Het is met oprechte dankbaarheid dat wij ingaan op het aanbod van de heer De Ceulaer, die normaal gesproken deze pagina voor zijn rekening neemt. In het licht van de recente gebeurtenissen stelde hij ons voor om nog eens duidelijk uit te leggen waar onze vereniging precies voor staat. Onze vereniging, dat is de vrijmetselarij – in de volksmond beter bekend als de loge. Omdat velen van ons graag in het verborgene leven, kampen wij van oudsher met een kwalijke reputatie. En als het bij uitzondering eens voorvalt dat een broeder met naam en toenaam de voorpagina’s haalt, is de schade meestal helemáál niet meer te overzien. Zo hebben de ietwat frivole Facebookberichtjes van broeder Willem Elias vorige week niet bepaald de volksgunst over ons afgeroepen.

Onze vereniging kan nochtans bogen op een rijke en eerbiedwaardige geschiedenis. Zij werd gesticht in juni 1717, toen een gezelschap van wijze heren in Londen de eerste Grand Lodge in het leven riep. Na twee eeuwen van bloedige godsdienstoorlogen was het tijd voor overleg en verbroedering op topniveau. Het was de eeuw van de verlichting, van het geloof in de maakbaarheid van mens en samenleving – en toch kende iedereen zijn plaats nog, en kon je als heer van stand de keukenmeid nog neuken zonder dat iemand commentaar gaf, erger nog, een strafklacht aan je broek smeerde.

Het oogmerk van onze vereniging is eenvoudig: wij willen bouwen aan onszelf en zo aan een betere wereld. Onze terminologie en symboliek hebben wij ontleend aan die van de middeleeuwse kathedralenbouwers: zij begonnen als gezel, werden vervolgens leerling en uiteindelijk meester. Die stadia kennen wij ook – een meester kan later nog Achtbare Meester worden, en finaal Grootmeester. God, die overigens niet bestaat, noemen wij de Opperbouwmeester. Als wij samenkomen, geven wij geen lezing of kletsen wij niet uit onze nek, nee – wij geven een bouwstuk. Werken aan onszelf noemen wij kappen aan de ruwe steen. In de vochtige kamer, zo heet bij ons de bar, doordrenken wij ons taalgebruik ook graag met metselaarsterminologie, bijvoorbeeld als wij het hebben over de erosie en de vergankelijkheid der dingen. Zo zegt een vrijmetselaar dat tradities afbrokkelen en dat een kut niet door één man kan worden versleten.

Nu we het toch over de vrouwtjes hebben, eerst even dit, voor alle duidelijkheid: wij zien de vrouwtjes graag. Zo graag dat we ze drie eeuwen na die eerstesteenlegging nog altijd geen volwaardig lid laten worden van onze club. De reden daarvoor is eenvoudig, legde broeder Frank De Fever ooit uit in het boek Waarom ik bij de loge ben: ‘Zodra een vrouw in de buurt is, wordt een man een haan. Hij probeert haar te verleiden en is niet meer in staat om een sereen en diepzinnig gesprek te voeren.’ De vrouwtjes hebben ondertussen weliswaar hun eigen speelgoedloge gesticht, en sommige achtbare meesters gebruiken graag een stukje lingerie van hun minnares als bladwijzer, maar zoals wij in de vochtige kamer plegen te schertsen: een breiwerk is nog geen bouwstuk.

Ja, wij lachen wat af.

Over de schandalen, de vriendjespolitiek en het gekonkelfoes kunnen we kort zijn: al die verhalen zijn maar het topje van de ijsberg. Wij springen voor elkaar in de bres en zullen een broeder altijd positief discrimineren, als waren wij zwarten of, godbetert, vrouwen. Doordat velen onder ons liegen over hun lidmaatschap (google eens: taqiyya), tasten gewone stervelingen hierover altijd in het duister. Ook dát is vaak lachen geblazen.

Weinig bekend is dat wij een volledig eigen rechtspraak kennen. Als een broeder in úw wereld wordt veroordeeld voor pakweg verkrachting, corruptie of winkeldiefstal, wil dat nog niet zeggen dat wij hem uit ónze wereld zullen verstoten. Voor verkrachting geldt bij ons overigens een verjaringstermijn van anderhalve dag. Daarna moeten al die zogenaamde slachtoffers niet meer komen zeuren.

Wij vatten samen: een gesloten gemeenschap met eeuwenoude wortels, die behalve taqiyya een eigen rechtspraak kent en vasthoudt aan de segregatie van man en vrouw. Ja, soms zingen wij uit volle borst, op de tonen van You’ll never walk alone: Nous sommes des salafistes!

Met dit verschil: wij lusten wel een neut.

Met discrete groet

Broeders X, Y en Z

(namen en adressen bekend bij de redactie)

DOOR JOËL DE CEULAER

‘Nu we het toch over de vrouwtjes hebben, eerst even dit: wij zien de vrouwtjes graag.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content