Irina De Knop

‘Als we de tikkende tijdbommen niet onderscheppen, zijn we een vogel voor de kat’

Irina De Knop Burgemeester van Lennik (Open VLD)

In deze bijdrage voor het Schaduwparlement blikt Irina De Knop terug op de gebeurtenissen in Parijs en de verijdelde aanslagen in België. ‘Hoe moeten we als maatschappij omgaan met mensen die hier geboren zijn, maar toch radicaliseerden?’

Wat vorige week gebeurde in Parijs, maar ook de actie van de politie in België om aanslagen van Jihadisten te verijdelen, stemt tot nadenken. De nadruk ligt in de eerste dagen na de aanslagen in Frankrijk uiteraard in de eerste plaats op het bekampen van het extremisme en het verijdelen van geplande aanslagen, met alle mogelijke middelen. Maar wat kunnen politie en gerecht doen tegen mensen die hier geboren zijn, vaak opgevoed en opgegroeid zijn, en die zich om welke reden dan ook laten ophitsen om hier aanslagen te plegen en onschuldige burgers te doden? Wat drijft deze mensen? Hoe moet je daar als maatschappij mee omgaan?

Het is duidelijk dat politiewerk alleen: het opsporen van extremisten en het oppakken van jongeren die eventueel zouden willen vertrekken naar Syrië geen afdoende acties zijn om het dreigend geweld in de kiem te smoren. Voor elke jongere die onderschept wordt, staat er ongetwijfeld een andere klaar om zijn plaats in te nemen.

De cruciale vraag is daarom wat het zaad, de kiem kan zijn om jongeren die hier leven, en in onze ogen alle kansen krijgen, toch warm te kunnen maken voor zulke wandaden.

Wettelijk kader voor geestelijke leiders

In de eerste plaats is het uiteraard de plicht van ouders om hun kinderen op te voeden en ervoor te zorgen dat ze een opvoeding krijgen waar geweld geen plaats krijgt. Aangezien voor vele mensen in de 21ste eeuw geloof nog steeds een centrale rol inneemt in het leven, is het cruciaal dat de overheid duidelijke kaders aanreikt waarbinnen godsdiensten erkend worden, maar waarbij ook duidelijke afspraken worden gemaakt over de voorwaarden waaraan men moet voldoen om de rol van priester, imam of rabijn te kunnen innemen. Is er daarbij ook geen nood aan een duidelijk wettelijk kader zodat kan ingegrepen worden wanneer bepaalde godshuizen of hun afgevaardigden niet aan deze voorwaarden voldoen. Daarnaast zijn duidelijke afspraken nodig over wat er wel en niet kan gepredikt worden, het moet duidelijk zijn dat er niet kan gepreekt worden tegen de centrale waarden van onze maatschappij, tegen de minimale rechten en plichten van burgers. Het zou nuttig zijn wanneer daar over de godsdiensten heen een duidelijk consensus over wordt bereikt.

Al dat soort acties zijn nuttig en nodig, maar als jongeren zich om één of andere reden zodanig uitgesloten weten uit onze maatschappij, als zij op jonge leeftijd het leven eigenlijk helemaal opgeven, dan geeft dit toch aan dat zij talloze ontgoochelingen hebben opgestapeld en de maatschappij kansen heeft gemist om deze jongeren weer mee te nemen. Zou het kunnen dat onze maatschappij, ondanks de stevige pleidooien voor multiculturalisme en vredelievend samen leven, in wezen en realiteit toch een duale realiteit is geworden, waarbij segregatie en in het verlengde daarvan discriminatie inherent aanwezig is.

Extra investeringen in onderwijs

Ik sta er bijvoorbeeld nog elke dag van te kijken hoeveel onbegrip er is voor anderstalige ouders, die kiezen om hun kinderen naar een Nederlandstalige school te sturen. Wanneer blijkt dat daar ook extra investeringen voor nodig zijn, in zorg of omkadering, is dat voor vele Vlamingen onbegrijpelijk. De kwaliteit zou naar beneden gaan, en daarmee krijgen hun kinderen minder kansen. Dat hoor ik voortdurend vertellen, zelfs door invloedrijke politici en partijen. Ik hoop dat deze verontwaardiging samen hangt met het feit dat de balans van de immigratie is doorgeslagen. Ik ben er vast van overtuigd dat er een bovengrens is bereikt van wat een maatschappij kan dragen. Maar zelfs als die bovengrens bereikt is, ben ik er wel ‘heilig’ van overtuigd dat de enige goede keuze voor alle mensen die er vandaag zijn, migrant of Belg van de eerste, tweede of derde generatie, om alles op alles te zetten om deze burgers volwaardig mee te nemen in onze samenleving.

Armoede is een ander element dat diep ingrijpt. Het kan toch geen toeval zijn dat de extremisten die afgelopen week werden opgepakt afkomstig zijn uit de armste buurten van het land. Armoedebestrijding blijft voor mij dan ook cruciaal om een ander soort samenleving te bereiken. Betekent het dat we gezinnen en jongeren uit moeilijke buurten, met een allochtone achtergrond moeten pamperen? Nee. We moeten mensen op hun verantwoordelijkheden wijzen en sterk ingrijpen wanneer men buiten de lijntjes kleurt. Streng maar rechtvaardig. Dat gebeurt vandaag te weinig. Onze wetgeving – of de uitvoering – is op dat vlak gewoon niet streng genoeg.

Kordater optreden tegen jongeren die ontsporen

Daarnaast moeten we 100% inzetten op degelijk onderwijs en taalverwerving (al van in de eerste kleuterklas) en een stevige en verplichte begeleiding naar werk. Voor zij die op jonge leeftijd van het rechte pad afwijken, moet veel strenger en kordater worden opgetreden. In die zin kan en moet de overheid veel meer doen, en als het kan door de middelen veel minder versnipperd in te zetten. Daarvoor moet je de strafwetgeving aanpassen, ook die voor minderjarigen. Maar dat niet alleen. Er zijn vandaag veel te weinig instellingen voor jongeren in problematische opvoedingssituaties, en voor minderjarige delinquenten. Maar ook het onderwijs of de vorming die in die instellingen wordt gegeven blijkt ondermaats; Wachtlijsten, overal wachtlijsten. Nochtans is het cruciaal om in te grijpen voor het te laat is .

Dat vraagt natuurlijk allemaal bijkomende middelen, zowel federaal als regionaal. Die keuze moet men maken, ook al is ze niet populair. De grote aantallen gezinnen en jongeren in die verpauperde buurten zijn tikkende tijdbommen. Als je daar als maatschappij niet diep op ingrijpt, preventief en curatief, dan is onze maatschappij een vogel voor de kat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content