Peter Vandeweerdt

Klassiek: Russische zangen in Gentse Bijloke

Een emotioneel celloconcerto van Sjostakovitsj en een lyrische symfonie van Tchaikovski.

“Ik speel – euh, zing Lensky’s aria uit Tchaikovski’s opera Eugen Onegin.” Niet een tenor, maar de Letse cellist Micha Maisky kondigde vrijdag in de Gentse Bijloke op die manier zijn encore aan in de Gentse Bijloke. Maar de beschrijving is wel typisch voor zijn manier van spelen: van de cello wordt sowieso al gezegd dat hij het dichtst de menselijke stem benadert, en voor Maisky is dat ook duidelijk een streefdoel. Dat bleek uit zijn krachtige interpretatie van het Celloconcerto van Sjostakovitsj, een van de absolute meesterwerken voor het instrument. Maisky’s cello kan dreigen, smeken, diep bedroefd of uitzinnig zijn. Hij gaat in de eerste plaats voor emotie, en hij gaat daarin diep, met onder meer brede vibrato’s, zelfs als hij fluittonen (flageolets) speelt. Hij heeft ook een gebonden speelstijl en durft af te wijken van de absolute toonhoogte, wat niet alleen de emotionaliteit nog versterkt, maar bovendien de cello helpt om boven het orkest uit te komen. Zijn technische benadering was overigens feilloos en bij momenten verbluffend, zoals in de cadenza, waarin Maisky de spanning tot het uiterste opdreef, en het woeste slot. Een meer dan memorabele interpretatie die door de geconcentreerd toehorende zaal werd onthaald op een krachtig applaus – met het encore waarover we het hierboven hadden als toemaatje.

DeFilharmonie bracht trouwens een prima aansluitende, gebalanceerde en mooi geschakeerde ondersteuning onder gastdirigent Pinchas Steinberg. Enkel in het begin bleef het orkest enkele keren een fractie achter op de solist, maar dat werd snel opgelost.

Deze prestatie deed in elk geval uitkijken naar het tweede deel van het programma, de Eerste symfonie van Peter Tchaikovski. In vergelijking met zijn latere werk een vrij eenvoudige compositie, maar met een aantal prachtige motieven. Steinberg koos voor een zeer gebalanceerde benadering, met zelfs in de meest krachtige passages een bijna volmaakte transparantie. De lyrische tweede beweging (Adagio cantabile – Dromen van een winterse reis) heeft een aanzet voor strijkers die onvermijdelijk doet denken aan Tchaikovski’s beroemde Serenade voor strijkers. In de symfonie worden de violen even doorbroken door de fluit, en even later door de klarinet, die het thema overneemt, waarna het orkest invalt. Rustig, maar mooi poëtisch gebracht, hier.

Voor de derde beweging (Allegro scherzando giocoso) koos Steinberg voor een wat hoekigere, geaccentueerde snelle driekwartsmaat: een tikje geforceerd naar mijn smaak, wat de overgang naar de echte wals die erop volgt eerder als een breuk deed aanvoelen. De finale eindigt na een ijle inzet (Andante lugubre) zoals vaak in een zorgvuldig opgebouwde dansende/fugatische werveling met nogal wat pathos (Allegro maestoso). Alleen hier verdween de transparantie heel af en toe, maar de totaalindruk van een gedisciplineerd en genuanceerd spelend orkest bleef. Pinchas Steinberg en deFilharmonie vormen een prima combinatie.

Peter Vandeweerdt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content