Liv Laveyne

Theater: De Vader, de Zoon en het Heilige Feest (De Queeste/Huis van Bourgondië)

Liv Laveyne Liv Laveyne

Ooit al naar Mekka geweest? Voor 3500 euro per persoon kan u de hadj – de heilige reis naar Mekka – meemaken incluis een hadj-tas met witte doeken, stofmasker en gebedenboekje.

EEN ZOVEELSTE MIGRANTENPORTRET?

‘De Vader, de Zoon en het Heilige Feest’ vormt de eerste productie binnen een nieuw initiatief van de Limburgse toneelgroep De Queeste: met het zijplateau KADE biedt De Queeste, naast het artistieke parcours van de vaste makers van het ensemble, ruimte voor samenwerkingen met prille theatermakers. Sadettin Kirmiziyüz (°1982), die studeerde aan de Toneelacademie Maastricht, speelde eerder bij de Queeste in ‘Biz Kolderbos‘ en ‘Forza Winterslag‘.

Kirmiziyüz noemt zichzelf een geassimileerde agnostische migrantenzoon. Toch ondernam hij samen met zijn vader de tocht naar Mekka, liep hij zeven maal rond de Ka’aba (de zwarte kubus) en wierp hij stenen naar de Muur der Zonden. Dit allemaal om terug dichter bij zijn vader en zijn religieuze roots te komen én om er een theatervoorstelling over te maken. Vooral dat laatste vormt het soms nogal opzichtige uitgangspunt voor ‘De Vader, de Zoon en het Heilige Feest‘ ( * * * ).

Een houten kubus en honderden plastic bekertjes op de scènevloer. De theatrale miniatuur van de rondloop rond de Ka’aba in Mekka. We krijgen dia’s en bijhorende uitleg. Na de toeristische gidsbeurt door de zoon, volgt het familiale migratieverhaal en tenslotte het Mekka-reisverslag maar nu verteld vanuit het standpunt van de vader. ‘De Vader, de Zoon en het Heilige Feest‘ is de H. Drievuldigheid, ook in structuur.

de Zoon

Kirmizyüz hupt nogal ADHD-erig rond de kubus, tussen de bekertjes. Gidst ons door zijn reisdia’s. Aanvankelijk overvalt ons dat nare gevoel van een verplichte rondleiding langs de verschillende hadj-staties, al zorgt de relativerende noot van de jonge agnost voor geregeld gegrinnik. Ook voor wat triestheid bij ons. Is dat dan het zo gewaardeerde ‘geassimileerd zijn’? De kunst van het ironiseren, het ongeloof? Is zo’n hadj voor het doorsnee theaterpubliek (lees christelijk opgevoed en/of atheïst) een leerrijke ver-van-mijn-bed show, dan bekijkt ook deze migrantenzoon het met de blik van de buitenstaander, al staat hij er middenin. Hij is de observator die de voorstelling maakt, maar tegelijk het spel speelt.

Het spel als zijnde de commerciële bedoening die de H. Reis in wezen is: de bekertjes op de scènevloer, het heeft wel iets van rockconcert of fuif. Het spel als zijnde de krankzinnige rituelen: het dolle heen-en-weer geren tussen twee grote lichtbakens omdat daar volgens het Koran-verhaal ooit twee heuvels waren waartussen de vrouw van Abraham zeven maal over en weer liep. Of gewoon de absurde realiteit: bij het gevaar vertrappeld te worden inde mensenmassa roept een Nederlandse moslimreisgenoot – niettegenstaande de tijdelijke gelofte van spirituele reinheid (dus ook niet vloeken): “Wat een kutorganisatie!” Eerder dan een bekering tot het geloof, is Kirmiziyü’s gidsbeurt vooral het zoveelste bewijs dat als één iets alle religies bindt, dan is het wel dat elk zijn al even zotte uitwassen heeft.

de Vader

Ook Kirmiziyüz gordt zichzelf op scène de witte reine doeken om. Vertelt het migratieverhaal van zijn vader die vanuit Turkije naar Nederland trok, die het land van de hazelnoten en kersen ruilde voor Batavierenland. Is het niet gemaakt van melk en honing dan levert het toch kaas en duiten. Dit deel is het al vaak gehoorde en herhaalde migratieverhaal, over de seizoenarbeider, die zak vol geld terug huiswaarts keert, opnieuw vertrekt en ten slotte blijft. Maar in vele ogen altijd de zakkenvullende migrant blijft.

Kirmiziyüz vertelt geen grote nieuwigheden, doet ons hét licht niet zien. Ook hier kiest hij eerder dan voor de inleving, voor het spel, opzettelijk wat geaffecteerd. De witte doeken meer dan een moslimgewaad, de Romeinse toga van de redenaar.

Het Heilige Feest (revised)

Tenslotte krijgen we de reis naar Mekka verteld maar nu vanuit het standpunt van de vader, die kijkt naar zijn zoon: hetzelfde bloed, twee verschillende levens en visies. De ventilatoren op scène die daarvoor nog de hitte van Mekka moesten wegwuiven, draaien zich om tot de propellers van een vliegtuig. Even vliegt – kunnen we vliegtuigen en moslims ooit nog anders associëren? – 9/11 voorbij, en een discussie over de figuur Wilders, en over acteurs met hun vrije waarden en normen. De Vader en de Zoon: twee levens die elkaar uit het oog verloren waren, vinden elkaar even en een beetje terug tijdens de reis naar Mekka voor het Heilige Feest.

Langdradig

De Vader, de Zoon en het Heilige Feest‘ overstijgt niet altijd het zoveelste anekdotische migrantenportret en verliest zich gaandeweg in langdradigheid. Maar de flair en knipoog waarmee Kirmiziyüz vertelt, doet de voorstelling ademen, de oprechtheid bijwijlen naar adem happen: “Niemand die me nadien vroeg hoe het was geweest, wel of ik was veranderd. De ene met hoop, de andere met angst in de stem.”

Liv Laveyne

De Vader, de zoon en het Heilige Feest‘ is een coproductie van de Queeste, C-Mine, Productiehuis Dommelhof en Huis van Bourgondië. www.dequeeste.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content