De zoete geur van succes

De moderne mens heeft een betere reukzin dan de neanderthaler moet hebben gehad.

Moderne mensen en hun meest naaste, maar helaas uitgestorven, verwanten, de neanderthalers, ontwikkelden beide grote hersenen – waarbij die van de neanderthaler nóg groter waren dan die van ons.

Grondige analyse van de binnenkant van de schedels van een groot aantal fossielen wijst echter uit dat wij, de moderne mens dus, een beter reukvermogen moeten hebben gehad dan onze onfortuinlijke collega’s. Nochtans werden de neanderthalers altijd gemakshalve als de minst ontwikkelde van de twee soorten beschouwd, terwijl reukvermogen in de context van het mensworden toch als een primitief kenmerk wordt bestempeld.

Wetenschappers melden in het vakblad Nature Communications dat de zones van de hersenen die instaan voor het verwerken van geurprikkels bij onze rechtstreekse voorouders 12 procent groter moeten zijn geweest dan bij de neanderthaler. Hetzelfde geldt voor de hersenzones die met taal en geheugen in verband zijn gebracht.

Het voordeel van geuren is dat ze héél snel tot in de hersenen geraken, waardoor geurprikkels een krachtig element zijn (geweest) in het uitlokken van snelle reacties en sterke emoties. Niemand gaat echter zo ver te zeggen dat het feit dat wij overleefden, en de neanderthaler niet, met dit verschil in geurvermogen te maken zou hebben. Stel je voor dat wij de bruutzakken zouden zijn geweest, en niet onze jammerlijk verdwenen verwant. (DD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content