François Levrau

‘Zullen AI-vriendjes niet juist bijdragen aan de reeds toegenomen sociale angst en isolatie?’

François Levrau Sociaal filosoof UAntwerpen

Sociaal filosoof François Levrau heeft geen goed oog in het stijgend aantal mensen dat gezelschap zoekt bij AI-modellen. ‘Met de toevlucht naar AI wordt al te vaak alleen maar het symptoom behandeld, en niet meer de oorzaak van die vereenzaming.’

Veel mensen voelen zich eenzaam. Daar zijn tal van oorzaken voor, waarvan voor sommigen digitale technologie ook een belangrijke rol speelt. Zo bieden smartphones, sociale media en streamingdiensten dan wel een constante stroom van communicatie en entertainment, maar ze vervangen tevens de rijkere, fysieke interacties die essentieel zijn voor menselijke verbondenheid. Waar men vroeger naar buiten ging voor een gesprek, een hobby of een ontmoeting, blijven velen nu gewoon achter hun scherm.

We hoeven vandaag ook niet meer echt met iemand te spreken of hem te complimenteren: een duimpje op Facebook of een GIF’je op WhatsApp volstaat. Deze digitale alternatieven zijn efficiënt en comfortabel, maar ze missen het unieke karakter van echte menselijke communicatie en nabijheid.

Bovendien creëren algoritmes persoonlijke bubbels waarin men voortdurend met het eigengereide gelijk geconfronteerd wordt, terwijl de druk van online zelfpresentatie gevoelens van tekortkoming en isolatie kan versterken.

Als technologie bijdraagt aan die vereenzaming, is het dan niet cynisch om juist met artificiële ‘fantasievriendjes’ die eenzaamheid te willen tegengaan? De afgelopen waren er verschillende berichten dat een groeiende groep mensen AI gebruikt als gezelschap. Alsof de creatie van AI-metgezellen al deze fenomenen kan tegengaan. Misschien moeten we een maatschappelijk constructief antwoord zoeken op de vraag waarom mensen zich met pseudovrienden willen omringen, en waarom menselijke relaties thans zo koel en afstandelijk zijn geworden?

Automatisch duimpje

Moeten we, alvorens we ons massaal storten op de AI-vriendjesmarkt, niet eerst de vraag stellen hoe dat nu zit met het automatische duimpje op sociale media; de pakketjes die zonder persoonlijk contact voor de deur worden neergelegd; de collega’s die elkaar als concurrenten ervaren; de zelfscankassa’s die het contact met de kassier overbodig maken; de datingapps die liefde reduceren tot een swipe; de bureaucratische afhandeling in zorg en onderwijs; de digitale therapie of counseling die echte empathie vervangt; videogesprekken als vervanging van fysiek samenzijn; de anonieme meldingen in buurtapps; het verdwijnen van gemeenschapsrituelen; en de sociale isolatie die soms leidt tot depressie of zelfs zelfmoord?

Natuurlijk is het zo dat niet iedereen AI-gezelschap zoekt uit gemakzucht of oppervlakkigheid. Voor sommigen (vb. ouderen, mensen met beperking, chronisch zieken) kan AI een tussenoplossing zijn tegen eenzaamheid. Een virtuele gesprekspartner kan tijdelijk verlichting bieden, zeker waar menselijke nabijheid ontbreekt. Het kan hen ook helpen om te leren de stap naar de buitenwereld te zetten. Het probleem is echter dat met de toevlucht naar AI al te vaak alleen maar het symptoom wordt behandeld, en niet meer de oorzaak van die vereenzaming.

Dat die ‘fantasievriendjes’ bovendien kunnen worden vormgegeven aan elk van de wensen van de gebruiker (qua stem, uiterlijk, gedrag,…) en dat ze zo kunnen geprogrammeerd worden dat ze hem voortdurend bekrachtigen, voor hem klaarstaan en hem niet be-/veroordelen, maakt het allicht moeilijker om nog echt menselijk contact te willen aangaan en te waarderen. Wie gewend raakt aan de frictieloze wereld van artificiële interacties, zal het weerbarstige karakter van menselijk contact steeds moeilijker verdragen.

Sartre bedoelde er weliswaar iets anders mee, maar door AI zou de stelling “L’Enfer, c’est les autres” wel eens waarheid kunnen worden. Omdat we ons via AI van de ander en het andere kunnen ontdoen, zijn we dus misschien minder in staat om om te gaan met echte mensen die eens ‘nee’ zeggen, een fout maken of gewoon imperfect zijn.

Zullen AI-vriendjes daarom niet net bijdragen aan de reeds toegenomen sociale angst en isolatie?

Misschien moeten deze AI-vriendjes wat meer geprogrammeerd worden als een ‘kritische gesprekspartner’? In plaats van een ‘complimentenslaaf’ te zijn, zouden ze hun gebruiker voortdurend vragen kunnen stellen: “Waarom denk je dat eigenlijk?”, “Wat vind je hier nu zelf van?”, “Waarom heb je dat gedaan en hoe zou je het anders doen?”.

Of misschien moeten ze gewoon minder menselijk zijn en teruggebracht worden tot wat ze werkelijk zijn, namelijk slimme werktuigen. Waarom zouden we eigenlijk ‘menselijke equivalenten’ willen?

Waarom zouden we willen dat mensen zich laten omringen door AI-compagnons die doen alsof ze (intieme of seksuele) gevoelens, een geschiedenis en een bewustzijn hebben? Waarom zouden we willen dat ze een menselijk lichaam krijgen?

Door AI te beperken tot praktische toepassingen, houden we het nuttig en vermijden we dat het de plaats van echte menselijke connecties inneemt. Op die manier voorkomen we dat AI-vriendjes een wig drijven tussen mensen.

François Levrau is sociaal filosoof en verbonden aan de UAntwerpen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise