskundigen worden geïnterpreteerd als het gevolg van systematische foltering.
Ex-dictator Bashar al-Assad, die nu naar verluidt in Rusland in ballingschap leeft, regeerde tijdens de 13 jaar durende bloedige burgeroorlog, die startte na een golf van protesten tegen de regering. Onder Assad probeerde de Syrische overheid elke vorm van verzet in de kiem te smoren, door burgers die zij als politieke tegenstanders beschouwden te ontvoeren en in vele duizenden gevallen in de gevangenis te vermoorden.
Het Syrische Netwerk voor Mensenrechten, een ngo die Syrische oorlogsslachtoffers oplijst, schat dat het regime van Assad op die manier meer dan 150.000 mensen heeft laten verdwijnen.
Caesar
De foto’s uit het Damascus Dossier tonen hoe elke gevangene na zijn dood werd vervoerd, gefotografeerd en gecatalogiseerd. In bijna alle gevallen werd zijn gevangenisnummer op een wit kaartje geschreven. Een militaire fotograaf nam foto’s van het lichaam vanuit verschillende hoeken en archiveerde de beelden vervolgens in zorgvuldig georganiseerde digitale mappen.
De foto’s zijn een aanvulling op een eerdere reeks beelden van Syrische gevangenen die tussen 2011 en 2013 werden vermoord. Dat oudere fotobestand werd meer dan tien jaar geleden uit Syrië gesmokkeld, door een militaire overloper met de codenaam Caesar.

De Caesar-foto’s leidden tot een reeks internationale vervolgingen en sancties tegen de Syrische regering. Ze dienden ook als bewijsmateriaal op het allereerste martelproces tegen het regime van Assad, in Duitsland in 2020. Daarin kreeg Anwar Raslan, een voormalige Syrische kolonel, een levenslange gevangenisstraf.
De foto’s van Caesar vormden ook de aanleiding voor een nieuwe Amerikaanse wet, de Caesar Act, die sancties oplegt aan Assad en de vorige Syrische regering. De wet machtigde de Amerikaanse overheid ook om daders van Syrische oorlogsmisdaden te vervolgen.
Ondervoeding
Caesar trad inmiddels naar buiten als Farid al-Madhan, het voormalige hoofd van de afdeling Forensisch Bewijs van de militaire politie in Damascus. In 2014 gaf hij achtergrondinformatie over de foto’s aan een team van internationale aanklagers. Hij vertelde dat militaire officieren de lichamen moesten fotograferen om te bewijzen dat de moordopdrachten waren uitgevoerd. De foto’s werden ook gebruikt om overlijdensaktes op te stellen.
De nieuwe beelden uit het Damascus Dossier tonen de ernst en omvang waarmee het Syrische regime nog elf jaar lang is doorgegaan met gevangenen vermoorden.
Maar ondanks al het bewijs ontkende de regering van Assad de geldigheid van de Caesar-foto’s. De nieuwe beelden uit het Damascus Dossier tonen nu de ernst en omvang waarmee het Syrische regime nog elf jaar lang is doorgegaan met het vermoorden van gevangenen.
Verslaggevers van ICIJ, NDR en Süddeutsche Zeitung hebben een grondige analyse uitgevoerd op een steekproef van honderden foto’s. Daaruit blijkt dat de meeste slachtoffers tekenen van ondervoeding en lichamelijke letsels vertoonden. Velen van hen waren naakt.
Namenlijst
De foto’s zijn ook in het bezit van de Duitse overheid – die een voortrekkersrol speelt bij de vervolging van misdaden tegen voormalige leden van het regime – en van het Syrisch Centrum voor Juridische Studies en Onderzoek, een Duitse ngo die mensenrechtenschendingen documenteert.
ICIJ en NDR hebben op basis van de foto’s een namenlijst opgesteld en gedeeld met drie andere instanties. Zij kunnen Syrische families helpen bij het identificeren van vermiste familieleden. Het gaat om de onafhankelijke instelling van de Verenigde Naties voor vermiste personen in Syrië (IIMP), het Syrisch Netwerk voor Mensenrechten, en Ta’afi, een initiatief dat slachtoffers van detentie en marteling ondersteunt.
Ziekenhuis met martelafdeling
Uit het Damascus Dossier blijkt ook dat militaire ziekenhuizen een belangrijke rol speelden in het repressieve apparaat van Assad. Artsen van het militaire ziekenhuis Harasta in Damascus bijvoorbeeld ondertekenden overlijdensakten van overleden gevangenen. Ongeacht de werkelijke doodsoorzaak noteerden ze standaard ‘ademhalings- en hartstilstand’, soms blijkbaar zonder de lichamen zelfs maar te hebben gezien.

Overlevende ex-gevangenen die in het Harasta-ziekenhuis waren opgenomen, hebben het over een speciaal ingerichte martelafdeling. Bovendien zouden patiënten door bewakers zo ernstig zijn mishandeld dat ze aan hun verwondingen zijn bezweken.
Voormalige artsen van het Harasta-ziekenhuis bevestigen aan onze Duitse collega’s dat in het ziekenhuis gemarteld werd. Minstens 14 artsen die er vroeger werkzaam waren, zijn tegenwoordig gewoon aan de slag in Duitsland, soms zelfs in leidinggevende functies.
Ook voormalige artsen van het Harasta-ziekenhuis bevestigen aan onze Duitse collega’s dat in het ziekenhuis gemarteld werd. Minstens 14 artsen die er vroeger werkzaam waren, zijn tegenwoordig gewoon aan de slag in Duitsland, soms zelfs in leidinggevende functies. In gesprekken met NDR, WDR en Süddeutsche Zeitung wijzen zij alle schuld van zich af.
Het Harasta-ziekenhuis fungeerde ook als documentatiecentrum voor het afvoeren van dode gevangenen. Veel van de foto’s van lijken zijn door de militaire politie in de kelder van het ziekenhuis genomen.
VN-miljoenen voor Assad
De gelekte documenten van de Syrische inlichtingendiensten leggen nog andere zaken bloot. Zo blijkt dat het regime van Assad profiteerde van relaties met VN-agentschappen die eigenlijk hulp moesten bieden aan de Syrische bevolking. Tijdens de Syrische burgeroorlog betaalden VN-agentschappen minstens 11 miljoen dollar aan een Syrisch particulier beveiligingsbedrijf dat belast was met de bescherming van VN-kantoren in het land. Dat bedrijf blijkt nu eigendom te zijn van de inlichtingendiensten van Assad.

Ondanks waarschuwingen van mensenrechtenorganisaties in 2022 over de vermeende banden van het bedrijf met het regime, werden de contracten nog twee jaar voortgezet. Op die manier kwamen miljoenen dollars terecht bij de beschuldigden van het martelen en vermoorden van Syrische burgers.

Dit artikel is een bewerking van een ICIJ-artikel door Nicole Sadek en Karrie Kehoe. Het maakt deel uit van het internationale onderzoek The Damascus Dossier, waarvoor Knack samenwerkte met NDR, De Tijd, Le Soir en journalistencollectief ICIJ. Meer info op www.icij.org.