Modder is mooi!

Plots weerklinkt in de stilte van de Gobustan-woestijn een luide “bloeb”. De moddervulkanen verraden hun positie met een minimalistisch concert van weinig beschaafd klinkende geluiden.

Genoeg smurrie gezien. We hebben nood aan mooie dingen. Moddervulkanen bijvoorbeeld. In de buurt van Gobustan zouden er te vinden zijn.

Nog even op de tanden bijten wanneer we over de hallucinante kustweg van Baku naar het zuiden rijden. We passeren achtereenvolgens het olierampgebied van Bibi Heybat, de lege Sixov-stranden, een bouwwerf van boorplatforms, de woonblokken van Sahil, en de Sangachal-terminal waaruit de BTC-oliepijpleiding vertrekt.

Aan de Dashgil-afrit, 70 km van Baku, springen we uit de bus. Links staan enkele olie-opslagtanks, rechts begint de halfwoestijn van Gobustan. Als twee enthousiaste padvinders zoeken we naar de sporen in het schrale landschap, die schematisch staan beschreven in de excellente Azerbeidzjan-reisgids van Mark Elliot. We kruisen enkele pijpen en een spoorweg waarover vettige treinwagons vol ruwe olie daveren.

Een non-chalant afgekoppelde oliebron verliest een dikke zwarte pap. Het ding sputtert als een cappucino-machine en voedt de nabijgelegen zwarte vijver.

Een ander vreemd fenomeen zijn de kilometers lange elektrische snoeren die kriskras doorheen de woestijn lopen. Hier en daar werden groene en rode vlaggetjes geplant. De voorbode van meer ontginning? Het einde van dit stukje woestijn?

Stop. We zouden mooie dingen zien.

Kleine watergeulen hebben mini-canyons uitgesneden in de kurkdroge gecraqueleerde bodem. Ik hou van deze woestijn. Het is een eenvoudig, compromisloos landschap van zand en spaarzame bosjes. Er vliegen kuifleeuweriken rond, meer niet.

De woestijn biedt weinig orientatiepunten. Wanneer we op een eerste bubbelpoel stoten, kunnen de moddervulkannen niet veraf meer zijn. Uit een vijver van drijfzand borrelen non-stop gasbellen omhoog, alsof het water kookt.

Plots weerklinkt in de stilte van de woestijn een luide “bloeb”. De moddervulkanen verraden hun positie met een minimalistisch concert van weinig beschaafd klinkende geluiden.

In een halve cirkel staan ze opgesteld, als een gelukkige familie. Grote en kleine, klassiek konische of afgeplatte, stille en actieve. Uit de diepe aarde vinden gasbellen hun weg omhoog via modderkanalen, en spatten open aan de oppervlakte, in een wolkje methaan. Ze pruttelen en blazen, boeren en scheten. Meestal traag en gezapig, soms met geweld een klodder slijk in de lucht ejaculerend, maar altijd onverwacht en grappig. We hebben veel plezier met de moddervulkanen.

Aan de kust, langs de andere kant van de baan, staan er meer.

Vrachtwagenchauffeur Eves geeft ons een hobbelige lift door de duinen, tot aan de vissersgemeenschap van Dashgil, die in paalhuizen in de branding woont. Een eindeloze rij in onbruik geraakte elektriciteitspylonen leidt tot ver in zee naar “Neft Dachlari”. Deze “Petroleum Bergen” vormen een kunstmatig dorp, gebouwd rond een boorplatform in zee.

Een herder wijst ons de richting naar de vulkanen. De schoonheid ligt verborgen achter een hoge duin. Een kanjer van een moddervulkaan heeft er door de jaren heen de hele omgeving onder zijn excrementen bedolven, en veranderd in een vreemdsoortig maanlandschap. De zon droogt het grijze, cementachtige slijk tot een licht-beige mozaiek in de aarde. Rond de kolos bouwen kleinere broertjes gestaag aan hun toekomst. Nooit verwacht dat modder zo ontroerend kon zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content