De paars-groene regering heeft geen financiële zorgen. Europa geniet van de hoogconjunctuur en herovert zijn plaats in de wereldeconomie.

Het staat niet in hun boeken, maar privé willen economieprofessoren wel eens de gootsteentheorie hanteren. Met de economische opleving gaat het zoals met een verstopte gootsteen. Zuiger noch chemische middelen helpen, tot plots op een nacht, zonder verklaarbare redenen, het water met luid gerochel wegspoelt. De Europese economie is ontstopt. Na tien jaar kommer en kwel is het weer feest. In de eurozone groeit de economie dit jaar met 3,5 procent. Zwartkijkers zien alweer een probleem: economische overhitting.

Het invloedrijke zakenblad Fortune waarschuwt de Amerikanen: ‘Ontwaak Amerika!’ De Europese economie is aan een opgang begonnen, en kan de volgende decennia die van de Verenigde Staten overtreffen. Dat is van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig geleden, toen Amerika kreunde onder de Vietnam-oorlog, Watergate en andere crisissen. Over tien jaar kan Europa met zijn 376 miljoen inwoners de sterkste economie ter wereld zijn. Vanuit Azië komt niet zo snel concurrentie. Na hun monetaire crisissen zijn de Tijgers gekooid. Voor China gaat het kapitalisme te snel en Japan blijft met aanhoudende prijsdalingen in een recessie zitten.

Die gang van zaken lijkt vele Europeanen miraculeus. Hoe kan euroland zo goed boeren als de eenheidsmunt in z’n eerste zeventien levensmaanden twintig procent van zijn waarde heeft verloren en niet eens meer één dollar weegt? Juist, geen waarschuwing noch renteverlaging krijgt de euro er weer bovenop. Op de financiële markten bewijst de munt dagelijks zijn zwakte. Het kapitaal stroomt van Europa naar de Verenigde Staten, de Europeanen kopen Amerikaanse waarden, speculanten gokken voor miljarden dollar op de zwakte van de euro. Maar de Europese Centrale Bank, die straks de rente verhoogt, blijft er doodkalm onder. In Frankfurt heet de euro een succes en voor één keer spreken de politici in de lidstaten de centrale bankiers niet tegen. In de eurozone heerst prijsstabiliteit. Op de interne markt verliest het geld zijn waarde niet. Een Mercedes kost in Brussel niet meer omdat de euro lichter weegt. De vakantie in Rome is er niet duurder om geworden. Bovendien trekt de economie niet weinig voordeel uit de zwakke munt op de exportmarkten.

ALS EEN STOOMMACHINE

Amerika krijgt last met die monetair gedreven concurrentiekracht van Europa. Maar dat is niet de belangrijkste zorg. De Amerikanen zien vooral dat Europa zijn technologische achterstand inloopt. Laat, maar nog niet te laat. Europa heeft de nieuwe economie ontdekt, een begrip dat drie, vier maanden geleden nog niemand gebruikte. De Europese top van Lissabon stuurde Europa het internet op. De muisklik-economie stuwt de economische opleving even sterk als de stoommachine de industriële revolutie op gang bracht.

De oude wereld herovert zijn plaats op de nieuwe wereld. Europa krijgt weer zelfbewustzijn. Daar zijn symbolen aan te koppelen. Nokia en Siemens leveren tweederde van alle gsm’s in de wereld. Het Duitse Daimler speelt de baas over het Amerikaanse Chrysler. Airbus houdt zich sterk tegenover Boeing. Het nieuwe Brits-Duitse fusiebedrijf Vodafone weegt zwaarder dan het beroemde America on Line. De Belgische brouwer Interbrew klom met de overname van Whitebread op tot de derde belangrijkste ter wereld.

