11.11.11-bureau in Burundi moet de deuren sluiten: ‘Etnische quota zijn een brug te ver’

Jonge Burundese vluchtelingen in een vluchtelingenkamp in Rwanda, 2015. © iStock
Cleo Decoster
Cleo Decoster Medewerker Knack.be

11.11.11 sluit de deuren van haar bureau in Burundi. De ngo kan niet voldoen aan de striktere regels rond etnische quota die de Burundese regering oplegt. Intussen sleept de crisis in Burundi verder aan, met 1,77 miljoen Burundezen die nood hebben aan humanitaire hulp.

‘Vorige zondag hebben wij met pijn in ons hart de deuren van ons bureau in Burundi moeten sluiten’, zegt Pieter-Jan Hamels van 11.11.11. De ngo is het niet eens met nieuwe voorwaarden van de Burundese regering. Het gaat onder andere over de etnische quota omtrent het lokale personeel van de ngo’s: 60 procent moet Hutu zijn, 40 procent Tutsi. Een brug te ver voor 11.11.11: ‘Wij vragen niet naar de seksuele voorkeur, religie of etniciteit van ons personeel. In België niet, en zeker niet in Burundi, een land dat de voorbije jaren verschillende etnische oorlogen uitvocht.’

Etnische quota

Zeven maand geleden al besliste de Burundese regering om alle activiteiten van internationale ngo’s op te schorten. Van de ene dag op de andere werden ook de werkzaamheden van 11.11.11 gepauzeerd. Organisaties moesten vanaf dat moment voldoen aan twee voorwaarden wilden ze hun activiteiten verderzetten. ‘De etnische verdeling van ons huidig plaatselijk personeel moesten we documenteren en doorsturen naar het ministerie van Binnenlandse Zaken’, vertelt Hamels. ‘Daarnaast werd ons verplicht een rekruteringsplan op te stellen; binnen de drie jaar moest ons personeel uit 60 procent Hutu’s en 40 procent Tutsi’s bestaan.’

‘Uiteraard zijn wij er niet tegen als een overheid etnische ongelijkheden probeert weg te werken. Maar voor ons moet dat wel op een correcte manier gebeuren, zonder onderliggende spanningen aan te wakkeren’, zegt Hamels. 11.11.11 werkte nog enkele maanden aan alternatieve non-discriminatieplannen, maar tevergeefs. Samen met andere Belgische ngo’s zoals Advocaten Zonder Grenzen en Handicap International moesten ze het land verlaten.

De draconische maatregelen van de Burundese regering werden nog niet veroordeeld door de internationale gemeenschap

Pieter-Jan Hamels van 11.11.11

Volgens Hamels kadert de nieuwe ngo-wet in een steeds groeiende repressie van de Burundese overheid. ‘Sinds president Nkurunziza een derde keer verkozen werd in 2015 werd het voor ons en onze partners steeds moeilijker om ons werk te doen’, vertelt Hamels. ‘Eerst werden Burundese mensenrechtenorganisaties verboden en de nationale persagentschappen – gekend als relatief vrij – hielden op met bestaan. Daarna werden ook internationale pottenkijkers de deur gewezen.’ Zo moest onder andere het mensenrechtenbureau van de Verenigde Naties (VN) sluiten, werd waarnemers van de VN Veiligheidsraad toegang tot het land geweigerd en kreeg de BBC geen uitzendlicentie meer.

Vergeten crisis

‘De draconische maatregelen van de Burundese regering werden tot vandaag nog niet veroordeeld door de internationale gemeenschap’, aldus Hamels die de Burundese crisis een vergeten crisis noemt. ‘1,77 miljoen Burundezen hebben nood aan humanitaire hulp en 350.000 inwoners ontvluchtten hun land sinds 2015.’ De mensen in de vluchtelingenkampen hebben nood aan onderdak, voedsel, sanitair, medische hulp en meer. Maar volgens cijfers van de Verenigde Naties werd tot op de dag van vandaag amper 10 procent van die noden gefinancierd door buitenlandse donoren.

Er is dus dringend nood aan meer middelen. Een manier om die te krijgen is door de crisis in Burundi hoger op de politieke agenda van westerse landen te krijgen, een taak waar 11.11.11 zich voor inzet. ‘Wij blijven de situatie verder opvolgen en houden contact met de lokale middenveldorganisaties. We hopen dat er vanuit België nog enige samenwerking mogelijk is’, zegt Hamels.

Daarnaast moeten de vredesonderhandelingen uit het slop gehaald worden. ‘De East African Community probeerde na de verkiezingen van 2015 te onderhandelen voor vrede. Er werd gezocht naar een manier om de gevluchte oppositie terug te laten keren naar Burundi. Net zoals ze de vluchtelingenproblematiek wilden aanpakken’, aldus Hamels. Volgens hem moet dat vredesproces dringend nieuw leven ingeblazen worden: ‘Vandaag is er nog maar weinig diplomatieke en politieke animo voor de vredesonderhandelingen. Jammer, want ik vrees dat als deze crisis verder blijft etteren, we het einde van de Burundese crisis nog niet gezien hebben’, besluit Hamels.

Lees ook: ‘Meer dan de helft van de Burundezen lijdt aan chronische ondervoeding’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content