‘De kwetsbaarheid van het landbouwgebied is geen toeval, maar een gevolg van politieke keuzes’, schrijft Bart Vanwildemeersch van de West-Vlaamse Milieufederatie. Hij reageert op de recente oproepen van landbouworganisaties om de landbouw in tijden van droogte prioritair toegang te geven tot het gebruik van water. ‘Als minister Jo Brouns echt werk wil maken van depolarisering, dan moet hij echt luisteren naar de zorgen van àlle stemmen in landelijk gebied.’
Tientallen foto’s met spuitkanonnen die het laatste water uit grachten, poelen en beken uitbraken over het in rijtjes gemodelleerde landschap van aardappelen voor het (verre) buitenland. Milieu- en natuurverenigingen zien de waterpaniek in West-Vlaanderen in de praktijk. Met beelden van modderpoeltjes vol spartelende staartbeestjes, grachten met de kleine waterplasjes en de barstende poldergrond.
Iedereen die bezorgd is om de natuur, beleeft bange dagen. Maar dé landbouw is voor de Boerenbond strategisch. Dus de sector moet volgens hen in deze droogte prioritair toegang tot water krijgen. Zo stelt ze in een breed verspreid bericht.
Natuurliefhebbers delen veel met de boeren: de kennis over al wat zwemt, vliegt en kruipt. Wat groeit op de akker en daarnaast. Het gemis van de vogel die er vorig jaar nog was, maar nu – verdreven door de droogte – elders naar pieren zoekt. Het water uit de kraan waarmee we onze dorst lessen en de gewassen waarmee we onze gezinnen voeden. Je zou het haast vergeten, maar boer en natuur zweten samen in het landschap. Ook vandaag.
Met het natte 2024 achter de rug en de gunstige wind die waaide vanuit de groente- en aardappelverwerkende industrie, zijn de watervragende gewassen zoals aardappelen, mais, kolen en spinazie alomtegenwoordig op de velden. Ze groeien snel, vragen veel water en dat net in de droogste periodes. Intussen maakt Europa ruim baan om verder te intensiveren, blind voor wat er zich werkelijk afspeelt op en rond de akkers.
Deze blindheid wordt mede mogelijk gemaakt door aanhoudende vragen van boerenorganisaties om ook de laatste milieuvoorwaarden uit het landbouwbeleid te schrappen. Zo wordt op hun aandringen verder gebouwd aan een rigide intensief landbouwmodel dat steeds minder bestand is tegen extreme weersomstandigheden, zoals droogte.
De boerenprotesten die bewust gekanaliseerd werden naar natuurvrijwilligers, maakten natuurherstel tot een wensdroom voor moest er eens wat ruimte zijn. Alsof de voordelen voor een natuurlijker landschap, zoals waterbergende bodems, ook niet gelden voor de landbouwer.
Dat de Boerenbond een prioritaire toegang vraagt tot water, omdat landbouw een ‘strategische’ sector is, roept vragen op.. Wat is er zo strategisch aan een landbouw die zich focust op export van goedkope bulkproducten? Wat verliezen we werkelijk als een deel van de frieten plaatsmaakt voor een echt voedzaam product? Waar is het strategisch beleid voor onze landbouwsector die gronden en stallen door die enkele grote spelers ziet opgekocht worden, net als dit gebeurt voor de verwerking van hun producten? Waar is het beleid dat boeren opnieuw eigenaar maakt en hen de kans geeft om rentmeester te zijn van de gronden?
Kortom: het ‘strategische’ lijkt sterk op een economische façade – een gimmick, die de aandacht moet afleiden van wat er zich hier echt afspeelt: de boer en het landschap zijn uitgeput. De kwetsbaarheid van het landbouwgebied is geen toeval, maar een gevolg van politieke keuzes.
De Boerenbond vraagt om een prioritaire toegang tot water en stelt het vrije gebruik van water uit het landschap zo gelijk aan de toegang tot drinkwater. ‘Je kan een ingezaaide teelt nu eenmaal niet anders dan beregenen’. Dat moet anders. Hoog tijd om de vraag te stellen hoe het komt dat Vlaanderen vol staat met watervragende teelten en dat in een van de droogste regio’s van Europa? Als aardappelen nu beregend worden, dan is dat vooral voor een grotere opbrengst. Aardappelen kunnen tegen een stootje.
De economische surplus is dus voor de Boerenbond meer waard dan het overleven van de nu al wankele natuur. Of wat denkt de Boerenbond over de garantie op proper en voldoende drinkwater? Vlaanderen denkt daar anders over: volgens het reactief afwegingskader bij droogte -wie krijgt als laatste toegang tot water?-krijgen kwetsbare natuur, drinkwater en het laven van vee voorrang op de beregening van gewassen.
Alleen heeft dat kader nog geen juridische kracht, waardoor het op het platteland vaak nog vechten is voor een portie water.
Minister Brouns noemt depolarisering één van de kernpunten van zijn beleid. Natuurbeschermers en boeren moeten terug samen aan één zeel trekken. Maar dat betekent dat je gemaakte afspraken bekrachtigt en hanteert, zoals het reactief afwegingskader.
Depolariseren vraagt bovendien om echt te luisteren naar de zorgen van alle stemmen in landelijk gebied. Ook naar die van mensen die dag en nacht werken om bijvoorbeeld de kamsalamander te behoeden voor uitsterven en nu naar de leegte van de afgestorven grachten kijken.
Bart Vanwildemeersch is beleidsmedewerker bij de vzw West-Vlaamse Milieufederatie.