Hubert van Humbeeck

Het is opvallend hoe fel Jaak Gabriëls tegenwoordig bij zijn collega’s in de bres springt voor de zelfstandigen. De minister van Landbouw en Middenstand heeft het in de eerste maanden van zijn mandaat natuurlijk druk gehad met het helpen bezweren van de dioxinecrisis, maar het zou hem vast onrecht aandoen te veronderstellen dat hij nu pas tijd heeft gevonden voor het tweede deel van zijn portefeuille. Er is voor die plotselinge, zeer nadrukkelijke aandacht een andere verklaring mogelijk.

Na de analyse van enkele recente marktonderzoeken heeft zich namelijk een ongemakkelijk gevoel van de VLD meester gemaakt. De indruk leeft er dat de populariteit die Guy Verhofstadt op dit moment in brede kringen geniet niet noodzakelijk wil zeggen dat zijn partij voor de nabije toekomst op rozen zit. Niet iedereen in de liberale familie is evenzeer te spreken over het Blairiaanse imago dat de VLD zich het voorbije anderhalf jaar heeft aangemeten. Er wordt gevreesd dat een deel van de aloude blauwe achterban, na tien jaar van geduld in de oppositie, ontgoocheld zal afhaken en andere oorden zal opzoeken. Het Vlaams Blok bijvoorbeeld doet daar niet moeilijk over: die partij zegt ondubbelzinnig dat ze in oktober vooral op liberale kiezers mikt.

Als de VLD de leidinggevende partij in Vlaanderen wil worden – en dat is toch haar streven – mag ze op haar traditionele flank niet te veel aanhang verliezen. Daarom moet de middenstand zich weer ten volle in de VLD kunnen herkennen en zal er straks tijdens de discussie over de belastingverlaging weinig op de eigen standpunten worden toegegeven. Dat SP-minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke intussen iets aan het sociaal statuut van de zelfstandigen wil doen – een oud zeer – levert hem bij de coalitiepartner zeker bonuspunten op.

Maar niet alleen in de Melsenstraat wordt gerekend en bang vooruitgekeken. De SP blijft in de coalitie op twee gedachten hinken. De socialistische zwaargewichten in de regering wegen met hun bestuurservaring weliswaar op wat er gebeurt, maar toch is er de angst dat de bevolking daar uiteindelijk weinig van merkt. Waarom, vroeg jongerenvoorzitter Caroline Gennez zich vorige week in De Morgen af, wordt de verhoging van de minimumlonen voorgesteld als het begin van de ‘actieve welvaartsstaat’ en niet als een daad van socialistisch bestuur? Het is een kwestie van woorden, en tegelijk ook niet. De SP leeft vreemd genoeg met dezelfde vrees als de VLD: dat de populariteit van de premier en van zijn project bij de eindafrekening niet op hun partij zal afstralen. Het verschil is dat de sociaal-democraten zich nauwelijks een nieuwe electorale opdoffer kunnen veroorloven, als ze een factor van betekenis willen blijven.

Want al is er twijfel bij de VLD zelf, elders wordt er wel ernstig rekening mee gehouden dat de liberalen de rol van de CVP in het centrum van de Vlaamse politiek op korte termijn over kunnen nemen. De christelijke arbeidersbeweging onderhoudt met veel zorg haar contacten met de SP en vanzelfsprekend ook met het Agalev van groene strateeg Jos Geysels. De waardering voor de manier waarop die uit de coulissen kwam om de onderhandelingen over de Vlaamse welzijnssector vlot te trekken, is overal groot.

Het ACW wapent zich op wat komen kan. De top heeft er blijkbaar weinig vertrouwen in dat de huidige CVP-leiding het tij snel kan keren voor de christen-democratie. Het ACW heeft met veel aandacht en instemming kennis genomen van de studie van VUB-socioloog Mark Elchardus over de werking van het verenigingsleven in Vlaanderen, dat de christelijke arbeidersbeweging na aan het hart ligt. Elchardus leunt, zoals bekend, aan bij de socialistische beweging.

In de week voor 1 mei wordt zo over de zomer heen uitgekeken naar de gemeenteraadsverkiezingen van oktober, die iedereen wijzer zouden moeten maken. Ze kunnen in de eerste plaats het begin van een antwoord geven op de vraag of de nieuwe liberale boodschap echt een breed publiek kan aanspreken. De VLD is er bovendien voor beducht dat nieuw verlies van de SP de verhoudingen in de coalitie snel zal doen verzuren. Dat zou toch weer voedsel kunnen geven aan de idee dat er een sterke samenwerking ter linkerzijde nodig is, als een tegenwicht voor de groeiende liberalen in het centrum. Met dit verschil dat de contouren van die samenwerking dan, in tegenstelling tot het verleden, door het ACW zullen worden bepaald.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content