Brigitte Herremans over de terreur van het Assad-regime: ‘Squid Game, maar dan in het echt’

© ICIJ / Molly Crabapple
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

‘Ik ben blij dat er eindelijk aandacht komt voor de gedwongen verdwijningen onder het Syrische regime van Bassar al-Assad’, zegt onderzoekster Brigitte Herremans, die werkt aan een postdoc over het thema. ‘Het ging zeer ver. Soms werden dochters verkracht en vermoord voor de ogen van hun moeder – om een signaal te sturen naar de vaders en broers.’

Naar schatting 130.000 verdwenen Syriërs, dat is volgens Brigitte Herremans, postdoctoraal onderzoeker voor het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) aan de UGent, de tol van het Assad-regime sinds de Arabische Lente van 2011. Na de val van het regime op 8 december 2024 zijn 30.000 mensen uit de gevangenissen van Assad bevrijd. Dat betekent dat er vandaag nog steeds 100.000 mensen vermist zijn.

Waarom verdwenen al die mensen?

Brigitte Herremans: De gedwongen verdwijningen maken intrinsiek deel uit van het Assad-regime. Al vanaf de jaren zeventig werden ze gebruikt om mensen te terroriseren. Maar er mocht niet over gesproken worden. Het Assad-regime ontkent dat het gedwongen verdwijningen pleegde. Het stelde dat de mensen waren opgegeten door wilde dieren. Of dat ze in de gevangenis aan een hartaanval stierven. Natuurlijk werden die mensen kapot gefolterd. Maar er was een totale praktijk van ontkenning.

Als stil teken van protest zetten moeders van verdwenen Syriërs een stoel buiten hun huis: ‘Wij wachten op onze zoon of dochter.’ In de stad Hama stonden ‘s avonds massaal veel stoelen op straat , omdat er duizenden mensen waren verdwenen tijdens een massamoord in 1982.

‘Het Assad-regime ontkent dat het gedwongen verdwijningen pleegde. Het stelde dat de mensen waren opgegeten door wilde dieren.’

Met de Syrische opstand in 2011 namen die gedwongen verdwijningen sterk toe.

Herremans: De Syrische opstand is in dat jaar gestart naar analogie met de andere Arabische revoluties (in Tunesië, Egypte en Libië, nvdr). Van meet af aan heeft het regime gekozen voor de aanpak: ‘Je kiest voor Assad of we verbranden het land’. Ze hebben met excessief geweld tegen burgers een burgeroorlog willen uitlokken om aan de macht te blijven. En dat excessief geweld bestaat uit drie componenten die gerelateerd zijn aan elkaar: detentie, gedwongen verdwijning en foltering. Ik noem dat de drie-eenheid van het Assad-regime. Het geweld stuurt een signaal naar de bevolking: ‘Hou je maar gedeisd.’

De ‘Syrische goelag’ (een verwijzing naar Russische strafkampen, nvdr) bestaat al sinds 1970 en is goed gedocumenteerd. Het ging om een netwerk van detentiecentra, ondervragingscentra, politiekantoren, maar ook privéhuizen, met heel veel verschillende vormen van informanten, gaande van familieleden tot veiligheidsdiensten. Dat is de achtergrond waartegen we de gedwongen verdwijningen moeten begrijpen.

Hoe goed zijn die verdwijningen gedocumenteerd?

Herremans: De verdwijningen zijn internationaal lang onder de radar gebleven, ook al documenteerde een aantal Syrische en internationale ngo’s dit misdrijf vanaf het begin van de revolutie. Iedereen heeft wel gehoord van gedwongen verdwijningen in landen als Chili en Argentinië, maar voor Syrië was er veel minder aandacht.

Niet weten wat er met jouw familielid gebeurd is, is ook een vorm van foltering en pijniging.

Een centraal Syrisch register van verdwijningen was er niet. Maar in 2013 ging een Syrische politieagent op de vlucht met een heel archief, perfect gedocumenteerd, van meer dan tienduizend foto’s van gefolterde lichamen. Veel mensen hebben via dat zogenoemde Caesar-archief informatie gevonden over hun vermiste familieleden. Dat is heel belangrijk, want niet weten wat er met jouw familielid gebeurd is, is ook een vorm van foltering en pijniging.

Brigitte Herremans: ‘De nieuwe machthebbers van het Syrische overgangsregime gaan liever zoete broodjes bakken met de Arabische Golfstaten en Donald Trump. Ze stellen economische heropbouw prioritair boven rechtvaardigheid.’  © Theo Beck

Welke aanleiding was er om mensen zomaar op te pakken?

Herremans: Dat gebeurde totaal arbitrair, je kon voor eender wat verdwijnen. Actief zijn in een mensenrechtenorganisatie bijvoorbeeld. Maar zelfs verdacht worden deel te nemen aan een protestbeweging volstond. Soms waren persoonlijke grieven of oude vetes de aanleiding. Het ging zeer ver. Soms werden dochters verkracht en vermoord voor de ogen van hun moeder, om een signaal te sturen naar de vaders en broers.

Gedwongen verdwijningen zijn super efficiënt, want je treft niet alleen de gevangene maar ook de familie en vrienden. Angst zaaien, dat was de bedoeling.

Wat gebeurde er precies met de mensen die werden gearresteerd?

Herremans: Vaak werden ze naar detentiecentra gebracht. Onder de luchthaven was er zo een. Daar kregen ze vaak een ‘welkomstfeestje’. Ze werden in een autoband gestopt en voortgerold. Een andere foltertechniek was het ‘vliegend tapijt’: mensen werden aan kettingen opgehangen, met de handen op de rug gebonden, waardoor hun rug doorboog. Bedoeling van dat ‘welkomstfeestje’ was om je ziel te breken en je kapot te maken.

‘Foltering kwam in Syrië zo vaak voor dat mensen aan hun verwondingen bezweken. Er zijn ook getuigenissen dat gevangen elkaar moesten afmaken.’

Dat gebeurde niet alleen in detentiecentra, maar ook in grote gevangenissen. Het ging niet om vernietigingskampen zoals bij de Nazi’s, maar foltering kwam in Syrië zo vaak voor dat mensen aan hun verwondingen bezweken. De lichamen werden gewoon in massagraven gedumpt. Er zijn ook getuigenissen dat gevangenen elkaar moesten afmaken. Squid Game, maar dan in het echt. Dat toont het sadisme van de beulen.

Hoe gaan de nieuwe machthebbers in Syrië om met dat gruwelijke verleden? Worden de daders bestraft?

Herremans: Dat is het eeuwenoude dilemma: transitionele justitie of vrede? De nieuwe machthebbers van het overgangsregime gaan liever zoete broodjes bakken met de Arabische Golfstaten en Donald Trump. Ze stellen economische heropbouw prioritair boven rechtvaardigheid. Terwijl die twee samen kunnen gaan. 

Miljoenen familieleden wachten op nieuws over hun vermiste geliefden. Maar het nieuwe regime is daar niet zo in geïnteresseerd, ook al richtte het een commissie op voor Transitional Justice en een voor de vermiste personen. Maar die zijn niet bijzonder actief. 

‘Het nieuwe regime heeft nog geen enkele poging gedaan om een forensisch onderzoek naar de massagraven op te starten.’

Het regime werkt nu wel samen met een Amerikaanse organisatie om de documentatie van de misdrijven te centraliseren. Maar mijn Syrische contacten zeggen dat ze eigenlijk één nationaal archief over regimemisdrijven willen, geen Amerikaanse organisatie die zich komt moeien.

Welke stappen zouden de huidige machthebbers heel concreet kunnen zetten?

Herremans: Sterker samenwerken met de Independent Institution on Missing Persons in Syrië (IIMP), een VN-mechanisme dat er is gekomen door de aanhoudende druk van families van vermiste personen en Syrische slachtoffergroepen. Ook moet het de de massagraven onderzoeken.

Van de 100.000 vermisten zullen er mogelijk maar weinig mensen nog in leven zijn. Maar zolang hun lot niet bekend is, blijven families ergens hoop koesteren. Maar het nieuwe regime heeft nog geen enkele poging gedaan om een forensisch onderzoek te starten naar de Syrische massagraven. Alleen de lichamen die zich boven de oppervlakte bevonden en bijvoorbeeld gedumpt werden in waterputten zijn geborgen.

Het federaal parket voert in België ook onderzoek naar vermeende Syrische oorlogsmisdadigers.

Herremans: Veel succes, als je weet dat er bij de federale politie mensen op die dossiers moeten werken die niet eens Arabisch spreken. Ik heb meermaals contact gezocht met het federaal parket. Die mensen zijn erg bereidwillig maar er is geen proactieve houding omwille van een tekort aan middelen en personeel. 

‘Ja, er lopen nog steeds Syrische oorlogsmisdadigers door onze straten. Er zijn slachtoffers die op straat hun eigen beul herkenden.’

De enige reden waarom er in België dossiers zijn geopend, is omdat Syrische activisten al het onderzoekswerk hebben gedaan. Ze hebben sociale media afgeschuimd, op zoek naar aanwijzingen van misdrijven in Syrië. Ook onderzoeksjournalist Bruno Struys van De Morgen is erin geslaagd om ruchtbaarheid te geven aan het thema. Had De Morgen dat verhaal niet opgepikt, dan had justitie er zich misschien niet eens in verdiept. Ik begrijp dat ergens wel: het ontbreekt hun aan middelen. België investeert daar gewoon te weinig in, anders zouden we wel meer onderzoekers hebben die Arabisch spreken en begrijpen. Op dat vlak ben ik zwaar ontgoocheld in België.

Er lopen anno 2025 dus nog altijd Syrische oorlogsmisdadigers in onze straten?

Herremans: Natuurlijk. In Duitsland zijn er slachtoffers die op straat hun eigen beul herkenden. Dat gebeurt overal. Maar België heeft – net zoals andere Europese landen – vooral ingezet op de strijd tegen IS, dat ons land natuurlijk ook rechtstreeks heeft aangevallen. IS vormde een directe veiligheidsbedreiging voor ons, en ik vrees nog steeds. Maar we zijn in een zeer binair discours gestapt: ‘Je hebt de strijd tegen Assad en de strijd tegen IS. In vergelijking met IS is Assad de kwaadste nog niet.’ Maar het is Assad die IS heeft grootgemaakt.

Dit artikel maakt deel uit van het internationale onderzoek The Damascus Dossier, waarvoor Knack samenwerkte met NDR, De Tijd, Le Soir en journalistencollectief ICIJ. Meer info op www.icij.org.

Lees meer over:

Partner Expertise