De Koerdische strijdkrachten hebben duizenden woningen vernield in het noorden van Irak, om zo de Arabische bevolking te verplichten op de vlucht te slaan.
Dat stelt Amnesty International in een persbericht.
Volgens de ngo gebeurden de vernielingen nadat de Koerden gebieden konden heroveren van terreurgroep Islamitische Staat (IS), die in 2014 grote delen van Irak ten noorden en ten westen van Bagdad had veroverd.
De vernieling van woningen en de diefstal van eigendommen is volgens Amnesty een courante praktijk in de strijd tegen IS, wat leidt tot grote woede bij de bewoners. “De Peshmerga van de lokale regering van Koerdistan en de Koerdische milities hebben duizenden woningen vernield met bulldozers, met explosieven of door ze in brand te steken, om zich te wreken voor de vermeende steun” van de bewoners aan IS, aldus Amnesty. “Het lijkt erop dat de troepen (van de autonome regio Koerdistan) er opzettelijk voor zorgen dat de Arabische volkeren hun huizen moeten verlaten.”
Buiten Koerdistan
Volgens Amnesty kunnen die praktijken beschouwd worden als oorlogsmisdaden. De ngo heeft bewijzen voor “gedwongen verplaatsingen en vernietigingen van woningen op grote schaal” door de Koerdische troepen in de provincies Ninive, Kirkoek en Diyala.
Deze gebieden liggen buiten Koerdistan, maar werden door de Koerden heroverd nadat de Iraakse troepen op de vlucht sloegen tijden het gewelddadige offensief van IS in 2014. De Koerden zouden hun autonome regio graag uitbreiden door de Arabische populaties uit bepaalde zones te verdrijven.
(Belga/RR)