De wetenschap van de liefde: ‘De partner mag gerust een beetje een mysterie blijven’

© Dino
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Als we realityprogramma’s als ‘Blind Getrouwd’ mogen geloven, lijkt Cupido zijn engelenvleugeltjes te hebben ingeruild voor een professorsbrilletje. Toch kan de wetenschappelijke aanpak niet verhinderen dat we met z’n allen vaak blijven knoeien in relaties. Of is dat geploeter misschien net dat wat we ‘de liefde’ noemen?

Terwijl vorig jaar nog stevig de wenkbrauwen werden gefronst bij het opzet van het realityprogramma ‘Blind Getrouwd’ op vtm, waarbij vrijgezellen die elkaar nog nooit gezien hebben in het huwelijksbootje stappen, schreven maar liefst 2.800 single Vlamingen zich in voor het tweede seizoen van de reeks. Ondertussen schreven zich voor de derde reeks maar liefst 3600 mensen in. Ook de tegenhanger op de vrt, ‘Vind je Lief’, waarbij naast relatie-experts ook familie en vrienden als matchmaker fungeren, heeft er al twee succesvolle seizoenen op zitten.

Verrassend is dat niet als je weet dat wereldwijd 70 procent van de op romantiek geschoolde huwelijken ontstaat dankzij de hulp van vrienden, familie en de kring waarin we werken. Dat is nog steeds veel meer dan het online daten dat verantwoordelijk is voor 15 procent van de al dan niet duurzame relaties die nu gevormd worden.

De gevreesde checklist weegt nog veel te vaak door en we spiegelen ons aan koppels in onze omgeving waar de passie schijnbaar van de muren spat.

Daarnaast zijn 50 procent van de alle huwelijken in de wereld “gearrangeerd”. En daarbij valt op dat het scheidingspercentage erg laag ligt, slechts 6,5 procent. Een bewijs dat onze ratio ons inderdaad een handje kan helpen in het doolhof van de liefde. ‘Het is geen geheim dat koppelvorming op basis van verliefdheid het niet altijd per se goed doet’, zegt seksuologe Sybille Vanweehaeghe, een van de experten uit ‘Blind Getrouwd’. ‘Het romantische ideaal waar we in onze cultuur zo de nadruk op leggen, is de grootste misvatting die er bestaat. Het beeld uit de romantische films is absoluut niet realistisch. Kijk maar naar de vele echtscheidingen waarmee verschillende generaties tegenwoordig worden geconfronteerd.’

Het zijn net die Hollywoodiaanse misvattingen over de liefde die ervoor zorgen dat we soms langer alleen blijven dan ons lief is. De gevreesde checklist weegt bijvoorbeeld nog veel te vaak door en we spiegelen ons aan koppels in onze omgeving waar de passie schijnbaar van de muren spat. Maar ook daar lopen de dingen niet altijd van een leien dakje, alleen hangen die koppels dat niet aan de grote klok.

Het vinden van een unieke partner waarmee je een relatie kan opbouwen is een van de basisbehoeften van de mens. ‘We zijn allemaal op zoek naar een levensgezel’, weet Vanweehaeghe . ‘Je kan dan misschien wel samenwonen met twee of drie vrienden, maar uit alles blijkt dat wij een levenspartner nodig hebben. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de gezondheidsstatistieken dat mensen in een duurzame relatie langer leven dan singles.’

Buikgevoel overboord?

Moeten we ons buikgevoel dan overboord gooien als we ons op het liefdespad begeven? De experte vindt van niet. Ze pleit eerder voor een gezonde mix van buikgevoel en rationaliteit, want die rondfladderende vlinders in de maagstreek zijn niet altijd te vertrouwen. Verliefdheid zorgt er immers voor dat we alles door een gekleurde bril zien en de andere gaan idealiseren. Na vier maanden tot anderhalf jaar komen we stilaan weer met beide voetjes op de grond en onthult zich langzaam de reële persoon met al zijn goede en minder goede kantjes. De overlevingskans van een relatie hangt dan af van de manier waarop de partners gaandeweg naar elkaar hebben leren kijken en hoe ze elkaar aan de buitenwereld presenteren. Als je je partner ondanks al zijn mankementen veel positiever aan je omgeving voorstelt dan hij werkelijk is, dan zit het wel snor. In de liefde doen die minpunten er toch niet toe, want die wegen niet op tegen de positieve kanten.

