Amnesty: zware mensenrechtenschendingen tegen teruggekeerde vluchtelingen in Syrië

Vluchtelingen uit Syrië trekken door Hongarije, augustus 2015 © Reuters

Syrische veiligheidsdiensten hebben zware mensenrechtenschendingen begaan tegen vluchtelingen die tussen midden 2017 en de lente van dit jaar terugkeerden naar Syrië. Dat schrijft Amnesty International dinsdag in een nieuw rapport.

‘Syrische inlichtingenofficieren hebben vrouwen, kinderen en mannen die terugkeerden naar Syrië onderworpen aan onwettige of arbitraire detentie, foltering en andere vormen van mishandeling, zoals verkrachting en seksueel geweld, en gedwongen verdwijningen’, zo staat te lezen in het rapport.

Amnesty documenteerde ‘ernstige mensenrechtenschendingen’ tegen 66 mensen. Onder hen waren ook dertien kinderen. Van de 66 stierven vijf mensen en verdwenen zeventien mensen zonder een spoor achter te laten. Het rapport is gebaseerd op interviews met 41 Syrische vrouwen en mannen, onder wie vluchtelingen en hun familieleden.

Amnesty lanceert hiermee een oproep aan Europese regeringen om geen vluchtelingen terug te sturen naar Syrië, ook al zijn de militaire confrontaties in het land ten einde. De ‘schrijnende getuigenissen’ tonen aan dat Syrië geen veilige plaats voor vluchtelingen is, zo betoogt de mensenrechtenorganisatie, die eraan herinnert dat het indruist tegen internationaal recht om mensen terug te sturen naar plaatsen waar ze risico lopen op foltering.

In Syrië brak in 2011 een burgeroorlog uit nadat de veiligheidsdiensten van het regime van president Bashar al-Assad met geweld optraden tegen demonstranten. Sindsdien zijn ruim twaalf miljoen mensen op de vlucht geslagen. De helft van hen verliet het land.

Partner Content