Een Belgische weeffout

De splitsing van B-H-V is een administratieve kwestie.

‘Populisme is het tegengestelde van politieke moed om onpopulaire maatregelen te nemen in het algemeen belang.’ Die gebalde uitspraak deed Europees president Herman Van Rompuy tijdens een recent groepsinterview met een aantal kranten.

Het is een interessante uitspraak, die meteen een vraag oproept. Valt het rechttrekken van beleidsfiasco’s, ooit aan de burger verkocht in naam van het algemeen belang, ook onder de noemer ‘politieke moed’? Of is in dergelijk geval alleen sprake van politiek fatsoen?

In het persgesprek hield Van Rompuy zich vanzelfsprekend op de Europese vlakte toen hij voorspelde dat de burgers nog ‘veel onpopulaire maatregelen’ wachten, zoals de hervorming van de arbeidsmarkt en het terugdringen van het begrotingstekort.

Laat dat van die arbeidsmarkt en dat begrotingstekort nu net ook van toepassing zijn op de Belgen. Twee onvermijdelijk geworden ingrepen die het pijnlijke gevolg zijn van de nonchalance waarmee de Belgische beleidsvoerders, maar ook de werkgevers- en werknemersorganisaties, de afgelopen decennia de zaken hebben beheerd. De voorbije week nog werd, om een ontspoord sociaal conflict bij een Brussels chocoladefabrikant te regelen, van overheidswege ingestemd met brugpensioen op 52 jaar. Een maatregel die iedere zinnige beleidsverantwoordelijke onbetaalbaar zou noemen.

Een ander beleidsfiasco en parel aan de paarse kroon, namelijk de hervorming van de kieswet in 2002 met de door het Grondwettelijk Hof vastgestelde ongelijkheden, kan de komende dagen worden goedgemaakt door de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.

Die constitutionele verbouwing werd toevertrouwd aan Jean-Luc Dehaene, de onderaannemer van de federale regering. De gewezen premier kreeg voor die opdracht het kostuum van Koninklijk Opdrachthouder aangemeten.

De komende dagen moet ’s konings bemiddelaar zijn plan ontvouwen. Wat Dehaene in de aanbieding heeft, raakte de afgelopen dagen grotendeels bekend: rechtstreekse verkiezing van de burgemeester, faciliteitengemeenten onder federale bevoegdheid, inschrijvingsrecht voor Franstaligen in die faciliteitengemeenten maar eventueel ook in andere Vlaams-Brabantse gemeenten.

De splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde hoort er ook bij, maar dan wel met de mogelijkheid voor francofonen om zich tot de Franstalige rechtbanken in Brussel of Nijvel te wenden.

Dat alles komt bovenop de zogenaamde borrelnootjes waar Guy Verhofstadt in 2008 al over onderhandelde: de overheveling van de huurwetgeving, het verkeersreglement en sociale economie naar de regio’s. In ruil daarvoor krijgt het virtueel failliete Brussels Hoofdstedelijk Gewest dan weer jaarlijks 65 miljoen euro extra financiering uit de federale kas.

Maar begin deze week al werd Dehaenes plan in het CDH-kamp van Joëlle Milquet als ‘franchement insuffisant’ afgedaan.
In de hoop zonder valpartij voorbij het Europese voorzitterschap te raken, lijkt de federale meerderheid vastbesloten het oude beleidsfiasco, waar vier van de huidige regeringspartijen aan meewerkten, voor een nieuw te ruilen. Terwijl de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde feitelijk een administratieve kwestie is, die geen afbreuk doet aan de grondwettelijke rechten van de Franstalige inwoners van de faciliteitengemeenten.

De ware inzet van de noodzakelijk geworden communautaire hervorming wordt intussen door de regeringspartijen verdrongen: de redding van het sociaal systeem.

De sociale zekerheid staat onder toenemende druk door de crisis en de toenemende vergrijzing, maar ook en vooral door de belastingverlaging en de vernietigende hervorming van de bijzondere financieringswet die Guy Verhofstadt met de hulp van de socialisten heeft doorgevoerd. Twee derde van het Belgische begrotingstekort is bijgevolg structureel.

De huidige financieringswet, die de Belgische staatskas lek sloeg, is de gevaarlijkste weeffout in het Belgische staatsbestel. Het funeste gevolg daarvan werd onlangs tijdens een lezing van de Gentse politicoloog Carl Devos uit de doeken gedaan door Eric Kirsch, kabinetschef van premier Yves Leterme.

De kabinetschef bevestigde eigenlijk wat Frank Vandenbroucke al eerder voorspelde: dat de Belgische staat, zonder hervorming van de financieringswet, binnenkort de sociale verplichtingen tegenover zijn burgers niet meer zal kunnen nakomen.

Eric Kirsch weet waarover hij praat. Hij was de coauteur van de originele financieringswet, uitgewerkt onder het premierschap van Jean-Luc Dehaene. En toen al kondigde Hugo Schiltz voor een enthousiast VU-congres aan dat die financieringswet het einde van België betekende.
Die weeffout wegsnijden, dat zal pas politieke moed vergen.

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content