Als er al een wetenschappelijke formule voor de liefde bestond, dan was ik nu schatrijk

Sybille Vanweehaeghe, relatietherapeute

Maar wat als we de verliefdheidsfase nu gewoon eens zouden overslaan? Dat is net de formule waar de makers van ‘Blind getrouwd’ al enkele seizoenen succesvolle matches mee smeedden: geen gehannes met hormonen, maar meteen een hechte band op basis van gelijkaardige parameters. ‘Dat is niet evident’, legt Vanweehaeghe uit. ‘Heel vaak hebben de deelnemers een verleden van verliefd zijn achter de rug en verwachten ze nog steeds die magische “klik”. Daarom drukken we onze deelnemers in de voorbereiding heel erg op het hart dat ze moeten openstaan voor de positieve kanten van de andere om een emotionele verbinding te maken. Hoewel het uiterlijk bijvoorbeeld iets is waar we erg veel aandacht aan proberen te besteden, moeten ze ook daar leren doorheen kijken. De meeste deelnemers geven inderdaad aan dat het uiterlijk niet het belangrijkste is, maar als blijkt dat iemand zijn of haar partner echt afschuwelijk lelijk vindt, dan kan er uiteraard geen match zijn’, geeft Vanweehaeghe toe.

De wetenschap van de liefde: 'De partner mag gerust een beetje een mysterie blijven'
© Getty Images/iStockphoto

Naast de wederzijdse aantrekking zijn er nog meer parameters voor een succesvolle match. Vanweehaeghe somt op: de normen en waarden die iemand hanteert, hoe iemand in het dagelijks leven staat, de hechtingsstijl, het sociaal-economisch milieu, de eigen persoonlijkheid, de communicatiebekwaamheid, het IQ en de seksualiteit. Ook zijn er de ‘deal breakers’. Dat zijn factoren die heel erg persoonsgebonden zijn zoals de lengte, het gewicht, de geografie, het rookgedrag en de kinderwens. ‘Jonge mensen houden opvallend vaak vast aan een bepaald type’, stelt Vanweehaeghe vast. ‘Maar door levens- en relatie-ervaring leren mensen gaandeweg dat het type er eigenlijk niet toe doet. We geven de deelnemers dan ook de boodschap mee dat hun match iemand zal zijn die ze mogelijk niet voor ogen hadden, maar dat het wel iemand zal zijn die bij hen past.’ Vallen op de gewiekste versierder of diegene die niet echt “goed” voor je is (waar je kan op bouwen en vertrouwen, die zorgend omgaat met je).

Na de koppeling begint vervolgens het echte werk voor de kandidaten. Ze krijgen 30 dagen de tijd om uit te zoeken of de andere wel degelijk de ware is. Kan je in die tijd te weten komen of iemand bij je past? ‘Toch wel’, klinkt het. ‘Na vijf weken heb je al een vrij goed idee van welk soort vlees je in de kuip hebt. In tegenstelling tot het online daten waar je na een gesprek van een aantal uur afscheid neemt en je niet de kans krijgt om mekaar te leren kennen.’

Hoe blijf je bijeen?

Je moet nog altijd iets over de andere willen ontdekken en verrast worden door zijn of haar reactie.

Sybille Vanweehaeghe

De wetenschap kan dan wel bijdragen om mensen bij elkaar te brengen, kan ze ook mensen bij elkaar helpen houden? Vanweehaeghe: ‘Wat belangrijk is in relaties is communicatie en tijd spenderen met elkaar. Je moet nog altijd iets over de andere willen ontdekken en verrast worden door zijn of haar reactie. Je groeit samen als koppel, maar je evolueert ook elk individueel. Het is net dat individuele proces dat ervoor zorgt dat je een klein beetje een mysterie kunt blijven voor je partner. Al hoeft dat niet per se. Je hebt ook koppels die elkaar door en door kennen en die al weten wat de andere gaat zeggen nog voor hij of zij het gezegd heeft. Ook daar is niets mis mee.’

Een ander advies die de gezinstherapeute meegeeft, is dat we af moeten van het begrip “perfectie”. ‘Liefde is mooi maar allesbehalve perfect. Ook een mens met al zijn onvolmaaktheden kan liefde groots maken. Het is al heel wat als je ’s avonds na een moeilijke dag kan thuiskomen in een sfeer van warmte en steun en dat je elkaar een spiegel kan voorhouden waarin je elkaar in onvoorwaardelijk vertrouwen op een eerlijke manier kan bekijken. Verder zijn sociale contacten met vrienden en familie buiten de gezinsvorm essentieel, want je kan niet alles laten afhangen van een partner.’

Tot slot moeten koppels ook koppels blijven en niet evolueren naar alleen “een mama” en “een papa”, wat met de stress en de drukte van het leven niet altijd evident is. ‘We moeten beseffen dat relatievorming een even grote prioriteit is als een professionele carrière.’ Vanweehaeghe pleit daarom om naast seksuele opvoeding ook het vak “relatiebekwaamheid” op te nemen in het curriculum van het middelbaar onderwijs.

Conclusie: de liefde is fantastisch is maar het is verdomd moeilijk om ze fantastisch te houden. Zelfs met de wetenschappelijke kennis die we nu hebben. ‘Als er al een wetenschappelijke formule voor de liefde bestond, dan was ik nu schatrijk’, lacht Vanweehaeghe.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content