Amnesty: Zuid-Soedan blijft gevangenen folteren, ondanks beloften overheid

De Zuid-Soedanese president Salva Kiir met troepen van het Soedanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) © REUTERS

Ondanks herhaaldelijke beloften van de overheid om gevangenen vrij te laten, worden in Zuid-Soedan nog steeds mensen het slachtoffer van willekeurige arrestaties, opsluiting, foltering en mishandeling door de autoriteiten, soms tot ze eraan bezwijken. Dat zegt mensenrechtenorganisatie Amnesty International in een nieuwe briefing, gebaseerd op interviews die werden afgenomen tussen mei 2016 en december 2017.

‘In Zuid-Soedan worden mensen gearresteerd vanwege hun politieke overtuiging en etnische afkomst. Daarna worden ze door de veiligheidstroepen van de regering onderworpen aan onvoorstelbaar lijden, soms met de dood tot gevolg’, zegt Seif Magango van Amnesty International.

In de briefing ‘A trail of broken promises‘ getuigen ex-gevangenen die tussen 2014 en 2016 werden gearresteerd dat ze gedwongen werden water te drinken uit het toilet en dat ze zich in elkaars aanwezigheid moesten ontlasten en urineren. Ze zeggen ook dat ze zelden hun cel mochten verlaten om het zonlicht te zien of voor wat lichaamsbeweging en dat ze niet met elkaar mochten praten.

Sommige gevangenen kregen maar één keer per dag eten, in extreme gevallen zelfs maar enkele keren per week. De getuigen zeiden dat ze ook geen contact mochten hebben met hun familie en advocaten. In sommige gevallen leken de autoriteiten het advocaten en familieleden bewust moeilijk te maken om de gevangenen te vinden, door hen van het ene detentiecentrum naar het andere over te brengen.

Ook maakten ze melding van folteringen door agenten van de nationale veiligheidsdiensten (NSS), onder meer met stokken en metalen staven, elektrische schokken of breinaalden. ‘Mensen worden geslagen tot ze instorten’, klinkt het.

Willekeurige arrestaties houden aan

Tussen februari 2014 en december 2016 vielen volgens Amnesty minstens twintig doden onder de gevangenen, en tussen februari en juli stierven nog eens vier mannen in gevangenschap als gevolg van de barre omstandigheden en ontoereikende medische zorg. De vier werden in 2014 gearresteerd en werden sindsdien vastgehouden wegens veronderstelde banden met de oppositie, zonder ooit officieel te zijn aangeklaagd.

Nochtans beloofde president Salva Kiir de vrijlating van politieke gevangenen en in augustus van dat jaar kwam een dertigtal van hen ook vrij. Hij herhaalde zijn voornemen sindsdien nog verschillende keren, de laatste keer in juni 2018, bij de ondertekening van de Verklaring van Khartoem over het Akkoord tussen de Partijen van het Conflict in Zuid-Soedan.

Toch vinden nog altijd willekeurige arrestaties plaats en blijft de NSS echte of vermeende tegenstanders en dissidenten opsluiten, aldus de ngo. Op 28 juli nog werd Peter Biar Ajak, een vooraanstaande Zuid-Soedanese academicus en activist, gearresteerd en opgesloten in het NSS-hoofdkwartier in de hoofdstad Juba.

‘Het is schandalig dat de Zuid-Soedanese autoriteiten mensen arresteren, folteren en mishandelen zonder enig respect voor hun mensenrechten. De regering moet een einde maken aan deze willekeurige detenties en de gevangenen onmiddellijk vrijlaten of hen in beschuldiging stellen van een internationaal erkend misdrijf. De regering moet ook al degenen ter verantwoording roepen die zich schuldig maken aan deze ernstige mensenrechtenschendingen en overlijdens in gevangenschap’, besluit Seif Magango.

Partner Content