
Vlaamse strijd in de Voerstreek: ‘Voor de Vlaamse regering lijken windmolens vooral obstakels’
De Vlaamse N-VA-ministers Zuhal Demir en Matthias Diependaele gaan in beroep tegen zes Waalse windmolens aan de grens met Voeren, tot vreugde van de lokale burgemeester. Milieuorganisaties zien de ontwikkeling met lede ogen aan.
De 20ste eeuw leek weer even terug. De Voerstreek, een symbolisch geladen streek door de communautaire spanningen in de vorige eeuw, werd begin deze week het voorwerp van een institutioneel relletje. Zowel Vlaams minister van Omgeving, Energie en Toerisme Zuhal Demir als minister van Erfgoed Matthias Diependaele gaan in beroep tegen de komst van zes windmolens in het Waalse dorpje Dalhem, aan de grens met faciliteitengemeente Voeren.
De demarche deed hier en daar de herinnering herleven aan de Vlaamse strijd in de Voerstreek, een enclave in Wallonië. De burgemeesterskwestie rond José Happart lag mee aan de basis van de val van de regering-Martens VI in 1987. Al zou oud-ACV-leider Jef Houthuys later aangeven dat niet Happart, maar de balsturige Guy Verhofstadt (‘da joenk’) de echte reden was.
De nieuwe Vlaamse strijd is minder politiek geladen, maar ze is wel veelzeggend voor het huidig tijdsgewricht. In het middelpunt van de belangstelling staat geen taalkwestie, maar een resem windturbines.
Het gaat om een samenwerking van Engie Electrabel en Windvision. Zes molens met een hoogte van 150 meter zouden aan de grens met Voeren worden geplaatst.
Aanvankelijk bestond het project uit vijf molens. Volgens het kabinet van minister Demir werd er toen voorbijgegaan aan de informatieplicht. Daarop kwam er al protest. In het nieuwe plan werd die informatieplicht wel nageleefd. Maar kwam er nog een zesde windmolen bij.
‘Men wist dat vijf windmolens al gevoelig lagen. Om er dan zonder overleg eentje bij te doen … Dat kon collegialer’, zegt Demirs woordvoerder Andy Pieters.
De gemeente Voeren en buurtbewoners gingen in beroep, maar eind vorig jaar kregen de bedrijven dan toch de vergunning van het Waals gewest.
Waarom liggen de molens gevoelig? In de officiële communicatie van erfgoedminister Diependaele wordt er vooral gewezen op het landschap. ‘Indien het geplande project wordt gerealiseerd, zijn de windmolens van overal in Voeren zichtbaar. Voeren bezit tot vandaag een zeer gaaf landschap dat geen “horizontvervuiling” kent door hoge constructies, industriële gebouwen, schoorstenen, enzovoort.’ Demir maakt zich ook zorgen om de impact op de vogelrichtlijngebieden en vleermuizen in de Voerstreek.
Diependaele belooft er samen met Demir ‘alles aan te doen’ om de turbines tegen te houden.
Sommige molens staan slechts enkele tientallen meters van de grens met Vlaanderen.
Joris Gaens (Voerbelangen)
Slecht nabuurschap
Burgemeester Joris Gaens verwelkomt de Vlaamse steun met open armen. Hij is lid van Voerbelangen, de partij van voorganger Huub Broers, die 19 jaar lang aan het roer stond in Voeren.
Gaens echoot de bedenkingen van Diependaele. ‘Ieder jaar komen ontzettend veel toeristen naar de Voerstreek voor het gave landschap en het authentieke karakter. Dat willen we graag zo houden.’
Of Gaens en co. niet te kampen hebben met het NIMBY-syndroom (not in my backyard, nvdr.)? Nee, verzekert de burgemeester. ‘Ergens tegen zijn is heel gemakkelijk, maar wij hebben heel gegronde redenen.’
Los van de esthetische bezwaren is er de impact op de natuur. De Voerstreek kent vele hectare aan beschermd natuurgebied. Ook is de streek kandidaat voor de erkenning als ‘landschapspark’, een nieuw label van de Vlaamse regering om de lokale natuur en het toerisme te promoten. Gaens wil die kandidatuur niet laten hypothekeren door grote windturbines.
Ook is er het project rond de Einsteintelescoop, een ruimteobservatorium dat kan rekenen op subsidies van de Europese Unie. Om de telescoop naar behoren te laten werken, moet de ondergrond vrij zijn van trillingen. De komst van de windmolens zou roet in het eten kunnen gooien. Net om die reden gaan de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg en de Universiteit Luik ook in beroep tegen de vergunning.
Joris Gaens neemt de houding van de Waalse politiek op de korrel. ‘Sommige molens staan slechts enkele tientallen meters van de grens met Vlaanderen. Alle lasten zijn dus voor onze gemeente, terwijl we geen voordelen krijgen.’
Gaens denkt dat er ‘nog genoeg andere plekken’ zijn in Wallonië voor windmolens. ‘Wat we hier hebben gezien, is slecht nabuurschap.’
