Boris Johnson versus het Britse parlement: autoritaire trekjes of gehaaide strategie?

Boris Johnson © belga
Kamiel Vermeylen

Nu Boris Johnson uit strategische overwegingen het parlement tijdelijk wil opschorten, is de brexit van een politieke impasse geëvolueerd tot een totale staatscrisis.

Brits premier Boris Johnson wil de werkzaamheden in het parlement tijdelijk opschorten. Enkele dagen nadat de 650 leden van het Lagerhuis op drie september opnieuw verzamelen blazen, sluiten de deuren van Westminster tot 14 oktober. Op die datum plant Johnson een zogenaamde Queens speech, waarin hij de beleidslijnen van zijn kersverse regering wil uitzetten. Normaal wordt het parlementaire werk eenmaal per jaar voor een korte periode opgeschort. Alle wetgeving die op dat moment nog niet door het parlement is geraakt, sterft een stille dood – tenzij ze via speciale procedures over de opschortingsperiode worden getild.

Rechtbank

Doorgaans is het Brits Parlement tussen midden september en begin oktober in reces om ruimte te maken voor de jaarlijkse partijconferenties. Johnson verlengt die periode nu met twee weken. In tegenstelling tot bij een parlementair reces kunnen de afgevaardigden niet stemmen over een opschorting van de werkzaamheden. De vraag van Labourvoorzitter en oppositieleider Jeremy Corbyn aan de Queen om nul op Johnsons rekest te geven, werd een maat voor niets. Wel probeert een aanzienlijke groep parlementsleden via kortgeding om het manoeuvre van Johnson tegen te houden. In Schotland buigt de rechtbank zich op zes september, drie dagen voor het begin van de geplande opschorting, over de kwestie.

Hoewel hij resoluut ontkent, tracht Johnson de manoeuvreerruimte van het parlement in te perken. Een meerderheid van de vertegenwoordigers in het Lagershuis is namelijk fel gekant tegen een harde brexit. Maandag verzamelden de leiders van de grootste oppositiepartijen om te bespreken hoe ze dat scenario kunnen vermijden. Dat kan door middel van wetgeving die een harde brexit zonder akkoord verbiedt of via een motie van wantrouwen om Johnson uit het zadel te lichten.

Johnson wil Brussel het signaal sturen dat hij geen keizer zonder kleren is.

Probleem is dat de oppositiepartijen momenteel te verdeeld zijn over de te volgen tactiek en over de mogelijke opvolger van Johnson. Corbyn wil de nieuwe premier worden, maar daar willen de Liberal Democrats onder geen beding van weten. Bovendien is er ook de steun nodig van enkele dissidenten uit de Conservatieve Partij om een meerderheid in het parlement te verzamelen. Bij de oppositievergadering waren er evenwel geen conservatieve afgevaardigden aanwezig. Kortom, de oppositie heeft zich nog niet voldoende kunnen organiseren om een harde brexit zonder akkoord te voorkomen. Dat weet Johnson maar al te goed. De opschorting van 23 parlementaire werkdagen is niet toevallig de langste in de Britse naoorlogse geschiedenis.

Moeder aller parlementen

Voor de goede orde: het parlement heeft nog steeds de kans om op eigen initiatief een harde brexit te vermijden. Van een totalitaire putsch is geen sprake. Toch is het manoeuvre van Johnson ongezien en stort het Verenigd Koninkrijk in een combinatie van een politieke en grondwettelijke crisis. In het Britse staatsysteem is het parlement namelijk soeverein en heeft de wetgeving die het opstelt de hoogste juridische waarde. Net daarom heeft het Verenigd Koninkrijk geen geschreven grondwet en kan de ene parlementaire legislatuur de volgende er niet van weerhouden om door middel van proceduriële barrières bepaalde wetten aan te passen. Vanuit die optiek wordt Westminster ook wel eens de ‘moeder aller parlementen’ genoemd en staat het Verenigd Koninkrijk model voor gecentraliseerde parlementaire democratieën.

Dat de uitvoerende macht uit politiek-strategische overwegingen de parlementaire soevereiniteit inperkt, is in de recente Britse geschiedenis ongezien. In de praktijk betekent het dat niet de democratisch verkozen volksvertegenwoordigers, maar wel de regering-Johnson – enkel verkozen door ruim 90.000 Conservatieve partijleden – zichzelf beschouwt als de belichaming van de wil van het Britse volk. Bovendien is het maar de vraag of de Leave-stemmers in 2016 daadwerkelijk een harde brexit zonder akkoord voor ogen hadden en of ze zich ten volle bewust waren van de nefaste implicaties die onder meer in de gelekte rapporten van de Britse administratie beschreven staan.

Johnson, verkozen door slechts 90.000 partijgenoten, beschouwt zichzelf als de belichaming van de wil van het Britse volk.

Mag Johnson al op zijn lauweren rusten? Niet noodzakelijk. Met zijn tactiek van de verschroeide aarde stapt Johnson in een wespennest. Het manoeuvre kan er namelijk toe leiden dat de oppositiepartijen en enkele conservatieve dissidenten elkaar alsnog zullen vinden, voor of na de opschorting van start gaat. Dat kan evenwel deel uitmaken van Johnsons gehaaide plan om zijn meerderheid in het parlement te vergroten. Als de leden van het Lagerhuis een motie van wantrouwen goedkeurt of een uitstap zonder akkoord verbiedt, kan de Britse premier het parlement ontbinden en vervroegde verkiezingen uitschrijven met het argument dat Westminster de uitslag van het referendum niet respecteert. Volgens de meest recente peilingen zouden de Conservatieven een stembusgang veruit winnen, ten koste van de Brexit Party van voorzitter Nigel Farage.

Brussel

Johnson stuurt met zijn manoeuvre ook een krachtig signaal naar Brussel. In Europese kringen gaan sommigen er nog steeds vanuit dat de no-dealdreigementen van de Britse premier vroeg of laat beteugeld zullen worden door het parlement. Door die piste moeilijker te maken, laat Johnson merken dat hij niet zomaar een keizer zonder kleren is. In een onverbiddelijke perceptiestrijd wekt Johnson de indruk dat het Verenigd Koninkrijk bereid is om op 31 oktober de harde prijs te betalen indien de Europese Unie geen water bij de wijn wil doen.

David Frost, hoofdonderhandelaar van de Britse regering, zat dinsdagnamiddag samen met zijn Europese collega’s om te bekijken op welke manier er oplossingen kunnen worden gevonden. Frost kwam evenwel niet op de proppen met concrete voorstellen die de omstreden noodoplossing voor de Ierse grenskwestie uit het terugtrekkingsakkoord kunnen vervangen. Hoewel Johnson vorige week tijdens zijn staatsbezoeken in Berlijn en Parijs erkende dat de bal in zijn kamp ligt, is een vergelijk tussen Brussel en Londen nog even veraf als onder het premierschap van Theresa May.

Vinden ze toch creatieve oplossingen voor de impasse – die kans blijft dus klein – dan valt een doorbraak niet vroeger te verwachten dan twee weken voor uiteindelijke deadline. Op 17 oktober vindt in Brussel namelijk een Europese top plaats, waarna het akkoord zal voorgelegd worden aan het Britse Parlement, waarin de regering-Johnson slechts een zetel op overschot heeft. Ondanks zijn boude behendigheden zal Johnson moeten blijven balanceren op een bijzonder slappe koord.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content