Er leven nog minder dan 9000 nonnen in ons land. De meesten zijn hoogbejaard, en veel jonge kandidates voor het kloosterleven zijn er niet meer. Bart Demyttenaere ging praten met twaalf sterke nonnen en schreef De laatste zusters van Vlaanderen. Het is een boek geworden over vooroordelen, de vrouwonvriendelijkheid van de Kerk, het rigide kloosterleven voor het Tweede Vaticaans Concilie, en over samenleven in een gemeenschap waarvan je de leden niet hebt gekozen. Demyttenaere werd er een ander mens door. ‘Wie mij anderhalf jaar geleden vroeg of ik ergens in geloofde, werd op een scheve grijnslach getrakteerd’, schrijft hij in de introductie bij het boek. ‘Nu moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik weet het niet meer.’

Stefana Bostyn: Zuster van de Bermhertigheid Jesu (Kortenberg)

‘Onze rol wordt tegenwoordig gedeeltelijk overgenomen door lekenorganisaties zoals Artsen Zonder Grenzen en andere ngo’s die inspelen op de actuele noden. Sommigen beweren dat er minder engagement is dan vroeger. Dat is niet juist. Het grote verschil zit in het gegeven dat wij ons destijds voor ons hele leven engageerden, terwijl leken in organisaties hun werk voor een beperkte periode uitoefenen. De draagkracht van ieder mens is uiteraard verschillend. Als religieuzen konden wij onze taak ook veel langer aan, omdat wij gesteund werden door een hele gemeenschap die voluit hetzelfde ideaal nastreefde.

Sommige congregaties heroriënteren zich op nieuwe noden. Doordat de gezondheidszorg en het onderwijs volledig door de overheid zijn overgenomen, komt er ruimte vrij om zich te richten op andere noden die niet op zoveel belangstelling kunnen rekenen. Toch kunnen religieuzen ook in het onderwijs en de ziekenzorg het verschil maken, omdat ze helemaal voor de mensen beschikbaar zijn.

Ik ben hier al 44 jaar actief. Ik heb honderden mensen zien komen en gaan. Voor mensen die bijvoorbeeld hervallen, ben ik een vertrouwensfiguur geworden. Ik ben hier immers al zo lang. Verpleegsters werken in posten of verhuizen naar andere diensten, terwijl ik al bijna een halve eeuw onafgebroken op dezelfde plaats sta. De continuïteit van mijn aanwezigheid betekent een houvast voor mensen die het gedurende lange tijd bijzonder moeilijk blijven hebben. Ik wil mij niet op een voetstuk plaatsen, want er zijn hier heel wat mensen die zichzelf als een baken voor anderen mogen beschouwen. Maar ik heb het extra voordeel dat ik geen man en kinderen heb, waardoor ik me nog meer kan inzetten. Iemand kookt voor ons. Dat hoef ik me dus ook al niet aan te trekken. Het is in ons engagement belangrijk dat we als groep kiezen om iets te verwezenlijken. Iedereen blijft zijn steentje bijdragen, ook al zijn we intussen veel ouder geworden.’

Gaby Hendrix: Dochter van het Kruis van Luik (Genk)

Terug naar een marginale kerk

‘Ik maak een groot onderscheid tussen de kerkgemeenschap en het instituut Kerk, dat vanuit Rome zijn wil probeert op te leggen aan de basis. Onze Lieve Heer heeft destijds Zijn Kerk wellicht heel anders bedoeld dan wat mensen er in 2000 jaar tijd van gemaakt hebben. Gelukkig wordt de macht van de katholieke Kerk steeds meer beperkt door de actualiteit. Men kan er niet omheen dat de gelederen sterk uitdunnen. Dat is niet noodzakelijk een slechte tendens. Jezus van Nazareth had destijds zelfs geen steen om zijn hoofd op te laten rusten. In 2000 jaar is er heel veel gebeurd. De basiskerk van Jezus is uitgegroeid tot een machtige en rijke structuur. Het toppunt van de macht is volgens mij voorbij. De Kerk bevindt zich op een keerpunt. Uit de grond van mijn hart hoop ik dat het instituut opnieuw naar een marginale Kerk evolueert, zodat de warme boodschap van het evangelie opnieuw zal klinken. We moeten de Kerk kritisch, maar eerlijk bekijken. Het is te flauw om altijd te verwijzen naar de materiële welstand van het Vaticaan. Ik ben ervan overtuigd dat paus Benedictus XVI in een materieel rijke omgeving een heel sober leven leidt.

In de huidige kerkstructuur krijgt de vrouw niet de plaats die haar toekomt. Onze Kerk is uit de Joodse traditie gegroeid, waarin ook geen respectabele plaats was voor de vrouw. Er waren wel vrouwen die voor Jezus en de apostelen zorgden, maar zij waren vooral dienaressen die in de schaduw van de mannen stonden. Los van de toen heersende culturele context kan men niet ontkennen dat Jezus Zijn boodschap mede dankzij de steun van een aantal krachtige vriendinnen heeft kunnen waarmaken.

De rol van de zussen Maria en Martha, en van Maria Magdalena kan men niet minimaliseren. De basis van de huidige Kerk wordt vooral gevoed en gedragen door vrouwen. Meer dan mannen houden vrouwen zich met ziekenzorg, gehandicaptenzorg en maatschappelijk engagement bezig.’

