Paul Wille: ‘Ik krijg geen euro uit Azerbeidzjan’

Voormalig Open VLD-senator Paul Wille is al zes jaar bestuurder van een Brusselse vzw die lobbyt voor de belangen van Azerbeidzjan, zo blijkt uit onderzoek van Knack. © BELGA
Kristof Clerix

In een interview met Knack geeft Paul Wille voor het eerst toelichting bij zijn functie als bestuurder van OCAZ, een vzw die lobbyt voor Azerbeidzjan. ‘Misschien moet ik beslissen om ermee te stoppen.’

Mijnheer Wille, u bent bestuurder bij de vzw OCAZ?

PAUL WILLE: Dat is waar. Toen ik een aantal jaar geleden aantrad als bestuurder, was OCAZ een promotie-vzw voor Azerbeidzjan, die moest zorgen voor continuïteit in de benadering van het land naar Europa toe. In de periode na mijn mandaat in de Belgische senaat en bij de Raad van Europa waren mijn contacten met Azerbeidzjan duidelijk. Ik heb er er onder meer verkiezingen geobserveerd, net zoals in een aantal andere landen. Azerbeidzjan was het enige moslimland dat zich opende naar het Westen toe. Ik vond het een lovenswaardig land om wat voor te doen.

Azerbeidzjan was het enige moslimland dat zich opende naar het Westen toe. Ik vond het een lovenswaardig land om wat voor te doen.

U bent vandaag nog altijd bestuurder van het lobbykantoor.

WILLE: Inderdaad, al is OCAZ op sterven na dood. Omdat Azerbeidzjan zelf OCAZ al haar middelen heeft ontnomen. De vzw werd immers gefinancierd door Azerbeidzjan -maar vraag me niet of de middelen van een ministerie of een fonds kwamen, want dat heb ik me eerlijk gezegd nooit afgevraagd. Het lijkt mij alleszins een koosjere structuur. Maar intussen werkt Azerbeidzjan dus met andere vzw’s en vennootschappen.

De laatste jaren ga ik zelfs niet meer naar de Algemene Vergadering van OCAZ. Het heeft niets meer om het lijf. De vzw heeft misschien nog wel wat personeel, maar nauwelijks nog werkingsmiddelen.

U noemt de vzw uitdovend, maar sinds mei 2017 zijn twee medewerkers wel geaccrediteerd voor toegang tot het Europees Parlement.

WILLE: Dat verwondert mij. De werkingsmiddelen zijn nog maar een fractie van wat ze een aantal jaar geleden waren. Maar nogmaals: het is ver van mijn bed.

Wat was uw rol precies binnen de vzw?

WILLE: Geen enkele. Ik was slechts bestuurder.

Het doel van de vzw is lobbywerk voor Azerbeidzjan?

WILLE: Ik denk dat dat klopt, voor wat haar personeel betreft. De vzw heeft bijvoorbeeld geprobeerd – en het is er ook van gekomen- om een boek uit te geven rond een aantal gevoeligheden die in Azerbeidzjan bestaan rond mensenrechten -zoals de genocide ten nadele van Azeri’s in de regio van Nagorno-Karabach (gebied dat sinds de implosie van de Sovjetunie betwist wordt tussen Azerbeidzjan en aartsvijand Armenië, nvdr.). Ik heb me nooit met het dagelijks bestuur van de vzw moeten of kunnen bezighouden. Dat stond ver van mij. Ik verlijf sinds 2013 eigenlijk niet veel meer in België. Ik woon tegenwoordig in Libanon.

Wordt u betaald als bestuurder van de vzw?

WILLE: Helemaal niet. Dat is overigens ook niet in de gewoonte van Azerbeidzjan. Dit doe ik totaal onbezoldigd. Ik krijg geen euro uit Azerbeidzjan.

Ik vond de bedoeling van Azerbeidzjan om erkenning te krijgen in het Europese gebeuren een goede zaak.

