Terwijl hiv in Vlaanderen globaal genomen onder controle is, blijft het aantal homomannen dat besmet raakt met hiv jaar na jaar toenemen.
‘Sinds de ziekte behandelbaar is geworden, denkt iedereen dat de strijd gestreden is.’
Een kwarteeuw nadat hiv voor het eerst werd vastgesteld, halfweg de jaren 1980, is het een chronische, maar behandelbare ziekte geworden. Toch blijft het nieuwe diagnoses bij homomannen stijgen: van iets meer dan 100 per jaar in 2000 tot bijna 250 in 2008. Bijna 80 procent van de Belgische mannen bij wie in 2008 hiv werd vastgesteld, raakte geïnfecteerd via homoseksueel contact.
Uit een kleinschalig onderzoek door het Instituut voor Tropische Geneeskunde in de homo-uitgaanswereld blijkt bovendien dat een op de zes seropositieve mannen niet beseft besmet te zijn met het virus.
‘De introductie van de eerste antiretrovirale middelen of aidsremmers in 1996 heeft ervoor gezorgd dat men niet meer aan de ziekte sterft, wat uiteraard zeer positief is. Maar omdat hiv-patiënten nu ongeveer dezelfde levensverwachting hebben als gezonde mensen, blijft het virus veel langer in de gemeenschap, en dat vergroot de kans op doorgeven’, zegt Marc Sergeant van Sensoa.’
‘Het homomilieu is bovendien een kleine groep van mensen die onderling seksuele contacten hebben’, zegt Sergeant, ‘en dat speelt ook mee in de dynamiek van de verspreiding. Zelfs in een groep die veiliger vrijt dan de doorsneebevolking, is de kans om hiv op te lopen door onveilig contact veel hoger.’
Homomannen hebben ook andere relatiepatronen dan hetero’s. Sergeant: ‘Uit onderzoek blijkt dat 80 procent van de homomannen naast een vaste relatie ook veel losse contacten heeft.’ Die vinden vaak plaats via datingsites, die leiden tot afspraken thuis, wat hen moeilijker bereikbaar maakt voor preventie.
(IVD)