Trees Goetghebeur: Trappistin (Lozen-Bocholt)

Een stapje in de wereld

‘Wij gaan nooit meer naar huis. Onze familie komt ons hier opzoeken. Voor bijzondere gelegenheden maken we tegenwoordig wel een uitzondering. Dat is in onze orde pas zeer recent het geval. Tot voor enkele jaren was daarvan geen sprake. De vraag van de familie of de wens van een medezuster wordt aan de hele gemeenschap voorgelegd. Om te voorkomen dat uitzonderingen de regel worden, beslissen wij daar samen in alle openheid over. Aangezien elke situatie in elke familie verschillend is, vind ik het moeilijk om voor iedereen dezelfde lijn door te trekken. Afhankelijk van de persoonlijke situatie of de gebeurtenis moet elke vraag telkens opnieuw bekeken worden. De rigide regel dat een zuster geen afscheid mag nemen van haar stervende vader, kun je in deze tijd niet meer hard maken. Het was bij ons al lang het geval dat je je ouders mocht opzoeken als zij zelf niet meer in staat waren zich naar ons te verplaatsen. Zelfs die regel is intussen verbreed. Een zuster die enig kind is, mag haar moeder in het ziekenhuis gaan bezoeken, ook al is haar moeder niet heel ernstig ziek. In een dergelijke situatie zijn we soepeler dan voor een zuster die uit een heel groot gezin komt waar de ouders op hun andere kinderen kunnen terugvallen. Maar zelfs dan blijven we menselijk. Ook in een groot gezin kunnen de andere kinderen door omstandigheden het moeilijk hebben om voor hun ouders te zorgen. In dat geval geven we een medezuster sneller de kans om haar taak als dochter op te nemen. Communiefeesten en verjaardagen komen niet in aanmerking, maar een ernstige ziekte of een gouden jubileum zijn belangrijke momenten in een mensenleven. De meeste zusters gaan doorgaans in hun religieuze kleding naar buiten. Maar dat bepalen de zusters zelf. Een jongere medezuster reist af en toe naar Utrecht om haar studie te voltooien. Om daar niet op te vallen, draagt ze kleding die ze nog had van haar postulaatsperiode. Een andere zuster, die haar broer in het ziekenhuis ging opzoeken, koos ook voor burgerkleding, omdat haar keuze voor een religieus leven in haar familie nog heel gevoelig ligt.

Als priorin zet ik geregeld een stapje in de buitenwereld. Ik heb er absoluut geen probleem mee om mij als trappistin te profileren. Ik draag bijna altijd mijn habijt. Eén keer per week doe ik in Bocholt de boodschappen. De mensen in de Aldi en de Colruyt zijn het beeld van een trappistin met een winkelkar gewend. Ik krijg zelden negatieve reacties. Integendeel.’

Mieke Van Look: Reguliere kanunnikes van het Heilig Graf van ’s Heren Verrijzenis van Jeruzalem (Turnhout)

Dancing

‘Voor mijn intrede in het klooster was ik een heel werelds meisje. Ik was actief in tal van verenigingen en dus bijna nooit thuis. In het weekend ging ik vaak uit en ik ging ook met jongens om. Toch was er iets onbestemds dat me deed hunkeren naar een andere manier van leven. Op de een of andere manier bevredigde het leven dat ik leidde me niet voldoende. Op een gewone zaterdagavond besefte ik dat ik voor een religieus leven moest kiezen.

De omstandigheden waarin ik die beslissing nam waren ongewoon, maar achteraf voelde ik me ineens bevrijd. Ik stond op de dansvloer van een dancing in Zandhoven.

Midden in het tumult stond ik te dansen met Ward, mijn laatste vriendje. Ik moet nog steeds lachen als ik aan ons laatste gesprek in die dancing terugdenk. Toen ik hem vertelde over mijn kloosteraspiraties, kwam hij met Adam en Eva op de proppen. Hij begon een heel betoog over de relatie van de oudste Bijbelse mensen, waarbij hij benadrukte dat er tussen die twee méér moet zijn geweest dan een louter platonische relatie. Daarna begon hij te zeuren over Jozef en Maria, waarna hij het gesprek in de richting van de maagdelijkheid van Maria stuurde. Ondertussen sprongen wij vrolijk rond op het ritme van de muziek! Gezien de omstandigheden was dit echt een belachelijk onderwerp.’

Tienerzwangerschappen

‘Toen een jongen mij wilde vertellen dat zijn vriendin in verwachting was en dat ze overwogen de zwangerschap te onderbreken, raadde zijn moeder hem ten stelligste af er met mij over te praten, ‘want nonnen zijn immers tegen abortus’. Het koppeltje kwam mij niet om raad vragen, want ze hadden samen al een beslissing genomen. Ik heb hun gezegd dat ik als religieuze uiteraard altijd voor het leven kies, maar dat ik niet in hun plaats kon beslissen. Het was heel goed dat ze het mij toch zijn komen vertellen, want daardoor kon ik het meisje nadien beter opvangen. Ik heb de jongeren niet veroordeeld en hen geen preek meegegeven. Ze hadden het zo al moeilijk genoeg. Na de ingreep had het meisje fysieke en psychische problemen en ik ben heel blij dat ik haar een beetje heb kunnen steunen.

Onlangs vertrouwde een meisje me toe dat ze verliefd was op een ander meisje. Ik heb haar gezegd dat ik haar gevoelens respecteer, maar dat op het internaat openlijke liefdesbetuigingen ongepast zijn. Toen de prille lesbische relatie na enkele maanden afsprong, is het meisje bij mij komen uithuilen. Haar intense liefdesverdriet had ze nooit kunnen tonen indien ze me niet in vertrouwen had genomen.

Jongeren die problemen hebben of met zichzelf worstelen, wil ik evenveel aandacht geven als Jezus in een soortgelijke situatie zou hebben gedaan. Dat is mijn moderne beleving van de verrijzenisspiritualiteit.’

door BART DEMYTTENAERE/foto’s: Mine Dalemans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content