Waarom bent u bestuurder geworden? Wat was uw motivatie?

WILLE: Ik vond de bedoeling van Azerbeidzjan om erkenning te krijgen in het Europese gebeuren een goede zaak. Ik vond het positief dat Azerbeidzjan meer netwerken en contacten zou hebben in de Europese context.

Vindt u het zelf niet vreemd, als voormalig senator een vzw besturen die gefinancierd wordt door een ander land?

WILLE: Zelfs de deelstaten van Europa – denk aan Beieren – financieren toch ook dergelijke structuren? Wat zou daar fout aan kunnen zijn?

Het democratisch karakter van Beieren wordt niet in vraag gesteld. Rond Azerbeidzjan zijn er echter steeds meer vragen – over mensenrechten en de persoonlijke verrijking van de president bijvoorbeeld.

WILLE: Als je het over good governancewil hebben, moet je kijken naar alle rapporten over Azerbeidzjan waar ik als lid van de Raad van Europa, en één keer als voorzitter van een observeringscommissie, aan heb meegewerkt. Die rapporten waren bijzonder kritisch. Maar naast allerhande kritische opmerkingen, bijvoorbeeld over het kiesrecht of de organisatie van de verkiezingen, schreven we ook dat ‘het beter was dan de vorige keer’, en probeerden we Azerbeidzjan in een verbeterende, corrigerende lijn te houden. Die lijn heb ik zelf ook altijd aangehouden.

Die benadering – die niet enkel ik maar de meerderheid in de parlementaire assemblee volgde – werd door een aantal mensen beschouwd als te lief.’ De algemene tendens in de Raad van Europa was echter dat we veeleer moesten aanmoedigen dan bestraffen. De Raad van Europa heeft altijd geprobeerd het land aan boord te houden, en het gaandeweg meer op de algemene lijn van vrijheid van meningsuiting, rule of law en good governance te brengen.

Los van de vzw: onderhoudt u vandaag nog contacten met Azerbeidzjan, op welke manier dan ook?

WILLE: Geen enkel. Deontologisch gezien was zaken doen met Azerbeidzjan voor mij niet mogelijk – en niet wenselijk.

Maar tegelijkertijd bent u wel bestuurder van een soort spreekbuis van het regime. Dat kan deontologisch wel?

WILLE: Dat is iets anders. Zakendoen was deontologisch niet mogelijk omdat ik net uit de politiek kwam.

Wat ik de laatste tijd over Azerbeidzjan lees, is ernstig. Uiteraard moet ik afstand nemen.

Hoe staat u vandaag tegenover het regime in Bakoe?

WILLE: Als het interne onderzoek van de Raad van Europa (over mogelijke corruptie ten gunste van Azerbeidzjan, nvdr.) steunt op ware feiten, dan zou het regime technieken hebben gebruikt die niet zijn toegestaan. Maar dan zit je in de politieke én de strafrechtelijke sfeer. Daar ga ik mij uiteraard niet over uitspreken, want ik ken de feiten niet. Ik heb met niemand anders contact dan met OCAZ. Ik weet zelfs niet wat de directeur van de vzw inhoudelijk als lobbywerk doet.

Als u er echt zo ver van af staat, waarom doet u dan een tweede bestuursmandaat?

WILLE: Misschien moet ik nu beslissen om ermee te stoppen. Dit gesprek is daarbij verhelderend.

In oktober loopt uw mandaat af.

WILLE: Goed dat ik dat weet. In de gegeven omstandigheden mijn mandaat verder zetten, zou niet meer verantwoord zijn. Wat ik de laatste tijd over Azerbeidzjan lees, is ernstig. Uiteraard moet ik afstand nemen. Gelet op de huidige ontwikkelingen zal ik ermee stoppen. Ik zou dom en naïef zijn om het niet te doen.

Paul Wille liet na het interview weten dat hij ‘intussen zijn ontslag bij de vzw heeft ingediend en dat OCAZ dat geacteerd heeft’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content