Vanwaar dat nieuwe élan komt zal pas later duidelijk worden. Vast staat dat de voorbereiding tot de Europese monetaire unie economische groei heeft gekost. Met besparingen en nieuwe lasten voor de bevolking zuiverden de lidstaten hun begrotingen aan. Dat leidde tot deflatie. De werkloosheid in Europa klom tot tegen de twintig miljoen, de bevolking begon te morren. De politici die de eenheidsmunt tot stand hebben gebracht werden weggestemd. Maar juist omdat zij, zoals Jean-Luc Dehaene en zijn rooms-rode regering in België, jarenlang de broeksriem hebben aangehaald is nu, samen met de euro een nieuwe schwung ontstaan.

WERELDHEERSERS TWIJFELEN

In de Verenigde Staten gaat het net andersom. Ze beginnen daar te vrezen dat aan de wonderlijke economische groei, die nu al 111 maanden aanhoudt, toch eens een einde komt. President Bill Clinton kan dan wel jubelen dat de Amerikanen de onbetwiste leiders zijn van de wereld. Er zijn tekenen dat hun turbo-economie verzwakt. Wall Street is bijzonder nerveus, de betalingsbalans is deficitair als nooit voorheen en de enthousiaste Amerikaanse consument zit op een berg schulden. De presidentiële verkiezingscampagne legt enkele wonden bloot van het Amerikaanse model. De superrijken vliegen in hun Learjet, de rijken permitteren zich een Porsche, maar de kloof tussen rijk en arm verbreedt en de middenklasse is ondanks de tweede en vaak derde job niet echt beter af.

Dankzij die Europese schwung gaat het voor de Belgische paars-groene regering alsmaar beter. In tegenstelling tot zijn voorganger Jean-Luc Dehaene heeft eerste minister Guy Verhofstadt geen financiële zorgen. De galopperende economie stort zijn manna in de schatkist. De lage rente verlicht de last van de staatsschuld. Gouverneur Guy Quaden van de Nationale Bank beschikt niet over statistiekjes om de nachtrust van de regeringsleider te bemoeilijken. De economische groei zal dit jaar makkelijk 3,8 procent bedragen. Dat is een stuk meer dan de 2,5 procent van verleden jaar. De gouverneur tilt er niet zwaar aan dat zijn conjunctuurbarometer de afgelopen twee maanden is gedaald. Dat kan er alleen op wijzen dat de ondernemers voorheen nog spectaculair betere verwachtingen koesterden.

Zelfs wie niets van economie afweet valt het op dat het land beter boert dan een paar jaar geleden. De autowegen slibben dicht door het vrachtverkeer. In de winkelstraten en de shoppingcentra verdringen de consumenten elkaar. De gezinnen voeden de economische motor, de binnenlandse consumptie stijgt met volle drie procent. De steden fleuren op. Brussel, dat jarenlang verkommerde, vindt nu geld voor zijn renovatie. Een beetje hoogconjunctuur is efficiënter dan bureaucratische planning.

BEGROTINGSTEKORT VERSCHROMPELT

De regering-Verhofstadt krijgt geld voor beleid. Na een decennium besparingen kan paars-groen aan politiek doen. Volgens gouverneur Quaden daalt het begrotingstekort tot 0,5 procent van het bruto binnenlands product. Dat is maar half zo veel als het Europees stabiliteitspact voorschrijft. Het begrotingsevenwicht zou volgend jaar al bereikt zijn, wat betekent dat voor het staatshuishouden niet meer geld wordt uitgegeven dan er binnenkomt. In de Wetstraat kan men zich niet herinneren wanneer dat voor het laatst is gebeurd. Toen lang geleden Verhofstadt minister van Begroting was schreef hij het tekortpercentage met twee cijfers. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de club van de industriële landen, voorspelt nog beter: dit jaar heeft België een begrotingsevenwicht en volgend jaar een overschot.

Waaraan is het geluk van Verhofstadt en de zijnen te danken? Aan de economische opbloei van Europa. De hele eurozone verkeert in euforie, alle lidstaten kennen een hoogconjunctuur. Dat stimuleert de interne Europese handel. De zwakke euro geeft de uitvoerders munitie om marktaandelen te veroveren op de verre exportmarkten.

