Met zijn aanval op Iran neemt Amerika een belangrijke partner van China onder vuur. Toch lijkt China niet geneigd om zijn ‘strategische partner’ uit de nood te helpen. ‘Op een zeer cynische manier is China erbij gebaat dat Amerika opnieuw afgeleid zou worden door een nieuwe oorlog.’
De Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi probeerde hoopvol te blijven toen hij vorige week met zijn Iraanse collega Seyed Abbas Araghchi telefoneerde. Nadat Israël zijn aanval op Iran had gelanceerd, riep hij ‘landen die invloed hebben op Israël’ op om ‘concrete pogingen’ te ondernemen die de vrede zouden herstellen.
De ‘landen die invloed hebben op Israël’ – een nauwelijks omfloerste manier om Amerika te beschrijven – hadden evenwel andere ideeën. Afgelopen weekend besloot Trump om deel te nemen aan de Israëlische aanval. Met veel vertoon bombardeerde het Amerikaanse leger de drie voornaamste nucleaire sites van Iran.
Er kwam, zoals te verwachten, een strenge veroordeling van Chinese kant. Samen met Rusland en Pakistan diende het een VN-resolutie in die opriep tot een staakt-het-vuren, dialoog en ‘respect voor het internationaal recht’. Maar tegelijk wil China vooral niet bij het conflict betrokken raken.
Van krachtpatser naar schietschijf: hoe Iran in sneltempo zijn machtspositie verloor
Strategisch partnerschap
De Chinese belangen in Iran zijn niet gering. In 2020 sloten Iran en China een strategisch partnerschap voor 25 jaar. Ongeveer 90 procent van de Iraanse olie-export – waartegen Amerika en Europa sancties uitvaardigden – wordt opgekocht door China. Iran is een sluitstuk van de Nieuwe Zijderoute, de verzameling infrastructuurwerken waarmee China zijn afzetmarkt wil vergroten. Vooral op het gebied van veiligheid gaat de samenwerking bijzonder ver. In 2009 slaagde Iran erin het geëncrypteerde communicatiesysteem van de CIA te kraken. Nadat Iran die truc had doorgegeven aan China, slaagden de Chinezen erin de CIA in China grotendeels op te rollen.
‘China is slecht in partnerschappen’, stelt Rogier Creemers, China-expert aan de Universiteit Leiden. ‘Maar de relatie tussen Iran en China is misschien wel het dichtste wat China ooit bij een partnerschap is geraakt.’
Stabiliteit
China probeerde de voorbije jaren zijn invloed in het Midden-Oosten te vergroten. Het heeft zich ingekocht in verschillende strategische havens in de regio. Chinese techgiganten als Huawei hebben in verschillende Arabische landen belangrijke overheidsprojecten binnengehaald. Toen Saudi-Arabië en Iran hun relaties in 2023 normaliseerden, mocht China mee op de foto. Sinds de Hamasaanval van 7 oktober 2023 profileert China zich graag als een alternatieve machtsspeler in de regio. In tegenstelling tot Amerika en de Europese landen is het wel kritisch voor de slachtingen die Israël aanricht in Gaza.
Sinds de Hamasaanval van 7 oktober 2023 profileert China zich graag als een alternatieve machtsspeler in de regio.
China past in het Midden-Oosten de strategie toe die het altijd toepast: het weegt zijn belangen af en zorgt ervoor dat het niet al zijn eieren in hetzelfde mandje legt. Het is een fervent afnemer van Iraanse olie, maar het importeert evenzeer uit Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. ‘Voor China is dit een moeilijk vraagstuk’, zegt Creemers. ‘Het heeft absoluut baat bij internationale stabiliteit. Maar tegelijk snapt China donders goed dat Iran de instabiliteit in de regio zelf net heeft aangejaagd door milities in Libanon, Syrië, Palestina en Jemen te steunen.’
Afleiding
Dat zorgt ervoor dat China eerder geneigd zal zijn om zijn aangevallen partner tot kalmte aan te manen. Net als de westerse landen is China er immers als de dood voor dat Iran de Straat van Hormuz zou afzetten om zo de internationale handel te verstoren. ‘De Chinese economie is aanzienlijk gehavend door de tarievenoorlog die Trump heeft ontketend,’ zegt Creemers. ‘China is nog steeds afhankelijk genoeg van zijn export om dergelijke verstoring niet te willen.’
Net als de westerse landen is China er als de dood voor dat Iran de Straat van Hormuz zou afzetten om zo de internationale handel te verstoren.
Op lange termijn zou China evenwel kunnen profiteren. Met de drieste aanval op Iran dreigt Trump Amerika opnieuw in een regionale oorlog te storten. ‘Op een zeer cynische manier is China erbij gebaat dat Amerika opnieuw afgeleid zou worden door een nieuwe oorlog’, zegt Creemers. ‘Alle middelen, tijd en politiek kapitaal die Amerika daarin zou investeren, kan het niet meer richten op China. Toen Amerika na de aanslagen van 11 september zich op het Midden-Oosten moest richten, heeft China daar handig gebruik van gemaakt.’
Partij kiezen
Tegelijk confronteert de nieuwe crisis in het Midden-Oosten China met zijn veranderende rol op het wereldtoneel. De Chinese spreidstand blijkt steeds moeilijker om vol te houden. Momenteel werpt China zich op als de beschermer van de Palestijnen, maar wil het ook goede relaties met Israël. Het pleit voor internationale handel, maar neemt nauwelijks deel aan antipiraterijmissies of andere operaties die die internationale handel moeten waarborgen. ‘De Chinese handelsstromen worden vandaag eigenlijk verdedigd door de Amerikaanse marine’, stelt Creemers.
Naarmate China zijn invloed wereldwijd uitbreidt, zal het niet aan de zijlijn kunnen blijven. ‘Er komt een moment waarop het niet langer zal volstaan om mooie dingen te zeggen over de wereld’, waarschuwt Creemers. ‘China’s groeiende rol in de wereld zal ertoe leiden dat het op een gegeven moment wel degelijk partij zal moeten kiezen in sommige conflicten.’
Finaal leert de Amerikaanse aanval op Iran China niets nieuws, vermoedt Creemers. ‘China ging er al langer van uit dat Amerika overal ingrijpt waar het dat nodig acht. Het snapt donders goed dat het gevaarlijk is om zwakte te tonen, zoals Iran dat gedaan heeft. Zelfs als het Chinese regime dat al lang doorhad, is het handig om die les nog eens te herhalen.’