Niet achter Trump aan hollen
EINDELIJK durven Europese leiders de aandacht te vestigen op de belangrijkste uitdaging: het handhaven van onze veiligheid. De voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk, verwees onlangs in ongehoorde bewoordingen naar China, Rusland en de nieuwe Amerikaanse president als mogelijke dreigingen. Die terugkeer van de geopolitiek zou wel eens het krachtigste wapen kunnen zijn tegen de verdere Europese fragmentatie. Als de gelederen niet sluiten, riskeren we deze eeuw compleet vertrappeld te worden in het nieuwe titanengevecht om de macht. De uitdaging is nu vooral de vrees om te buigen in een krachtige strategie.
ELKE VEILIGHEIDSSTRATEGIE begint met een economische strategie. We moeten de economische stagnatie doorbreken, want hoe groter de frustratie over de daling van koopkracht en het gebrek aan kwaliteitsvolle jobs, hoe meer de lidstaten politiek zullen verzwakken en vatbaarder worden voor externe druk. Zonder welvaart ook geen harde militaire macht. Als gevolg van de economische malaise staan Europese landen steeds vaker voor het dilemma: ofwel geld uitgeven aan defensie, ofwel geld uitgeven aan scholen. Om de welvaart op peil te brengen, zal Europa werk moeten maken van een versnelde vierde industriële revolutie waarbij innovatie, kwaliteit, identiteit en duurzaamheid centraal staan. Dat kan enkel als investeerders niet langer worden belaagd met valse concurrentie en er dus een kordaat handelsbeleid gevoerd wordt.
EUROPA KAN een open economie blijven. Maar als het een positief ondernemingsklimaat wil scheppen, dan zal het moeten eisen dat investeerders en invoerders van buiten Europa even strikte regels naleven als bedrijven binnen Europa. Evenwicht en reciprociteit, daar gaat het om. Nu Donald Trump dreigt met protectionisme, heeft het geen zin om ons heil te zoeken bij de Chinezen. Zelfs na vijftien jaar van actieve economische diplomatie is de impact van de Chinese groei op de meeste Europese landen nog steeds negatief. Dat moet stoppen. Het getuigt niet van strategisch inzicht om eerst onze industrie kapot te laten dumpen en dan vervolgens in Peking te gaan bedelen om wat investeringen. De kracht van 500 miljoen burgers, die moeten we gebruiken.
VERVOLGENS wordt het onvermijdelijk om een groter stuk van onze welvaart om te zetten in militaire macht. Landen zullen meer moeten besteden aan defensie. Ik geloof ook dat we Europa zullen moeten uitbouwen als een veiligheidsalliantie. Door de Amerikaanse en Turkse onvoorspelbaarheid wordt de NAVO immers een minder betrouwbare partner. Europa moet voor cruciale systemen, van satellieten, over cyber tot onbemande vliegtuigen, ook streven naar autonomie. Koop je bijvoorbeeld Amerikaanse raketlanceerders, dan neem je er voor een stuk de onberekenbaarheid van Trump bij. Samenwerking en specialisatie zijn meer dan ooit van tel.
EUROPA MAG zich vooral niet laten meeslepen in Aziatische grootmachtenconflicten. Al enkele jaren nu – dus al van vóór de verkiezing van Trump – krijgen Europese lidstaten het verzoek om actiever te zijn in Azië. Europa zou zich daarmee evenwel in een onmogelijke spreidstand plaatsen tussen de Stille Oceaan en de brandhaarden in onze achtertuin. Die achtertuin verdient de prioriteit. Langs de hele buitengrens dienen we onze militaire aanwezigheid op te drijven: van de Baltische staten, via Polen, tot Griekenland, Sicilië en de Straat van Gibraltar. Ook België en Nederland hebben daar een rol in te spelen. Voor een stuk gebeurt dat reeds met bataljons in Estland, Letland, Litouwen en Polen, weliswaar in NAVO-context.
EUROPESE MARINES zouden rond de vier Europese vliegdekschepen kunnen samenwerken en zo de machtsbalans in het Balticum, de Noordzee en de Middellandse Zee weer in ons voordeel tillen. Europese luchtmachten en landtroepen zouden vanuit vooruitgeschoven hubs kunnen patrouilleren. Wordt Europa dan een fort? Hoegenaamd niet. Vooruitgeschoven aanwezigheid moet ons in staat stellen om mee te bouwen aan veiligheid in de buitenrand, samenwerkingsverbanden te ontwikkelen, wie weet zelfs met de Russen en de Turken. Het wordt een enorme opgave: maar het is dát, of het gebied overlaten aan landen en ideologieën die ons vijandig gezind zijn.
ALS WE daar opnieuw onze slagkracht hebben opgebouwd, kunnen we positie innemen in andere strategische locaties: de Golf van Aden, de Perzische Golf, de Golf van Guinee, de Arctische Oceaan. Dat zijn nog steeds de punten waar de Aziatische mogendheden het kwetsbaarst zijn. De beste manier voor Europa om te wegen op de Aziatische grootmachtenpolitiek, is een eigen invloedssfeer.
JONATHAN HOLSLAG is professor internationale betrekkingen aan de VUB.
Alleen als autonome veiligheidsalliantie kan Europa zijn mannetje staan in de nieuwe grootmachtenpolitiek.