De OESO waarschuwt de regering de vrijgekomen begrotingsmarge te gebruiken voor de schuldafbouw. België is het Europese land met de grootste staatsschuld: 110 procent van het bruto nationaal product, dit is het economisch inkomen van heel het land. Maar het is ooit 135 procent geweest en zolang de groei aanhoudt daalt de staatsschuld automatisch. Dat is heel anders dan het sneeuwbaleffect van de donkere jaren negentig, toen de staatsschuld aangroeide alleen al door de betaling van de rente erop.

REGERING VAN DE GULLE HAND

De regering leeft mee in de economische euforie. Zowat alle ministers hebben hun plannen en de prioriteitenlijst van paars-groen wordt steeds langer. Bovendien zetten de nakende gemeenteraadsverkiezingen de excellenties niet tot matigheid aan. Minister van Financiën Didier Reynders (PRL) werkt aan een serieuze belastingverlaging. Zijn collega van Begroting Johan Vande Lanotte (SP) heeft een Zilverfonds-plan van 4700 miljard frank om de kosten van de vergrijzing van de bevolking te betalen. Minister van KMO’s Jaak Gabriëls (VLD) zoekt vele miljarden om het sociaal statuut van de zelfstandigen te verbeteren, de regionale regeringen beloven de werknemers uit de witte sector een fortuin aan loonsverhogingen en sociale voordelen.

In het bedrijfsleven gaat het al even vrolijk toe. Het is uitkijken of de sociale partners in het najaar, na de thans met klank gepubliceerde winststijgingen van de ondernemingen, de loonmatiging nog kunnen handhaven. Het zal geen verrassing zijn als na vier jaar efficiënt gebruik de loonnorm springt. De werknemers willen hun deel van de hoogconjunctuur: koopkrachtverhoging.

De technologiegroep Alcatel in Antwerpen schenkt al zijn werknemers aandelenopties. Een gunst die voorheen alleen voor het management gold. In koor klagen de werkgevers erover dat de regering geen haast maakt met een regeling voor financiële werknemersparticipatie. Alsof de aan hun medewerkers te verdelen winst in hun zakken brandt. Bovendien is het bedrijfsleven nog bereid aanvullende pensioenen voor hun werknemers te financieren. Met bedrijfswagens, computers, mobilofoons, maaltijdcheques, ziekenhuisverzekeringen en ander liefs pogen de ondernemers de broodnodige bijkomende medewerkers te lokken.

WERKLOOSHEID BLIJFT HOOG

Als gevolg van de economische goei is de spanning op de arbeidsmarkt groot. De arbeidsreserve is uitgeput. De werkloosheidsgraad daalde tot 8,5 procent. Dat heet dan structurele werkloosheid, die van te lange werklozen, te laag geschoolden, te duur voor de ondernemingen en van oneigenlijke genieters van uitkeringen. Het Belgische werkloosheidssysteem vertoont de neiging bij elke economische opleving een groot aantal werklozen te blijven koesteren. Het Federaal Planbureau adviseert de ondernemingen te putten onder de oudere werknemers, bij het leger bruggepensioneerden en de massa werklozen boven de vijftig die niet beschikbaar hoeven te zijn voor de arbeidsmarkt. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling vindt dat bij een florerende economie te veel sociaal geld naar de werkloosheid gaat. Grotere flexibilisering van de arbeidsmarkt kan dat afremmen, wat voor de OESO vooral betekent de stopzetting van de uitkeringen na een bepaalde tijd.

Met zijn actieve welvaartsstaat is minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP) met een en ander bezig. Hij boekte al successen door eerst Guy Verhofstadt en de Britse Labour-leider en vervolgens de hele Europese top in Lissabon te overtuigen van zijn gelijk. De nieuwe economie kan daarmee een vernieuwd Europees sociaal model stimuleren. Zeker nu de oude wereld tegenover de nieuwe wereld toch zijn kracht bewijst.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content