Voorlopige hechtenis wordt vaker toegepast in Antwerpen dan in Brussel (onderzoek)

Justitiepaleis van Antwerpen

In het ene gerechtelijk arrondissement loop je als verdachte meer kans om in voorlopige hechtenis geplaatst te worden dan in het andere. Daarnaast spelen ook de leeftijd, het geboorteland, het soort misdrijf, en of de verdachte kampt met andere problemen, een rol.

Dat blijkt uit een onderzoek dat drie criminologen van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) hebben uitgevoerd.

België kampt al decennialang met een probleem van overbevolking in zijn gevangenissen. Tussen 1980 en 2017 is het aantal gedetineerden zelfs verdubbeld, en dat ligt niet alleen aan de duur van de uitgesproken straffen of de moeilijkheden om vervroegd vrij te komen. Ook het aantal mensen in voorlopige hechtenis, is in die periode meer dan verdubbeld: van bijna 1.500 in 1980 tot iets meer dan 3.600 in 2010.

Drie criminologen van het NICC hebben nu onderzocht waarom iemand al dan niet in voorlopige hechtenis wordt geplaatst en voor hoe lang. Daarvoor stelden ze een steekproef samen van 1.387 personen. Uit hun onderzoek blijkt dat 35-plussers dubbel zoveel kans lopen om gedetineerd te worden dan 45-plussers. Ook wie niet in België geboren is, of hier geen vaste woonplaats heeft, loopt een groter risico, net als wie met andere problemen (bijvoorbeeld druggebruik) kampt, en wie al eerder veroordeeld werd.

Antwerpen en Luik

De twee grootste voorspellende factoren zijn echter of de onderzoeksrechter specifieke onderzoekshandelingen wil laten uitvoeren, en in welk gerechtelijk arrondissement het onderzoek plaatsvindt. Zo is het risico op detentie groter in Antwerpen en Luik dan in Brussel. Diezelfde twee factoren hebben ook invloed op de duur van de voorlopige hechtenis. De voorlopige hechtenissen duren langer in Brussel en Luik, zo blijkt.

Opmerkelijk is dat die factoren in de loop van de periode die onderzocht werd, weinig gewijzigd zijn. Onderzoeksrechter zijn dergelijke dossiers dus niet anders gaan beoordelen, en daar ligt dus geen oorzaak van de toename van het aantal voorlopige hechtenissen. De onderzoekers van het NICC zien wel verschillende andere mogelijke oorzaken. Zo is er de maatschappelijke context rond de versterking van de veiligheid. Het criterium ‘bescherming van de maatschappij’ wordt steeds vaker gebruikt om een voorlopige hechtenis te verantwoorden. Daarnaast kunnen de tendensen op het gebied van criminaliteit veranderd zijn, met een toename van het aantal ernstige misdrijven of een ander profiel van de verdachten. Ook een verandering in het onderzoekssysteem, waarbij het parket bijvoorbeeld bepaalde feiten anders gaat kwalificeren, kan een rol spelen. Tenslotte vallen ook de externe druk van andere actoren zoals de politie, de publieke opinie en de media, maar ook frustratie over de strafuitvoering niet uit te sluiten als oorzaak voor het stijgend aantal mensen in voorlopige hechtenis.

Partner Content