Waals minister van Energie Philippe Henry (Ecolo) laat via zijn woordvoerder weten dat de administratie bezig is met de analyse. ‘In de lente zou de beslissing moeten vallen.’
Spelletjes
Er lijken dus gegronde redenen voor verzet. Toch kan Joeri Thijs zich niet van de indruk ontdoen dat de beslissing van de N-VA-ministers symbool staat voor een ruimer probleem. ‘Dit dossier bewijst nog maar eens dat het ons ontbreekt aan een kader met een visie die regio-overschrijdend is’, zegt de Greenpeace-woordvoerder.
Of windmolens al dan niet een landschappelijke meerwaarde hebben, is voor Thijs een open discussie. ‘Op internationaal niveau is de Voerstreek in ieder geval niet erkend als werelderfgoed, het is dus moeilijk te besluiten of het een geschikte regio is of niet.’
De kern van het probleem ligt bij de samenwerking, vindt Thijs. ‘De samenwerking met de andere regio’s blijft achterwege. Dat leidt tot bizarre situaties waarbij de ene regering in beroep gaat tegen de beslissing van de andere.’
Oppositiepartij Groen ontwaart politieke spelletjes. ‘Minister Demir zou beter haar energie steken in het opdrijven van het aandeel van hernieuwbare energie, in plaats van in het blokkeren van andere regeringen’, zegt Vlaams Parlementslid Staf Aerts.
Thijs vreest voor de blijvende impact van dit soort verhalen. ‘Dit doet het draagvlak voor de energietransitie geen goed.’
Eenzelfde geluid bij Bond Beter Leefmilieu. ‘In de publieke verklaringen van de Vlaamse regering lijken windmolens vooral obstakels’, zegt beleidscoördinator Benjamin Clarysse.
Demir doet ‘echt goede dingen’ op het vlak van natuur en biodiversiteit. ‘Wij hopen hetzelfde voor klimaat en energie’, zegt hij.
‘Uiteraard speelt de landschapswaarde mee, en ook wij negeren de link met vogeltrekroutes en habitats voor vleermuizen niet. Maar je kan op een positieve manier communiceren over windmolens. In plaats van voortdurend te zeggen waar ze niét kunnen komen, maak de analyse waar ze wél kunnen komen.’
Voor Clarysse is Demirs weigering van windmolens op het gebied van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol eveneens exemplarisch. Zowel Demirs eigen administratie als de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie hadden de duim omhoog gestoken. De gemeente Mol was echter tegen. Demir verkoos het lokale gemeentebestuur te volgen.
Het kabinet-Demir ontkent dat het enkel communiceert bij slecht nieuws. Het verwijst onder meer naar persberichten van eind vorig jaar die aangaven dat Vlaanderen haar jaardoelstelling binnen het Vlaamse Windplan al in oktober gehaald had.
Het is voor de lokale politiek moeilijk om niet toe te geven aan protest, hoe klein dat ook is.
Ruben Baetens (3E)
Verkiezingskoorts
Opvallend is dat de N-VA-ministers hun strijd expliciet koppelen aan de besognes van het lokale bestuur. Bij experten leeft het gevoel dat de weerstand tegen windenergie toeneemt bij burgers, die op hun beurt hun lokale overheden onder druk zetten. ‘Het is voor de lokale politiek moeilijk om niet toe te geven aan protest, hoe klein dat ook is’, zegt Ruben Baetens, energiespecialist bij adviesbureau 3E.
Bovendien zijn de beste locaties om windmolens bij te zetten vaak gebieden waar er al molens staan. ‘Veel van die gemeenten zeggen nu: “Wij hebben onze job al gedaan, dat eerst de rest ook maar iets doet”. Maar voor “de rest” is het eigenlijk moeilijker.’
Daarnaast speelt ook verkiezingskoorts mee. ‘Veel gemeenten durven nu al niet meer over wind praten omdat de lokale verkiezingen van 2024 in hun hoofden morgen is’, zegt Baetens.
Toch zijn er redenen tot voorzichtig optimisme. Vlaanderen heeft 1,5 gigawatt (GW) aan geïnstalleerd vermogen aan windenergie. Vorig jaar kwam er 206 megawatt (MW) bij.
‘Als we daarop voortbouwen, komt de doelstelling van ongeveer 3 GW in 2030 in zicht’, zegt Joeri Thijs. Voor heel België mikt de milieubeweging op minstens 6,6 GW aan windenergie op land.
‘Maar daar is dus wel een volgehouden plan en strategie voor nodig. Ons beleid op het vlak van energie, milieu en klimaat mag niet gegijzeld worden door politiek gemotiveerde tegenwerking.’
In de Voerstreek is er voorlopig geen sprake van verzoening. ‘Als de Waalse regering de beroepsschriften naast zich neerlegt’, zegt burgemeester Gaens, ‘is er nog altijd de Raad van State’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier