De Cubaanse president Miguel Diaz-Canel heeft vrijdag in een tv-toespraak verzekerd dat zijn aanhangers klaar staan ‘om de revolutie te verdedigen’. Maandag komt de oppositie op het eiland opnieuw op straat om de vrijlating van politiek gevangenen te vragen.
Het regime ziet in de betoging ‘een imperialistische strategie’ van Washington. ‘We zijn sereen, zeker van onszelf, maar oplettend en waakzaam’, aldus Diaz-Canel. ‘We zijn een een revolutie die open staat voor dialoog, voor debat, maar we zijn een samenleving die geen druk, geen chantage en geen buitenlandse inmenging toelaat.’
De oppositie kondigde al weken geleden aan dat ze plannen heeft om maandag in Havana en zes provincies op straat te komen om de vrijlating van politiek gevangenen te eisen. De optocht is verboden – de organisatie wordt volgens Havana betaald door de Verenigde Staten, om het regime omver te werpen. De 39-jarige dramatug Yunior Garcia, de voornaamste organisator van de betoging, kondigde intussen al aan om zondag in plaats van maandag alleen een optocht te houden in Havana, om zo geweld te vermijden. Vrijdag liet hij weten dat de ordediensten ermee gedreigd hebben hem op te pakken als hij die plannen uitvoert.
Deze in Cuba ongeziene krachtmeting komt er nu het land een zware economische crisis doormaakt. Midden juli waren er bovendien ook al historische betogingen, waarvoor duizenden Cubanen de straat optrokken en schreeuwden dat ze hanger hadden en vrij wilden zijn. Bij die betogingen vielen een dode en tientallen gewonden. Meer dan 1.100 mensen werden opgepakt, en van hen zitten er meer dan 600 nog altijd opgesloten.